ECLI:NL:OGHACMB:2020:137
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurgeschil en ongerechtvaardigde verrijking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [Appellant], hierna Revan, tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De zaak betreft een huurgeschil tussen Revan en [Geïntimeerde], waarbij Revan een perceel grond huurde van [Geïntimeerde] voor een jaarlijkse huurprijs van US $ 18.000. Revan heeft investeringen gedaan in het gehuurde, maar na ontruiming van het pand vorderde hij een vergoeding op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Het Gerecht in eerste aanleg oordeelde dat Revan niet in zijn bewijslevering was geslaagd en dat de vordering van [Geïntimeerde] tot betaling van achterstallige huur terecht was. Revan ging in hoger beroep, maar het Hof bevestigde het vonnis van het Gerecht. Het Hof oordeelde dat Revan niet had aangetoond dat de huurwaarde van het perceel was gestegen door zijn investeringen en dat hij niet had kunnen bewijzen dat [Geïntimeerde] ongerechtvaardigd was verrijkt. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde het bestreden vonnis, waarbij Revan werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.