ECLI:NL:OGHACMB:2019:96
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- F.W.J. Meijer
- E.A. Saleh
- H.J. Fehmers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de verlaging van verkoopcommissie en de gevolgen van ontslag voor werknemer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap Caribbean Liquors & Tobacco B.V. (CLT) tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. CLT is in hoger beroep gekomen van een beschikking die op 3 oktober 2018 is uitgesproken, waarin onder andere werd geoordeeld dat het ontslag van de werknemer [geïntimeerde] nietig was. CLT heeft grieven aangevoerd tegen de beslissing van het Gerecht, met name over de betalingsverplichtingen en de verlaging van de verkoopcommissie. De werknemer, die sinds 2000 in dienst is bij CLT, ontving naast zijn vaste salaris een verkoopcommissie die door CLT was verlaagd. CLT heeft de werknemer op staande voet ontslagen, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat dit ontslag nietig was en CLT heeft de werknemer veroordeeld tot betaling van zijn loon en commissie. In hoger beroep heeft CLT berust in de nietigheid van het ontslag, maar betwist zij de betalingsverplichtingen. Het Hof heeft geoordeeld dat CLT niet rechtsgeldig de commissie heeft kunnen verlagen zonder instemming van de werknemer. De verlaging van de commissie was niet proportioneel en de werknemer had niet hoeven instemmen met deze verlaging. Het Hof heeft de beschikking van het Gerecht bevestigd, maar de veroordeling tot betaling van het loon beperkt tot een bepaalde periode. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.