Uitspraak
verklaarthet verzet
gegrond;
verstaatdat de griffier van het Hof de door opposanten voor de behandeling van het verzet gemaakte proceskosten ten bedrage van NAf. 1.400,00
vergoedt.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een verzet tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een hoger beroep door de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De uitspraak waartegen verzet is gedaan, dateert van 4 februari 2019 en betreft een hoger beroep dat door de opposanten was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 12 november 2018. De opposanten, bestaande uit verschillende vennootschappen, hebben verzet aangetekend omdat zij van mening zijn dat er wel degelijk procesbelang is bij het hoger beroep. Dit belang is gelegen in het verkrijgen van een oordeel over de rechtskarakter van de aan hen gerichte brieven van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en de beslissing van het Gerecht om de CBCS op te dragen nieuwe beslissingen te nemen op de bezwaren van de opposanten.
Het Hof heeft de zaak op 4 april 2019 behandeld, waarbij de opposanten vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Het Hof oordeelt dat de voorzitter van het Hof ten onrechte het hoger beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de opposanten wel degelijk belang hebben bij een oordeel over de uitspraak van het Gerecht. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van de voorzitter vervalt. Het Hof heeft tevens besloten dat de proceskosten aan de opposanten worden vergoed en dat het hoger beroep in de week van 11 november 2019 zal worden behandeld. De opposanten krijgen de gelegenheid om de gronden van het hoger beroep in te dienen, waarna de CBCS een verweerschrift kan indienen. Het Hof heeft ook aangegeven dat de nieuwe beslissingen van de CBCS op de bezwaren van de opposanten deel zullen uitmaken van het geding in hoger beroep.