In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap RESORT OF THE WORLD N.V. (ROTW) tegen de openbare rechtspersoon HET LAND SINT MAARTEN en de Ontvanger van het Land Sint Maarten. De zaak betreft de invordering van speelvergunningsrecht en de bevoegdheid van de belastingrechter in het kader van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR). Het Hof verwijst naar een eerder tussenvonnis van 17 november 2017, waarin het voorlopige oordeel werd gegeven dat bezwaar en beroep openstaan tegen de aanslag speelvergunningsrecht. ROTW stelt dat de LAR-rechter niet adequaat kan oordelen over een door het bestuursorgaan gestelde toezegging, maar het Hof oordeelt dat deze stelling niet opgaat. Het Hof bevestigt dat de LAR-rechter als plaatsvervangende belastingrechter zal optreden en dat er geen reden is om aan te nemen dat deze zal afwijken van de geldende rechtsbeginselen. Het Hof concludeert dat ROTW niet-ontvankelijk is in haar verzet en bevestigt de bestreden beschikking. Tevens wordt ROTW veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 8.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 249,50 aan verschotten. Dit vonnis is uitgesproken op 30 juli 2019 in Curaçao.