ECLI:NL:OGHACMB:2019:142

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 juli 2019
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
Ghis 66845 - CUR201501270 - CUR2018H00439
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij verkeersongevallen tussen huurauto en verzekerde auto

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap DRIVE YOURSELF N.V., h.o.d.n. AVIS RENT A CAR (hierna: Avis) tegen de naamloze vennootschap ASKA SCHADEVERZEKERING N.V. (hierna: Aska) naar aanleiding van twee auto-ongevallen. Avis is in hoger beroep gekomen van een eindvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin Aska werd veroordeeld tot schadevergoeding. De procedure in hoger beroep begon op 2 juni 2017, toen Avis haar grieven indiende. Aska heeft hierop gereageerd met een memorie van antwoord en een incidenteel appel. De zaak werd op 26 februari 2019 mondeling behandeld door de gemachtigden van beide partijen.

Het Hof heeft vastgesteld dat de Aska-auto te hard reed en van achteren tegen de Avis-auto botste. De omkeringsregel werd toegepast, wat betekent dat Aska moest bewijzen dat het ongeval ook zou zijn gebeurd als zij zich aan de snelheid had gehouden. Het Hof oordeelde dat Aska hierin niet slaagde, omdat de stellingen onvoldoende gemotiveerd waren. Het Hof concludeerde dat de vordering van Avis met betrekking tot het eerste ongeval moest worden toegewezen, terwijl het oordeel over het tweede ongeval in stand bleef. Aska werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan Avis, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de omkeringsregel in aansprakelijkheidszaken en de noodzaak voor de aansprakelijk gestelde partij om tegenbewijs te leveren. Het Hof bevestigde de vergoedingsplicht van Aska, ondanks de argumenten die door Aska werden ingebracht.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2019 Vonnis no.:
Registratienummers: Ghis 66845 - CUR201501270 - CUR2018H00439
Uitspraak: 4 juli 2019
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap DRIVE YOURSELF N.V.,
h.o.d.n. AVIS RENT A CAR,
gevestigd in Curaçao,
hierna te noemen: Avis,
oorspronkelijk eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, thans appellante in principaal appel en geïntimeerde in incidenteel appel,
gemachtigde: mr. A.J. de Winter,
tegen
de naamloze vennootschap ASKA SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
hierna te noemen: Aska,
oorspronkelijk gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, thans geïntimeerde in principaal appel en appellante in incidenteel appel,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA), wordt verwezen naar de tussenvonnissen van 10 november 2014, 15 december 2014 en 25 juli 2016 en het eindvonnis van 24 april 2017. De inhoud van deze vonnissen geldt als hier ingevoegd.
1.2.
Avis is bij akte van hoger beroep op 2 juni 2017 in hoger beroep gekomen van voornoemd eindvonnis. In een op 14 juli 2017 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft zij vijf grieven voorgedragen en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vordering ter zake van aanrijding A alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Aska in de kosten van beide instanties.
1.3.
Aska heeft in een memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel het hoger beroep van Avis bestreden, zelf onder aanvoering van een grief incidenteel appel ingesteld en geconcludeerd in principaal appel tot bevestiging en in incidenteel appel tot vernietiging met afwijzing van de vordering, met veroordeling van Avis in de kosten van beide instanties.
1.4.
Avis heeft de grief in incidenteel appel bij memorie van antwoord in het incidenteel appel weersproken en geconcludeerd tot bevestiging van het bestreden vonnis wat betreft aanrijding B, met veroordeling van Aska in de kosten van beide instanties. Bij deze memorie van antwoord heeft Avis een, in de memorie van grieven aangekondigd, rapport van Ongevallen Analyse Nederland d.d. 7 september 2017 gevoegd.
1.5.
Op 26 februari 2019 hebben de gemachtigden van partijen mondeling gepleit, de gemachtigde van Avis onder overlegging van pleitaantekeningen, met producties die tevoren aan de wederpartij waren gezonden. Voor Avis is mede in persoon verschenen [naam 1], bestuurder, en voor Aska mede A. Lachman, Legal Counsel.
1.6.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De ontvankelijkheid

Partijen zijn tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kunnen daarin worden ontvangen.

3.De grieven

Voor de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven in principaal appel en die in incidenteel appel.

4.Beoordeling

4.1.
Het gaat hier om twee auto-ongevallen tussen een Avis-huurauto en een auto waarvan de bestuurder een aansprakelijkheidsverzekering bij Aska heeft gesloten. Het Hof zal in beide gevallen spreken van de Avis-auto en de Aska-auto.
Ongeval A
4.2.
Vast staat dat de Aska-auto te hard reed en, onmiddellijk over de top van een Knipheuvel, midden op de weg, van achteren tegen de Avis-auto is gereden. Dat de Aska-auto te hard reed is toegegeven door de bestuurder ervan. Het is ook overtuigend aangetoond door Avis met het technisch rapport-De Ruiter (Caribbean Investigative Agency) d.d. 20 juni 2015 en een technisch rapport van Ongevallen Analyse Nederland (OAN) d.d. 7 september 2017.
4.3.
Bij de normschending ‘te hard rijden’ en dan ook nog op een plaats zonder behoorlijk zicht (onmiddellijk over de top van een heuvel) hoort in beginsel als specifiek gevaar ‘het plaatsvinden van verkeersongevallen’, zodat, nu vaststaat dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt, er reden is de zgn. omkeringsregel toe te passen. Voor de toepassing van voormelde regel is vereist dat is komen vast te staan dat sprake is geweest van een gedraging in strijd met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade, en dat degene die zich op schending van deze norm beroept, ook bij betwisting aannemelijk heeft gemaakt dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt. Doen deze feiten zich voor, dan wordt het bestaan van condicio sine qua non-verband tussen de onrechtmatige daad of wanprestatie en de schade aangenomen, tenzij de aansprakelijk gestelde persoon tegenbewijs levert, in die zin dat hij aannemelijk maakt dat de schade ook zonder de aan hem verweten normschending zou zijn ontstaan. Met de toepassing van de omkeringsregel in deze zaak is het causaal verband tussen het te hard rijden en het verkeersongeval in beginsel gegeven, behoudens tegenbewijs.
4.4.
Om tot dit tegenbewijs te worden toegelaten moet Aska gemotiveerd stellen dat het verkeersongeval ook zou zijn gebeurd als de bestuurder van de Aska-auto niet te hard zou hebben gereden. Volgens Aska stond de Avis-auto op het moment van de aanrijding stil op het midden van een eenbaansweg, verstopt achter een heuvel, zodat de Avis-auto een obstakel vormde dat door de bestuurder van de van achteren naderende Aska-auto, ook als hij niet te hard zou hebben gereden, niet tijdig als zodanig kon worden opgemerkt.
4.5.
Aska heeft aangeboden haar stellingen te bewijzen door het horen van getuigen. Een aanbod tot het leveren van tegenbewijs hoeft niet te worden gespecificeerd (vgl. HR 12 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9283, rov. 3.5). De vraag is of Aska deze stellingen voldoende heeft gemotiveerd. Het Hof beantwoordt die vraag ontkennend.
4.6.
De bestuurder van de Avis-auto heeft verklaard langzaam te hebben gereden, maar niet stil te hebben gestaan. Dit wordt bevestigd door de verklaring van de bestuurder van de Aska-auto dat hij geen remlichten van de Avis-auto heeft gezien. In het rapport van Caribbean Investigative Agency wordt geconcludeerd dat de verklaring van de bestuurder van de Aska-auto dat de Avis-auto stilstond geen bevestiging vindt in de bandensporen en het overige feitenmateriaal. De onderzoeker van Ongevallen Analyse Nederland (hierna: OAN) komt op grond van zijn berekeningen uit op een snelheid van de Avis-auto van tussen 19 km/u en 33 km/u op het moment van de botsing. Gelet op verklaring van de bestuurder van de Avis-auto, de technische rapporten die het Hof overtuigend acht en de verklaring van de bestuurder van de Aska-auto dat de remlichten van de Avis-auto niet brandden, acht het Hof de stelling van Aska dat de Avis-auto stil stond, die alleen is gebaseerd op de verklaring van de bestuurder, onvoldoende gemotiveerd. Voor zover Aska heeft bedoeld te stellen dat het ongeluk ook zou hebben plaatsgevonden als de bestuurder van de Aska-auto zich aan de maximum snelheid zou hebben gehouden en de Avis-auto wel in beweging was, geldt dat voor die stelling iedere toelichting en onderbouwing ontbreken, zodat ook deze stelling onvoldoende is onderbouwd. Dit betekent dat niet wordt toegekomen aan het leveren van tegenbewijs. Het daartoe strekkende aanbod wordt dan ook gepasseerd.
4.7.
Zelfs al zou de Avis-auto niet hebben stilgestaan, maar te langzaam hebben gereden (volgens het OAN-rapport tussen 19 en 33 km/u), dan acht het Hof in de gegeven omstandigheden geen reden aanwezig om de vergoedingsplicht van Aska te verminderen. Het Hof acht het uitermate roekeloos dat de Aska-auto met hoge snelheid (volgens het OAN-rapport 71-87 km/u op het moment van de botsing) over de Knipheuvels reed wegens het zeer beperkte zicht.
4.8.
Uit het voorgaande volgt dat het bestreden vonnis wat betreft ongeval A moet worden vernietigd. De vordering moet worden toegewezen en Aska draagt de kosten van beide instanties.
Ongeval B
4.9.
Het Hof sluit zich aan bij het oordeel van het GEA dat voorshands is bewezen dat de Aska-auto vanaf de Weg naar Welgelegen, vanuit het noorden, linksaf de voorrangsweg Pater Euwensweg indraaide richting Brionplein en vervolgens de Avis-auto die op de Pater Euwensweg reed vanaf de Helmin Magno Wiels Boulevard raakte: dus overeenkomstig het kaartje in het CRS rapport (productie C bij inleidend verzoekschrift).
4.10.
Het technisch rapport-De Ruiter, p. 15 vermeldt dat de schade van de Aska-auto een verloop had van: voor naar achter; en de schade van de Avis-auto een verloop van: achter naar voren, hetgeen correspondeert het de in rov. 4.9 weergegeven toedracht. Hierop is Aska niet adequaat ingegaan. Onder deze omstandigheden acht het Hof het algemene bewijsaanbod van Aska onvoldoende gemotiveerd.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat het GEA terecht Aska heeft veroordeeld tot schadevergoeding. In zoverre zal het bestreden vonnis worden bevestigd. Aska dient de kosten van beide instanties te dragen.

5.Beslissing

Het Hof:
- bevestigt het bestreden vonnis, behoudens voor zover in conventie het overige door Avis gevorderde is afgewezen en de kosten in conventie en reconventie zijn gecompenseerd, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt Aska tot betaling van een bedrag van NAf 41.343,55 aan Avis, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2013;
- veroordeelt Aska in de kosten van deze procedure aan de zijde van Avis gevallen en tot op heden begroot voor de eerste aanleg op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 1.580,01 aan verschotten en in hoger beroep op Af. 6.000,- aan gemachtigdensalaris en Afl. 1.996,- aan verschotten.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, H.J. Fehmers en M.B. van den Enden, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 4 juli 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.