ECLI:NL:HR:2009:BH9283
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verdeling van gemeenschap en mede-eigendom tussen voormalige levenspartners
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige levenspartners over de verdeling van een appartementsrecht. Eiseres heeft in 2002 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, met het verzoek om het lidmaatschapsrecht van de Flatexploitatievereniging te verdelen door verkoop en verdeling van de netto-opbrengst. [Verweerder] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd de ontbinding van de overeenkomst tussen partijen, met terugwerkende kracht tot de datum van levering van het appartementsrecht op 14 april 1994. De rechtbank heeft in 2005 het lidmaatschapsrecht aan [verweerder] toebedeeld en hem veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [eiseres]. [Verweerder] heeft hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof heeft de eerdere vonnissen vernietigd voor zover het de betaling van het bedrag aan [eiseres] betreft, maar het vonnis voor het overige bekrachtigd. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het hof het bewijsaanbod van [eiseres] ten onrechte als onvoldoende gespecificeerd heeft gepasseerd, en dat [verweerder] de bewijslast droeg voor de door hem gestelde overeenkomst tot beëindiging van de mede-eigendom.