ECLI:NL:OGHACMB:2018:14
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek in het kader van boedelscheiding en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die betrekking heeft op de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 9 januari 2018 een vonnis uitgesproken. De vrouw, oorspronkelijk eiseres en thans appellante, en de man, oorspronkelijk gedaagde en thans appellant in het incidenteel appel, zijn betrokken bij een procedure die voortvloeit uit een eerder vonnis van 30 mei 2017. In dat vonnis heeft het Hof een verzoek aan de Dienst LVV gedaan en de zaak naar de rol verwezen. Beide partijen hebben op 7 november 2017 een akte ingediend, waarna het Hof het vonnis heeft gevraagd en bepaald op de huidige datum.
De zaak betreft de benoeming van een deskundige voor het taxeren van percelen en opstallen die behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap. Het Hof heeft in een tussenvonnis van 1 maart 2016 partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een taxateur. De man heeft een specifieke deskundige voorgesteld, terwijl de vrouw hier niet de voorkeur aan gaf zonder een deugdelijke reden op te geven. Uiteindelijk heeft het Hof de voorgestelde deskundige benoemd, die bereid is het onderzoek uit te voeren.
Het Hof heeft ook de kosten van het deskundigenonderzoek besproken en bepaald dat beide partijen elk de helft van de kosten dienen te betalen. De man heeft verzocht om bepaalde stukken van de Dienst LVV in het geding te brengen, maar het Hof heeft geen reactie van deze dienst ontvangen. Het Hof heeft de deskundige de mogelijkheid gegeven om deze stukken op te vragen indien nodig. Het vonnis bevat ook specifieke instructies voor de deskundige en de partijen met betrekking tot het opstellen van een taxatierapport en de verdere procedure.