ECLI:NL:OGHACMB:2018:13
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussentijds appel en bevoegdheid in civiele procedure tussen CORE LABORATORIES SALES N.V. en PETRÓLEOS DE VENEZUELA S.A.
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 11 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken tot tussentijds appel. De zaak betreft een geschil tussen de naamloze vennootschap CORE LABORATORIES SALES N.V. (hierna: Saybolt) en de Venezolaanse rechtspersonen PETRÓLEOS DE VENEZUELA S.A. en PDVSA PETROLEO S.A. (hierna: PDVSA c.s.). Saybolt had op 15 december 2017 een verzoekschrift ingediend voor vergunning tot tussentijds appel tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao/Aruba (GEA), dat op 4 december 2017 was uitgesproken. PDVSA c.s. dienden op 18 december 2017 ook een verzoek in voor tussentijds appel tegen hetzelfde vonnis.
Tijdens de rolzitting op 9 januari 2018 hebben beide partijen hun verzoeken toegelicht en geen bezwaar gemaakt tegen elkaars verzoeken. Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Saybolt geen vergunning nodig heeft om tegen het vonnis te appelleren, omdat haar appel zich richt tegen de eindvonniscomponent van het vonnis. Dit verzoek wordt aangemerkt als een akte van appel, en de termijn voor het indienen van een memorie van grieven begint op 15 december 2017.
Voor PDVSA c.s. is het echter noodzakelijk om vergunning te verkrijgen voor hun zelfstandig appel, aangezien hun appel zich richt tegen de tussenbeschikkingcomponent van het vonnis. Aangezien Saybolt geen bezwaar heeft gemaakt tegen de toewijzing van dit verzoek, verleent het Hof de vergunning aan PDVSA c.s. om zelfstandig appel in te stellen. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindvonnis in de hoger beroepen.