ECLI:NL:OGHACMB:2018:109
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- S.A. Carmelia
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gebruiksrecht en eigendomsrecht van perceel te Kralendijk, Bonaire
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], die oorspronkelijk eiser in conventie en verweerder in reconventie was, tegen de naamloze vennootschap BONAIRE-HARBOUR SIDE N.V. (BHS), die oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiseres in reconventie was. De procedure betreft een geschil over het gebruiksrecht en eigendomsrecht van een perceel te Kralendijk, Bonaire. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft op 5 juni 2018 uitspraak gedaan, waarbij het vonnis van de eerste rechter is vernietigd.
De zaak is ontstaan na een descente die op 16 februari 2018 heeft plaatsgevonden, waarbij beide partijen producties hebben overgelegd. [Appellant] betoogde dat BHS het perceel niet op basis van bezit, maar op basis van houderschap gebruikte, en dat er geen rechtsvordering tot beëindiging van bezit kon zijn verjaard. Het Hof oordeelde dat BHS het perceel niet krachtens een eigen recht gebruikte, maar op basis van een rechtsverhouding tot WEB, waardoor er geen sprake kon zijn van bezit of verjaring.
Het Hof heeft vastgesteld dat [appellant] het perceel in eigendom heeft verkregen en dat zijn eigendomsrecht zich ook uitstrekt over hetgeen op het perceel is gebouwd. Het Hof heeft geoordeeld dat [appellant] een reëel belang heeft bij het gebruik van het perceel voor de bouw van een hotel, en dat BHS niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een aanzienlijke verbouwing noodzakelijk zou zijn voor een aanvaardbare exploitatie van de Harborside Shopping Mall.
Uiteindelijk heeft het Hof BHS veroordeeld om [appellant] te gedogen dat hij het gebouwde op het perceel afbreekt, en heeft het de kosten van het geding aan BHS opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.