Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
(thans: art. 43)open teneinde een onwillige advocaat ertoe te bewegen de verdediging te beperken.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 28 juni 2017, wordt het verzoek van een verdachte behandeld om een Nederlandse advocaat, mr. H.W.A.A. de Jong, als raadsman toe te laten in een strafzaak. De verdachte, die gedetineerd is in Sint Maarten, heeft verzocht om mr. De Jong naast zijn lokale advocaat, mr. C.R. Rutte, te laten optreden. Het Hof heeft het verzoek in behandeling genomen en de betrokken advocaten zijn gehoord via videoconferentie. De procureur-generaal heeft zich verzet tegen het verzoek, maar het Hof heeft geoordeeld dat de omstandigheden van de zaak een uitzondering rechtvaardigen. Het Hof stelt dat het recht op vrije advocaatkeuze, zoals vastgelegd in artikel 6 lid 3 van het EVRM, niet absoluut is, maar dat in bijzondere gevallen een buitenlandse advocaat kan worden toegelaten, mits deze samenwerkt met een bij het Hof ingeschreven advocaat. Het Hof heeft vastgesteld dat mr. De Jong over relevante expertise beschikt die niet bij de lokale advocaten aanwezig is en dat de verdachte een vertrouwensband met hem heeft opgebouwd. De beslissing van het Hof houdt in dat mr. De Jong als raadsman mag optreden, mits hij samenwerkt met mr. Rutte. Deze beschikking is gegeven door de rechters G.C.C. Lewin, T.A.M. Tijhuis en S.A. Carmelia, in tegenwoordigheid van de griffier.