2.4Tussen partijen staat het volgende vast.
2.4.1Lions Dive is uitbater van het hotel Lions Dive & Beach Resort te Bapor Kibra op Curaçao. Bij het resort hoort een stuk strand dat grenst aan een binnenwater. Aan de overkant daarvan ligt een schiereiland. In het verlengde van het schiereiland liggen evenwijdig aan het strand (deels behorend bij Lions Dive) golfbrekers ("breakwaters") in zee.
2.4.2CPA is ondererfpachter van een deel van het schiereiland en van (de bodem van) het binnenwater tussen het schiereiland en Lions Dive. Op grond van een Memorandum of Understanding van 1 februari 1996 is CPA jegens het Eilandgebied Curaçao (thans: het Land Curaçao) gehouden de golfbrekers te onderhouden.
2.4.3Lighthouse heeft ook grond van het schiereiland in erfpacht en is de vastgoedmaatschappij van het daarop gelegen Royal Resort Hotel.
2.4.4Op het terrein op het schiereiland dat Lighthouse in erfpacht heeft, heeft Sub Station een sub station gebouwd. Dat is een gebouw waarin een onderzeeboot kan worden gestald. Naast de sub station staat een hijskraan die de onderzeeboot in het water kan takelen. Het plan van Sub Station is om het schip de Chapman te gaan inzetten om de onderzeeboot en passagiers op zee te vervoeren. Het is de bedoeling dat de Chapman zal gaan aan- en afmeren aan een nog deels af te bouwen kade (hierna: de kade; Lions Dive noemt dit de 'industriële kade') aan de westkant van het schiereiland.
2.4.5De Chapman is volgens een zeebrief een stalen onderzoeksschip ("research vessel") met drie dekken, een lengte van 37 meter, een breedte op de waterlijn van 9,04 meter en een diepgang van 4,27 meter. Het bovenste dek steekt ongeveer acht meter boven het water uit.
2.4.6Lions Dive, CPA en het toenmalige eilandgebied Curaçao hebben afspraken gemaakt over de toeristische indeling en de voorwaarden voor bebouwing van het gebied. Die afspraken hebben zij vastgelegd op een op
7 september 1998 door de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting Curaçao opgemaakte kaart met nummer 98-1048. Op die kaart (hierna: de zonekaart) is het schiereiland verdeeld in vier zones. Van west naar oost zijn dat: zone Haven, zone A, zone B en zone Dolfijnenbassin.
De kade is thans gepland in zone Haven (Lions Dive noemt de grenslijn tussen zone Haven en zone A de 'holy line'). Hieronder wordt de kaart (verkleind) weergegeven:
Op de zonekaart staat (linksonder in een kader onder het opschrift "Bebouwingsvoorwaarden ontwikkelingsgebied Seaquarium"):
"- nieuwe bebouwing is uitsluitend toegestaan in zone A en zone B, ten
noorden van de rooilijn
- buiten zone A en B zijn uitsluitend waterbouwkundige voorzieningen
incl. loopbruggen etc. toegestaan, niet hoger dan 3 m +NMP
- (…)
- ten behoeve van enig doorzicht vanuit het LDH-complex mogen bouwblokken niet langer zijn dan 30 m en niet dieper dan 10 m, en mogen niet parallel of bijna-parallel
worden geplaatst aan de bouwblokken van het LDH-complex
- (…)"
2.4.7Op 17 april 2000 is tussen Lions Dive en CPA een overeenkomst gesloten, getiteld "overdracht erfpachtrechten Sea Aquarium / Lions Dive" (verder: de overeenkomst van 2000). De overeenkomst van 2000 bepaalt onder meer:
"18. Lions Dive ziet af van het vorderen van enige vorm van schadevergoeding voor de door haar vermeend geleden schade door de aanleg van het tussen partijen bekende schiereiland of van enige andere schade die direct of indirect met de aanleg van het schiereiland of in de omgeving van het schiereiland verrichte werkzaamheden verband houdt. Lions Dive ziet verder af van het aanspannen van enige procedure in verband met de aanleg van het tussen partijen bekende schiereiland of de daarmee verband houdende erfpachtverlening. Partijen hechten als bijlage E aan deze overeenkomst een tekening met meetpunten van de huidige oppervlakte van het schiereiland. Partijen erkennen dat de meetpunten die de huidige hoogte van het terrein aangeven in de toekomst zullen afwijken aangezien het terrein nog bouwrijp gemaakt moet worden en daardoor de weergegeven hoogtes zullen wijzigen. De maximale hoogte van de bouwgrond zal 2.4 meter boven N.M.P. bedragen. Partijen komen verder overeen dat de totale oppervlakte van het schiereiland met niet meer dan 5% mag afwijken van de uit bijlage E af te leiden totale oppervlakte, tenzij Lions Dive aan een eventuele afwijking haar schriftelijke goedkeuring heeft gegeven. Lions Dive stemt echter bij voorbaat in met een uitbreiding van de oppervlakte van het schiereiland voorzover dit geschiedt in Oostelijke richting op Sea Aquarium terrein of het huidige Dolfijnen basin, met een maximum van 30 meter, los van de hiervoor besproken 5% uitbreiding van de totale oppervlakte.
(...)
21. Voor wat betreft de toegestane realisatie van gebouwen op het tussen partijen bekende schiereiland verwijzen partijen naar de tekening van Royal Resorts d.d. 3 april 2000 die als Bijlage G aan deze overeenkomst wordt gehecht. (...). Lions Dive zal zich verder niet verzetten tegen afwijkingen van dit plan die haar in redelijkheid niet benadelen."
2.4.8Als bijlage G is aan de overeenkomst van 2000 een tekening gehecht die hieronder (verkleind) wordt weergegeven:
Op deze tekening staan de woorden "private marina area" geschreven op de plek van de inham / het binnenwater aan de westkant van het schiereiland tegenover het strand van Lions Dive.
2.4.9Op 27 oktober 2008 is aan Sub Station een bouwvergunning (de eerste bouwvergunning) verleend voor het realiseren van de sub station en bijbehorende faciliteiten, waaronder de aanleg van de kade.
2.4.10Op 16 september 2009 is aan Lighthouse vergunning verleend voor het afgraven en aanvullen van enkele stroken grond ter realisatie van kades en toegang tot zee vanuit de sub station.
2.4.11Lions Dive heeft tegen de verlening van beide vergunningen tevergeefs bezwaar gemaakt en vervolgens beroep ingesteld. Het GEA heeft bij uitspraken van 2 december 2011 de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraak betreffende de bouwvergunning verwijst naar de Bouw- en
Woningverordening 1935 (PB 1952 no. 14; hierna BWV) en het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (A.B. 1995 no. 36; hierna EOP) en vermeldt onder meer:
"Ingevolge artikel 22 van de BWV kan een beslissing tot weigering van een bouwvergunning slechts gegrond zijn op de in dat artikel genoemde omstandigheden. (...). Tot die omstandigheden behoren (...):
5. dat het gebouw of gebouwsgedeelte wegens de ligging of wegens de bouwwijze de omgeving zal ontsieren of hinderlijk dan wel brandgevaarlijk voor de omgeving zal zijn (...)
Eiseres heeft tevens aangevoerd dat verweerder voorbij is gegaan aan het feit dat met de bouw van het substation het uitzicht op zee minder wordt. Vastgesteld wordt dat het bouwwerk de volgens artikel 7, sub c. van het EOP maximaal toegestane bouwhoogte van 6 meter niet overschrijdt. Dit zo zijnde, en gelet op het feit dat eiseres aan het EOP, aan artikel 22 van de BWV, noch aan enige andere rechtsregel aanspraak op een onbelemmerd zee-uitzicht kan maken, kan het door eiseres gestelde er niet toe leiden dat de bouwvergunning had moeten worden geweigerd."
Er is geen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken.
2.4.12Tussen 2008 en 2010 hebben CPA c.s. op en rondom het schiereiland onder meer reparatiewerkzaamheden verricht aan de golfbrekers, de sub station gebouwd en een deel van de contouren van de kade gerealiseerd. Hieronder wordt een deel van de kaart (verkleind) weergegeven die CPA c.s. op
25 augustus 2014 als p. 3 van productie 32 bij conclusie van antwoord in eerste aanleg in het geding hebben gebracht en die volgens hen de in 2014 bestaande contouren van het schiereiland aangeeft.
2.4.13In september 2009 heeft Lions Dive een kort geding aangespannen in verband met de geplande sub station. Er heeft een descente plaatsgevonden. Partijen zijn niet tot een vaststellingsovereenkomst gekomen.
2.4.14CPA c.s. zijn bij de realisering van de sub station afgeweken van de bouwvergunning uit 2008 in die zin dat de ligging en omvang van de kade zijn veranderd. De kade is in meer westelijke richting uitgebreid ten opzichte van het ontwerp dat ten grondslag lag aan de bouwvergunning.
2.4.15Sub Station heeft in het kader van deze wijzigingen een nieuwe bouwvergunning aangevraagd (de tweede bouwvergunning) en deze op 31 oktober 2013 verkregen. Lions Dive heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld bij het GEA. Bij uitspraak van 2 november 2015 (nadat het in dit geding bestreden vonnis was gewezen) heeft het GEA het beroep gegrond verklaard en de Minister van VVRP opgedragen alsnog te beslissen op de bouwaanvraag. Bij beschikking van 14 december 2015 heeft de Minister van VVRP het bezwaar van Lions Dive ongegrond verklaard. Op 20 januari 2016 heeft Lions Dive beroep ingesteld tegen de beschikking van 14 december 2015.
2.4.16Op 9 december 2013 is aan Sub Station een hindervergunning verleend in het kader van de sub station. Sub Station heeft beroep ingesteld tegen deze vergunning.
2.4.17CPA heeft bij brief van 10 februari 2014 aan Lions Dive aangekondigd dat zij binnenkort de vaargeul op diepte zal brengen en onderhoud zal plegen aan de golfbrekers.
2.4.18Sub Station heeft bij brief van eveneens 10 februari 2014 aan
Lions Dive aangekondigd dat zij binnenkort een aanvang zal maken met de aanleg van de kade.
2.4.19Lions Dive heeft daarop zowel deze bodemprocedure als een kort geding aangespannen tegen CPA c.s. In het kort geding heeft het GEA bij vonnis van 17 april 2014 CPA verboden om het binnenwater uit te diepen en Sub Station verboden om werkzaamheden aan de kade uit te voeren. Beide verboden hebben gegolden totdat in deze bodemprocedure in eerste aanleg over de rechtmatigheid van die activiteiten was beslist.
2.5.1In dit geding heeft Lions Dive in eerste aanleg gevorderd (zoals samengevat weergegeven door het GEA) dat het GEA, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
i. CPA zal verbieden om uitvoering te geven aan de geplande werkzaamheden zoals omschreven in de brief van 10 februari 2014 bestaande uit a) het verdiepen van het binnenwater en b) het plaatsen van stenen en beton op de golfbrekers;
ii. subsidiair ten aanzien van i b: CPA zal gebieden de werkzaamheden te beperken tot hetgeen waarvan uit deskundigenonderzoek is gebleken dat het noodzakelijk is;
iii. op straffe van een dwangsom van NAf 25.000,- per overtreding;
ten aanzien van Sub Station:
i. Sub Station zal verbieden om uitvoering te geven aan de geplande werkzaamheden zoals omschreven in de brief van 10 februari 2014 bestaande uit de bouw van een kade aan het binnenwater;
ii. Sub Station zal gebieden om reeds uitgevoerde werkzaamheden aan de kade ongedaan te maken onder meer door de in het water geplaatste palen te verwijderen;
iii. op straffe van een dwangsom van NAf 25.000,- per overtreding;
iv. Sub Station zal verbieden om met de Chapman op het binnenwater te varen, althans aan te laten meren of te dulden;
v. op straffe van een dwangsom van NAf 25.000,- per overtreding;
ten aanzien van CPA, Sub Station en Lighthouse:
i. voor recht zal verklaren dat CPA, Sub Station en Lighthouse onrechtmatig jegens Lions Dive hebben gehandeld door het schiereiland vergroot te hebben door middel van landaanwinning en aldus het uitzicht van Lions Dive onrechtmatig hebben beperkt;
ii. CPA, Sub Station en Lighthouse zal gebieden om, als hoofdelijke verplichting, de aanwezige bouwmaterialen op het schiereiland te verwijderen, waaronder de bouwkraan en de zeecontainer;
iii. op straffe van een dwangsom van NAf 25.000,- per overtreding;
iv. CPA, Sub Station en Lighthouse hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van dit geding."
2.5.2Hierover heeft het GEA als volgt beslist:
"Het GEA:
Ten aanzien van Sub Station