ECLI:NL:OGHACMB:2017:42
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, die op 29 juli 2016 werd gedaan. De appellant, wonend in Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen aanslagen in de inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2011. De aanslagen waren opgelegd op 10 januari 2014, en na afwijzing van het bezwaar door de inspecteur der belastingen, was de appellant in beroep gegaan. Het Gerecht verklaarde het beroep inzake de inkomstenbelasting ongegrond, maar het beroep inzake de premies AOV/AWW en AVBZ gegrond, en vernietigde de uitspraken op bezwaar voor deze laatste aanslagen. De appellant stelde dat de hoorzitting niet correct was uitgevoerd, omdat deze plaatsvond voor twee rechters in plaats van drie, wat volgens hem een processuele tekortkoming was. Het Hof oordeelde echter dat de hoorzitting correct was uitgevoerd en dat de uitspraak van het Gerecht niet nietig was. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en oordeelde dat de aanslagen naar het juiste bedrag waren opgelegd. De appellant had geen bewijs van ingehouden of afgedragen loonheffingen overgelegd, en het Hof oordeelde dat de inspecteur niet verplicht was om een naheffingsaanslag op te leggen aan de werkgever. De zaak werd behandeld op 29 maart 2017, en de uitspraak werd op 30 mei 2017 gedaan.