Uitspraak
[mevrouw GEÏNTIMEERDE],
[de heer GEÏNTIMEERDE],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Arubags & More N.V. tegen de geïntimeerden, mevrouw [geïntimeerde] en de heer [geïntimeerde]. De zaak betreft merkinbreuk en de bewijswaardering van het gebruik van een merk in Aruba. Het Hof heeft eerder, op 19 augustus 2014, Arubags opgedragen tegenbewijs te leveren tegen een stelling van de geïntimeerden. De procedure omvatte meerdere getuigenverhoren en bewijsstukken die door beide partijen zijn ingediend. Het Hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerden zich kunnen beroepen op voorgebruik van het merk, zoals omschreven in de Merkenverordening. Het Hof heeft geoordeeld dat de verklaring van de office manager van mr. De Hoogd weinig bewijswaarde heeft, en dat de stelling van de geïntimeerden dat zij het merk eerder hebben gebruikt, is bewezen. Het Hof bevestigt de beschikking waarvan beroep en veroordeelt Arubags in de kosten van het geding in hoger beroep en na cassatie.