2.1.Het Hof gaat uit van het volgende:
(i) Partijen zijn op 16 maart 2009 een “Memorandum of Understanding” (kopie overgelegd ter zitting van 19 juni 2012) aangegaan ter zake van de koop door Melber van de aandelen van [geïntimeerde c.s.] in Geoffrey’s Gym N.V. (hierna: de vennootschap) voor een bedrag van NAf 799.800,--. Melber heeft toen een aanbetaling gedaan van NAf 35.000,--.
(ii) Op 2 april 2009 hebben [geïntimeerde c.s.] bij notarieel verleden akte (productie 1 bij inleidend verzoekschrift) hun aandelen in het kapitaal van de vennootschap verkocht en geleverd aan Melber voor een koopsom van NAf 825.000,--. In de akte wordt vermeld dat voor de koopsom kwijting wordt verleend.
(iii) [geïntimeerde c.s.] hebben aan Melber een geldlening verstrekt om de koop van de aandelen mogelijk te maken. Tot zekerheid voor de terugbetaling van deze lening heeft Melber op register goederen van de vennootschap een hypotheekrecht gevestigd ten behoeve van [geïntimeerde c.s.]
(iv) In de hypotheekakte van 2 april 2009 (productie 7 bij akte uitlating van Melber van 5 november 2012), waarin Melber “de schuldenaar” wordt genoemd, de vennootschap “de onderzetter” en [geïntimeerde c.s.] “de schuldeisers”, wordt, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
“De schuldenaar verklaarde wegens op heden ter leen ontvangen gelden wel en wettig schuldig te zijn aan de schuldeisers de som van
ZESHONDERD EN TACHTIGDUIZEND EENHONDERD EN ZEVENTIG GULDEN (f. 680.170,--)ten aanzien van welke schuld partijen zijn overeengekomen als volgt:
1. De schuldenaar is verplicht het verschuldigde bedrag terug te betalen in twee renteloze termijnen van
vijf en dertigduizend gulden (f. 35.000,--)elk, vervallende op een mei tweeduizend negen en een juni tweeduizend negen en vervolgens zes en dertig (36) achtereenvolgende maandelijkse termijnen van ieder
twintigduizend gulden (f. 20.000,--)voor het eerst op een juli tweeduizend negen, totaliserend zevenhonderd en twintigduizend gulden (f. 720.000,--). Vervroegde aflossing is niet mogelijk.
2. De schuldenaar is verplicht over het geleende bedrag ad ZESHONDERD EN TACHTIGDUIZEND EENHONDERD EN ZEVENTIG GULDEN (NAf. 680.170,-- [aanvankelijk stond er: Naf.610.170,--, maar dit is door de notaris doorgehaald en in de kantlijn veranderd;
Hof]) een rente te betalen naar reden van zes procent (6%) per jaar, ingaande een juni tweeduizend negen.
3. Het verschuldigde is daarentegen te allen tijde terstond opeisbaar, bij (…), alsmede indien het verbonden onderpand geheel of gedeeltelijk in openbare veiling wordt gebracht en eindelijk bij niet-nakoming door de schuldenaar van een of meer harer uit deze akte voortvloeiende verbintenissen”.
(v) Melber heeft ingevolge de hypotheekakte twee renteloze termijnen van elk NAf 35.000,-- betaald en daarna nog NAf 161.500,--.
(vi) Op 10 mei 2011 zijn de registergoederen die als onderpand hebben gediend voor de geldlening, executoriaal verkocht. De verkoop heeft NAf 622.793,-- opgeleverd.
(vii) [geïntimeerde c.s.] hebben een bedrag van afgerond NAf 10.318,-- betaald aan een notariskantoor voor verrichte werkzaamheden in verband met een aangehouden veiling.