ECLI:NL:OGHACMB:2017:163
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- J. de Boer
- D. Radder
- F.V.L.M. Wannyn
- Rechtspraak.nl
Vervroegd pensioen en beëindigingsvergoeding: uitleg en wijziging omstandigheden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschap WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA (W.E.B.) N.V. en een voormalige werknemer, hierna aangeduid als [geïntimeerde]. [geïntimeerde] is met vervroegd pensioen gegaan op 1 juli 2011, toen hij 55 jaar oud was, en had recht op een APFA-overheidspensioen. Bij de beëindiging van zijn dienstverband is een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin een beëindigingsvergoeding werd toegekend voor de periode tot de AOV-pensioneringsleeftijd van 60 jaar. Echter, door een wetswijziging werd de AOV-pensioneringsleeftijd verhoogd naar 61 jaar, waardoor [geïntimeerde] verzocht om wijziging van de vaststellingsovereenkomst om het 'pensioengat' te dichten. Het Gerecht in eerste aanleg (GEA) heeft dit verzoek gehonoreerd, wat leidde tot hoger beroep door W.E.B.
In het hoger beroep heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geoordeeld dat de uitleg van de vaststellingsovereenkomst niet zo moet worden geïnterpreteerd dat de leeftijd van 60 jaar gelijkstaat aan de AOV-pensioneringsleeftijd. De overeenkomst was bedoeld om de beëindiging van de dienstbetrekking te regelen en de partijen hadden bij het sluiten van de overeenkomst rekening moeten houden met mogelijke wetswijzigingen. Het Hof concludeert dat de bestreden beschikking van het GEA moet worden vernietigd en het verzoek van [geïntimeerde] moet worden afgewezen. [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.