ECLI:NL:OGHACMB:2017:148
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in kort geding met betrekking tot een vordering tot betaling
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep van de rechtspersoon CORPORACIÓN NATURGAS S.A. tegen OREN HYDROCARBONS MIDDLE EAST FZCO. Naturgas, de appellante, had in kort geding een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) ingediend. Het GEA had Naturgas veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag, met de voorwaarde dat Oren zekerheid stelde voor de betaling. Naturgas stelde dat de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst moest worden, maar het Hof oordeelde dat de vordering niet aan de eisen van een behoorlijke rechtspleging voldeed. Het Hof benadrukte dat de belangen van partijen zorgvuldig moesten worden afgewogen en dat Naturgas niet voldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die rechtvaardigden dat van de eerdere beslissing van het GEA werd afgeweken. Het Hof wees de vordering van Naturgas af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van Oren waren gemaakt. Deze uitspraak bevestigt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van vorderingen in kort geding procedures.