2.1.2Bij overeenkomst van 29 december 2004, getiteld "bruikleenovereenkomst", is overeengekomen dat de Koninklijke Marine MWRC Brakkeput in gebruik geeft aan Boathouse. In deze overeenkomst is onder meer bepaald:
"
Artikel 1 - Onderwerp en duur van de overeenkomst
1. Ingebruikgever geeft aan de Bruiklener in bruikleen de in de considerans omschreven
goederen voor de duur van 5 jaren. (...)
Deze periode kan met schriftelijke instemming van beide partijen worden verlengd,
waarbij zowel voor een eventuele verlenging als voor een eventuele beëindiging over
en weer een waarschuwingstermijn van 6 maanden in acht zal worden genomen.
2. (...)
Artikel 2 - Gebruik; Exploitatiecondities
1. Bruiklener zal het Object exploiteren volgens de daaraan gestelde condities en
voorwaarden welke zijn opgesomd in Bijlage 1 bij deze overeenkomst. (...)"
Bijlage 1 bij deze overeenkomst, getiteld "Exploitatiecondities
MWRC Brakkeput", vermeldt onder meer:
"1.
Uitstraling en sfeer.
(...)
2.
Imago.
MWRC Brakkeput dient een zuivere horeca- en recreatiebestemming te behouden.
Het dient van onberispelijk allooi te blijven, waardoor vanzelfsprekend een
bestemming van mindere zeden, doch ook bijvoorbeeld een bestemming als casino,
worden uitgesloten.
(...)
3.
Doelgroep.
De doelgroep bestaat primair uit Defensie- en Kustwacht-personeelsleden geplaatst
op de Nederlandse Antillen of Aruba, met inbegrip van gezinsleden en ouders.
Daarnaast staat MWRC Brakkeput open voor derden die zich gedragen conform de in
para 1 en 2 bedoelde wijze.
4.
Prijzen doelgroep.
Op de horeca-prijzen krijgt de doelgroep op vertoon van de Defensiepas 10% korting.
(...)
6.
Vrijheid restcapaciteit / buiten doelgroep.
Het is de bruiklener vrij om de restcapaciteit naar eigen inzicht te verhuren binnen de onder 1 t/m 3 gegeven kaders. Dit wil zeggen dat de bruiklener op basis van marktwerking voor gasten buiten de primaire doelgroep vrij is om zelf prijzen
te stellen."
2.1.3Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst van 29 december 2004 hield [naam 1] alle aandelen in het kapitaal van Boathouse. In 2006 heeft hij de aandelen verkocht aan [naam 2], [naam 3] en [naam 4].
2.1.4Een zijdens Boathouse in het geding gebracht geschrift (hierna:
de notulen) vermeldt dat er op 10 juli 2007 overleg is gevoerd tussen vertegenwoordigers van de Koninklijke Marine (onder wie [naam 5], in de notulen ook aangeduid als [naam 5], en [naam 6], in de notulen ook aangeduid als [naam 6]) en vertegenwoordigers van Boathouse. Over dat overleg vermelden de notulen onder meer het volgende:
"Vanuit het gesprek van 3 juli 2007 met de heer [naam 5] en alle voorgaande gesprekken volgt een principevoorstel van een 10 jarig contract (met automatische verlenging) tegen de aanbieding van 30% korting voor KM (Koninklijke Marine, opmerking Hof) i.o. te verdedigen naar PXCMCARIB (een functionaris bij de Koninklijke Marine, opmerking Hof). Het contract heeft de ingangsdatum 24 juli 2006.
[naam 5] merkt op dat het automatisch verlengen iets te vrijblijvend is. Het moet zo zijn dat partijen in principe verklaren met elkaar verder te willen voor eenzelfde periode echter er moet wel een overlegmoment zijn. Het niet verlengen door KM kan slechts op redelijke gronden gebeuren of wanneer KM het object weer voor dwingend eigen gebruik wenst aan te wenden. In het laatste geval zal EMB (Boathouse, opmerking Hof) een redelijke vergoeding dienen te ontvangen voor gepleegde investeringen. [naam 6] heeft duidelijke twijfels over de haalbaarheid van de exploitatie.
Besluit: contract voor 10 jaar, met optie tot verlenging onder gelijke omstandigheden. EMB biedt defensiemedewerkers daarentegen 30% korting op de bestedingen bij Boathouse."
2.1.5Bij overeenkomst van 14 december 2007, getiteld "Amendement", (hierna: het amendement) is tussen partijen het volgende nader bepaald:
"
Artikel 1 - Onderwerp en duur van de overeenkomst
1. Ingebruikgever geeft aan de Bruiklener in bruikleen het in de considerans omschreven
Object voor de duur van 10 jaren, ingaand 25 juli 2006, derhalve eindigend op
24 juli 2016. Op 1 juli 2015 zal Ingebruikgever aangeven of zij de intentie heeft de
uitbesteding van de exploitatie opnieuw onder de alsdan geldende condities te
verlengen met eenzelfde periode, of dat Ingebruikgever de uitbesteding gaat
beëindigen. Beëindiging kan slechts plaatsvinden op redelijke gronden of voor
dwingend eigen gebruik.
2. (...)"
Bijlage 1 bij het amendement vermeldt onder meer:
"4.
Prijzen doelgroep
Voor de doelgroep geldt op vertoon van de defensielegitimatie voor alle horecaprijzen op de menukaart een korting van 30%."
2.1.6Bij inleidend verzoekschrift van 27 maart 2013 heeft de Stichting zowel de Koninklijke Marine als Boathouse in rechte betrokken en gevorderd dat de rechter zowel de Koninklijke Marine als Boathouse beveelt om de exploitatie van het restaurant te staken en het restaurant te ontruimen. Daartoe stelde de Stichting dat de Koninklijke Marine verplichtingen overtrad die zij op zich had genomen bij de koop van de percelen grond waarop het restaurant is gelegen.
2.1.7Bij brief van 27 juni 2013 (hierna: de aanzegging) heeft de
Koninklijke Marine onder meer het volgende aan Boathouse bericht:
"Gelet op het feit dat de Stichting Johannes Bosco inmiddels een procedure is gestart bij het Gerecht in Eerste Aanleg te Willemstad, alsmede gelet op de bepalingen in zowel de relevante koopovereenkomsten en bijbehorende aktes als in de bruikleenovereenkomst tussen de Koninklijke Marine en de Boathouse, kom ik tot de volgende conclusie.
Met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 1 lid 1 van Amendement 1
van 17 december 2007, kan ik de overeenkomst op redelijke gronden beëindigen.
Zoals reeds eerder is aangegeven is de Koninklijke Marine van mening dat uw commerciële activiteiten dermate groot zijn geworden, dat zij de oorspronkelijke doelstelling overschrijden. Daarnaast ben ik van mening dat het ondersteunen van commerciële activiteiten van deze aard, te weten een voor het algemeen publiek toegankelijk restaurant, niet past bij de taakstelling van Defensie en de huidige financiële werkelijkheid van onze organisatie. De huidige exploitatie gaat voorbij aan de bruikleenovereenkomst en de insteek van de Koninklijke Marine om wat extra's te doen voor haar personeel op Curaçao in de vorm van een Marine watersportcentrum met een beperkte horeca ondersteuning van de vereniging.
(...)
Ik meen (...) dat, door aan te sluiten bij de einddatum van deze overeenkomst, met de einddatum van 24 juli 2016 u een alleszins redelijke termijn wordt geboden uw activiteiten te staken. De Koninklijke Marine zal de bruikleenovereenkomst van 29 december 2004, geamendeerd op 14 december 2007, bij ommekomst op 24 juli 2016 niet verlengen."
2.1.8Bij vonnis van 13 oktober 2014 heeft het GEA op vordering van de Stichting zowel de Koninklijke Marine als Boathouse bevolen de exploitatie van het restaurant uiterlijk op 24 juli 2016 te staken. Tegen dit vonnis heeft de Koninklijke Marine geen hoger beroep ingesteld. Boathouse heeft wel hoger beroep ingesteld. Bij vonnis van 28 juli 2015 heeft het Hof het vonnis van het GEA van 13 oktober 2014, voor zover gewezen tussen de Stichting en Boathouse, vernietigd en de vorderingen van de Stichting tegen Boathouse alsnog afgewezen.