Uitspraak
[geïntimeerde],
[geïntimeerde],
[geïntimeerde],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
allestrafvorderlijke dwangmiddelen.
effective remedyom tegen die schending op te komen."
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep van het Land Aruba tegen de vorderingen van vier geïntimeerden, allen wonende in Colombia. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding in het kader van een uitleveringsverzoek van de Verenigde Staten. De geïntimeerden vorderen schadevergoeding op basis van artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij zij stellen dat zij schade hebben geleden door de handelingen van de autoriteiten in Aruba. Het Hof heeft eerder op 17 november 2015 de zaak naar de rol verwezen, waarna beide partijen akten hebben ingediend.
De beoordeling van het Hof richt zich op de vraag of de geïntimeerden ontvankelijk zijn in hun vorderingen. Het Hof overweegt dat de mogelijkheid tot schadevergoeding niet beperkt is tot voorlopige hechtenis, maar ook betrekking heeft op andere strafvorderlijke dwangmiddelen. De rechtsgang van artikel 178 van het Wetboek van Strafvordering is in dit geval van toepassing, ondanks dat de uitleveringsprocedure niet expliciet in het Wetboek is geregeld. Het Hof concludeert dat de geïntimeerden niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vorderingen, omdat de civiele rechtsgang niet openstaat voor hen.
Het Hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt de geïntimeerden in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 19 april 2016, waarbij de rechters de beslissing ter openbare terechtzitting in Aruba hebben uitgesproken.