ECLI:NL:OGHACMB:2015:93

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 oktober 2015
Publicatiedatum
1 maart 2017
Zaaknummer
AR 14/2013 - ghis 72290 - H 73/2015
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van hoger beroep wegens niet-tijdige betaling griffierecht

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een rechtspersoon naar vreemd recht, gevestigd op Anguilla, hierna aangeduid als [appellante]. De oorspronkelijke gedaagde, thans appellante, heeft het hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van 5 juni 2015, waarin het Hof de zaak naar de rol verwees voor akte uitlating griffierecht. De appellante diende een akte in, maar het Hof constateerde dat er een bedrag van NAf 4.440,00 aan griffierecht was nageheven, met een betalingstermijn van zes weken die op 17 juli 2015 verstreek.

De appellante heeft het griffierecht te laat betaald, namelijk op 27 juli 2015, wat tien dagen na de deadline was. De door appellante aangevoerde omstandigheden, waaronder het feit dat de eigenaar in het buitenland woont en het enige tijd heeft gekost om het geld op Sint Maarten te krijgen, werden door het Hof als onvoldoende beschouwd om een uitzondering te maken op het beginsel dat niet-tijdige betaling leidt tot vervallenverklaring van het hoger beroep. Het Hof heeft daarom besloten het hoger beroep te verklaren als vervallen en de appellante te veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 249,50 aan verschotten en NAf 15.000,00 aan salaris voor de gemachtigde.

De uitspraak is gedaan op 9 oktober 2015 en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier. Het Hof heeft hiermee een duidelijke lijn getrokken over de gevolgen van het niet tijdig betalen van griffierecht in hoger beroep, wat van belang is voor toekomstige zaken.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2015 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 14/2013 - ghis 72290 - H 73/2015
Uitspraak: 9 oktober 2015
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
[APPELLANTE],
gevestigd op Anguilla,
oorspronkelijk gedaagde,
thans appellante,
gemachtigde: mr. B. Brooks,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonende in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseres,
thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. J. Veen en A.J. Engelsma.
De partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

Bij vonnis van 5 juni 2015 heeft het Hof de zaak naar de rol verwezen voor akte uitlating griffierecht aan de zijde van [appellante]. [appellante] heeft een akte uitlating griffierecht ingediend. Vonnis is gevraagd en bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1
Blijkens het vonnis van 5 juni 2015 is er een bedrag van NAf 4.440,00 aan griffierecht nageheven. Daarbij is [appellante] een betalingstermijn gegund van zes weken, die verstreek op 17 juli 2015. In het vonnis van 5 juni 2015 is overwogen dat indien het nageheven bedrag niet tijdig zou worden betaald, dat in beginsel zou leiden tot vervallenverklaring van het hoger beroep.
2.2
Het nageheven bedrag is op 27 juli 2015 betaald. Dat is tien dagen te laat.
De (gestelde) omstandigheden dat de "eigenaar" van [appellante] in het buitenland woont en het enige tijd heeft gekost om het geld op Sint Maarten te krijgen, zijn onvoldoende om een uitzondering te rechtvaardigen op het beginsel dat niet-tijdige betaling leidt tot vervallenverklaring van het beroep. Gelet op die uitkomst zal [appellante] worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verklaart het hoger beroep vervallen;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen en tot op heden begroot op NAf 249,50 aan verschotten en NAf 15.000,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin en S. Verheijen, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao,
Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 9 oktober 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.