Uitspraak
[appellante],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Prestige Enterprises N.V. tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. Prestige, de appellante, was oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, terwijl Standard Enterprises Limited, gevestigd in de Bahama's, de oorspronkelijke eiseres in conventie was en nu geïntimeerde. De procedure betreft een huurachterstand van Prestige aan Standard, die een bedrijfsruimte aan Prestige verhuurde. De huurprijs bedroeg US$ 10.000 per maand, en er was een huurachterstand van US$ 44.078,13 vastgesteld. Het GEA had in eerste aanleg geoordeeld dat de overdracht van goederen van Prestige aan [appellante] op grond van de actio Pauliana nietig was en had Prestige veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, rente en buitengerechtelijke kosten. Prestige heeft in hoger beroep meerdere grieven ingediend, waaronder de betwisting van de huurachterstand en de vordering tot huurverlaging. Het Hof heeft de grieven van Prestige en [appellante] behandeld, waarbij het Hof oordeelde dat de huurachterstand terecht was vastgesteld en dat de vorderingen van Standard op basis van de actio Pauliana niet konden worden toegewezen. Het Hof heeft het vonnis van het GEA vernietigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij Standard in de kosten van het geding in eerste aanleg en hoger beroep werd veroordeeld.