Uitspraak
Procesverloop
bevestigt de aangevallen uitspraak.
de griffier,
voor deze,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Sociale Verzekeringsbank Curaçao (SVB) tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De SVB had op 19 november 2012 een naheffingsaanslag opgelegd aan Klein St. Michiel Advocatuur B.V. (KSMA) voor het jaar 2011. KSMA maakte bezwaar tegen deze aanslag, maar de SVB verklaarde dit bezwaar ongegrond. Het Gerecht in eerste aanleg oordeelde echter op 11 november 2014 dat de naheffingsaanslag niet terecht was opgelegd, omdat de medewerkster van KSMA in 2011 niet als werknemer in de zin van de Landverordening Ziekteverzekering (LvZv) kon worden aangemerkt. De SVB ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2015 werd het standpunt van KSMA dat het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de SVB de naheffingsaanslag had vernietigd, besproken. Het Hof oordeelde dat de SVB wel degelijk belang had bij het hoger beroep, omdat zij haar standpunt niet had prijsgegeven. Het Hof overwoog verder dat de SVB bij het opleggen van de naheffingsaanslag had mogen uitgaan van de gegevens die zij op dat moment had, en dat KSMA verplicht was om informatie over de loonwijzigingen van de medewerkster te verstrekken.
Het Hof concludeerde dat de SVB ten onrechte het bezwaar van KSMA ongegrond had verklaard, omdat de SVB niet had gereageerd op de mutaties in het loon van de medewerkster die door KSMA waren ingediend. De SVB had de mutaties in aanmerking moeten nemen, waardoor het loon boven de loongrens voor 2011 kwam te liggen. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, maar met verbetering van de gronden.