Uitspraak
FUNDASHON SER’I PLASA,
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
handtekening echtgeno(o)t(e)”. Nadat Girobank een procedure (de hoofdzaak) had aangespannen tegen Fundashon c.s., hebben Fundashon c.s. [appellant] (en de twee medegedaagden in eerste aanleg) in vrijwaring opgeroepen en het GEA verzocht om [appellant] (en de twee medegedaagden in vrijwaring) te veroordelen tot voldoening aan [x] van hun aandeel in de schuld, zijnde 20% per persoon, in het geval [x] zou worden veroordeeld om enig bedrag aan Girobank te betalen. Op 1 oktober 2012 zijn Fundashon c.s. in de hoofdzaak hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan Girobank van NAf 115.438,49 vermeerderd met rente en kosten, zulks uit hoofde van de lening. Het GEA heeft kort gezegd [appellant] (en de twee medegedaagden in eerste aanleg) in vrijwaring veroordeeld om aan [x] te betalen, al datgene, althans ieder 20% daarvan, waartoe Fundashon c.s. in de hoofdzaak zijn veroordeeld. [appellant] was in eerste aanleg niet verschenen.
4.1.1 Onderdeel 2 van het middel in het principale beroep richt zich met rechts- en motiveringsklachten tegen het oordeel van het hof in rov. 4.8. Het stelt de vraag aan de orde of [eiser 1] zich op grond van art. 3:51 lid 3 BW tegen de vordering van Dexia uit hoofde van de met hem aangegane leaseovereenkomsten in rechte kan verweren met een beroep op de vernietigingsgrond van art. 1:89 lid 1 BW ook ingeval die aan [eiseres 2] toekomende vordering tot vernietiging is verjaard, althans ingeval [eiseres 2] zich op deze vernietigingsgrond beroept als gevoegde partij.