ECLI:NL:OGHACMB:2014:23
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- A.N.G.N.E. Mijnssen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens overschrijding beroepstermijn en gevolgen van DNA-onderzoek voor alimentatieplicht
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 7 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een man, oorspronkelijk verweerder en thans appellant, die hoger beroep heeft ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) van 18 juli 2013. De man heeft in zijn beroepschrift verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en heeft aangegeven dat hij, totdat via een DNA-test is vastgesteld dat hij de biologische vader is van het kind, een bijdrage van NAF. 150,= zal leveren.
De vrouw, oorspronkelijk verzoekster en thans geïntimeerde, heeft in haar verweerschrift het hoger beroep bestreden en verzocht om niet-ontvankelijkheid van de man in zijn hoger beroep, dan wel om bevestiging van de eerdere beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 november 2013 zijn beide partijen in persoon verschenen.
Het Hof heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van zes weken, die begint te lopen vanaf de uitspraak van de eerdere beschikking, op 29 augustus 2013 is verstreken. Het hoger beroep is op 30 augustus 2013 ingesteld, wat betekent dat de man niet-ontvankelijk is in zijn beroep. Het Hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de strikte termijnregeling, ondanks de verklaring van de man dat hij de beschikking pas op 21 augustus 2013 heeft ontvangen. Het Hof heeft ook opgemerkt dat, mocht later blijken dat de man niet de biologische vader is, de rechterlijke beslissing over het levensonderhoud kan worden ingetrokken op basis van artikel 1:401 lid 4 BW.
De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de rechters J. de Boer, G.C.C. Lewin en A.N.G.N.E. Mijnssen en is openbaar uitgesproken in Curaçao.