Uitspraak
HET LAND ARUBA en/of DE MINISTER VAN JUSTITIE,
1.De procedure
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.Standpunten partijen
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
van opsporing tot en met executie” tot de “
strafrechtsbedeling” worden gerekend.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 17 april 2014 uitspraak gedaan in een verzoek van een gedetineerde, hierna te noemen [verzoeker], die zich in een strafcel bevond. [Verzoeker] had op 7 april 2014 een verzoek ingediend op grond van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering, waarin hij stelde dat zijn opsluiting in de strafcel onder onmenselijke en inhumane omstandigheden plaatsvond. Hij verzocht het Hof om hem onmiddellijk uit de strafcel te plaatsen en eiste een schadevergoeding van Afl. 10.000,- per dag voor elke dag dat hij in de strafcel had doorgebracht.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 16 april 2014 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij de omstandigheden in de strafcel beschreef als onacceptabel. Hij noemde het gebrek aan basisvoorzieningen zoals een stoel, tafel en intercom, en beschreef de hoge temperaturen en de slechte hygiëne. Hij voegde eraan toe dat hij mishandeld was en dat hij dagenlang geen eten of drinken had gekregen. De gemachtigde van de minister van Justitie en de procureur-generaal hebben het verzoek van [verzoeker] betwist en aangevoerd dat de disciplinaire maatregelen die hem waren opgelegd gerechtvaardigd waren op basis van zijn gedragingen.
Het Hof heeft vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker] ontvankelijk was, maar heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was voor de stelling dat de detentieomstandigheden onmenselijk of inhumaan waren. De omstandigheden in de strafcel zijn onderzocht tijdens een schouw, en het Hof oordeelde dat de basisomstandigheden in het Korrektie Instituut Aruba goed waren. Het verzoek om schadevergoeding en om de strafcel te sluiten werd afgewezen, en het Hof verklaarde [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot schadevergoeding. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier.