ECLI:NL:OGHACMB:2013:74

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 november 2013
Publicatiedatum
16 december 2014
Zaaknummer
HLAR 52287/13
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake hoger beroep tegen beslissing Sociale Verzekeringsbank

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen een uitspraak van het College van Beroep inzake de Landsverordening ziekteverzekering. De mondelinge uitspraak vond plaats op 20 november 2013, waarbij het Hof zich onbevoegd verklaarde om het hoger beroep te behandelen. De appellant had beroep ingesteld tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank, die op 18 augustus 2010 was genomen. Het Hof overwoog dat, volgens artikel 10, eerste lid, van de Landsverordening ziekteverzekering, een beroep tegen een beslissing van de bank binnen drie weken na de dagtekening schriftelijk bij het College van Beroep moest worden ingesteld. Het Hof stelde vast dat het bij het College ingestelde beroep een beroep in de zin van de genoemde wet was en dat het College op 18 augustus 2010 op dat beroep had beslist. Verder werd opgemerkt dat artikel 53a van de Landsverordening administratieve rechtspraak geen hoger beroep bij het Hof toestond tegen de uitspraak van het College. Het Hof concludeerde dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J.Th. Drop als voorzitter, bijgestaan door mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos als leden, en mr. N.A. Martines als griffier.

Uitspraak

HLAR 52287/13
Datum uitspraak: 20 november 2013
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep van:
[Appellant], wonend in Aruba,
appellant,
tegen de uitspraak van het College van Beroep inzake de Landsverordening ziekteverzekering van 18 augustus 2010 in zaak nr. ARAR 412 van 2010 in het geding tussen:
appellant
en
de Sociale Verzekeringsbank.

Openbare zitting op 20 november 2013 om 08.30 uur.

Tegenwoordig:

mr. J.Th. Drop, voorzitter
mr. R.W.L. Loeb, lid
mr. A.W.M. Bijloos, lid
mr. N.A. Martines, griffier

Verschenen:

De Sociale Verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. M.D. Tromp en mr. B. Henriquez, beiden werkzaam in haar dienst.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

verklaart zich onbevoegd van het hoger beroep kennis te nemen.

Daartoe overweegt het als volgt:
Ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Landsverordening ziekteverzekering, voor zover thans van belang, is tegen een beslissing van de bank, binnen drie weken na haar dagtekening, schriftelijk beroep mogelijk op het college van beroep, hetwelk in enige en hoogste instantie beslist.
Ingevolge artikel 53a van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) staat tegen een uitspraak van het Gerecht inzake beroep tegen een bezwaarschrift hoger beroep open bij het Hof.
Het bij het College ingestelde beroep is een beroep in de zin van artikel 10, eerste lid, van de Landsverordening ziekteverzekering. Het College heeft bij uitspraak van 18 augustus 2010 op dat beroep beslist.
Artikel 53a van de Lar stelt tegen zodanige uitspraak geen hoger beroep op het Hof open. Elders is daarin evenmin voorzien.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Martines
griffier
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,