ECLI:NL:OGHACMB:2013:73

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 november 2013
Publicatiedatum
16 december 2014
Zaaknummer
HLAR 57395/13
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake hoger beroep tegen de uitspraak van het College van Beroep over de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, wonend in Aruba, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het College van Beroep inzake de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering, die op 7 september 2011 was gedaan in zaak nr. ARAR 911/2010. Tijdens de openbare zitting, die om 08.30 uur begon, waren de rechters J.Th. Drop (voorzitter), R.W.L. Loeb en A.W.M. Bijloos aanwezig, evenals griffier N.A. Martines. De Sociale Verzekeringsbank was vertegenwoordigd door mr. M.D. Tromp en mr. B. Henriquez.

Het Hof heeft zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. Dit besluit is genomen op basis van de relevante artikelen van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Hof overwoog dat het bij het College ingestelde beroep een beroep in de zin van artikel 38, eerste lid, van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering betreft. De uitspraak van het College op dat beroep, gedaan op 7 september 2011, valt niet onder de gevallen waarvoor hoger beroep bij het Hof openstaat, zoals bepaald in artikel 53a van de Lar. Het Hof concludeerde dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak van het Hof is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de beroepsmogelijkheden tegen beslissingen van het College van Beroep verduidelijkt. Het benadrukt dat niet alle uitspraken van het College vatbaar zijn voor hoger beroep bij het Hof, wat van belang is voor toekomstige zaken die onder de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering vallen.

Uitspraak

HLAR 57395/13
Datum uitspraak: 20 november 2013
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep van:
[Appellant], wonend in Aruba,
appellant,
tegen de uitspraak van het College van Beroep inzake de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering van 7 september 2011 in zaak nr. ARAR 911/2010 in het geding tussen:
appellant
en
de Sociale Verzekeringsbank.

Openbare zitting op 20 november 2013 om 08.30 uur.

Tegenwoordig:

mr. J.Th. Drop, voorzitter
mr. R.W.L. Loeb, lid
mr. A.W.M. Bijloos, lid
mr. N.A. Martines, griffier

Verschenen:

De Sociale Verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. M.D. Tromp en mr. B. Henriquez, beiden werkzaam in haar dienst.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

verklaart zich onbevoegd van het hoger beroep kennis te nemen.

Daartoe overweegt het als volgt:
Ingevolge artikel 38, eerste lid, van de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering, voor zover thans van belang, staat tegen een beslissing beroep open.
Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, wordt over het in het eerste lid bedoelde beroep geoordeeld door een College van Beroep.
Ingevolge artikel 53a van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) staat tegen een uitspraak van het Gerecht inzake beroep tegen een bezwaarschrift hoger beroep open bij het Hof.
Het bij het College ingestelde beroep is een beroep in de zin van artikel 38, eerste lid, van de Landsverordening algemene ouderdomsverzekering. Het College heeft bij uitspraak van 7 september 2011 op dat beroep beslist.
Artikel 53a van de Lar stelt tegen zodanige uitspraak geen hoger beroep op het Hof open. Elders is daarin evenmin voorzien.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Taal
griffier
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,