Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De gronden van het hoger beroep
3.Waarvan in hoger beroep moet worden uitgegaan
4.Beoordeling
Cessantia-landsverordening. Dit artikel luidt:
Hof] te vormen in de in artikel 1615k, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gevallen.
Hof] in het eerste lid vindt geen toepassing indien een werknemer bij het einde van zijn dienstbetrekking in het genot van een pensioen of uitkering bij wijze van pensioen of ouderdomsverzorging wordt gesteld.
Cessantia-landsverordeningis vastgesteld op 19 juli 1983, PB 1983, 85 (Staten van de Nederlandse Antillen 1982/1983, 52 en 1983/1984, 9). Daaraan ging vooraf een cessantia-regeling, toegevoegd aan artikel 1615j
Burgerlijk Wetboek(oud), vastgesteld bij landsverordening van 8 januari 1973, PB 1973, 9 (Staten van de Nederlandse Antillen 1971/1972, 35 en 1972/1973, 2), welke is vervallen bij de
Cessantia-landsverordening. Deze oude cessantia-regeling bepaalde dat een eventuele uitkering ineens, anders dan krachtens de bepalingen van deze regeling, in mindering op de cessantia-uitkering werd gebracht. Zij verklaarde de regeling niet van toepassing ‘indien een arbeider bij beëindiging van zijn dienstbetrekking in het genot van een pensioen wordt gesteld’. De invulling dat dit pensioen tenminste gelijk moest zijn aan het AOV-pensioen en bij inbouw aan tweemaal het AOV-pensioen is aangebracht in de huidige regeling (zonder adequate toelichting in de Memorie van Toelichting, Staten van de Nederlandse Antillen 1982/1983, 52, no. 3, p. 7 ad artikel 15).
Arbeidsvoorwaarden ten behoeve van het personeel werkzaam bij de stichting “Bon Futuro” of stichting “Rose Pelletier”van toepassing. Aan [verzoekster] is uit hoofde van artikel 25 van deze arbeidsvoorwaarden (productie bij het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 21 augustus 2012; productie 3 bij het beroepschrift) NAF. 172.000,= uitgekeerd uit het ‘Voorzieningsfonds/Pensioenfonds’ (bijdrage van de werknemer: 5% van het ‘basis/loon’; en bijdrage van de werkgever: 15 %). Bij storting bij een verzekeraar zou dit bedrag voldoende zijn ter verkrijging van een maandelijkse levenslange uitkering van NAF. 940,81 (pleitnotities van de stichting van 22 mei 2012 in eerste aanleg, onder 4-5). [verzoekster] heeft ervoor gekozen het bedrag op te nemen (proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 22 mei 2012, tweede blad).
Cessantia-landsverordeningdaarmee niet van toepassing is.
Arbeidsvoorwaarden ten behoeve van het personeel werkzaam bij de stichting “Bon Futuro” of stichting “Rose Pelletier”, in het bijzonder artikel 25, aldus dat bedoeld is ten gunste van de werknemer af te wijken van artikel 3, eerste lid,
Cessantia-landsverordening. Deze afwijking, die ‘ten gunste van de werknemer’ is aangezien de uitkering hoger is dan de cessantia-uitkering, ook indien slechts met de bijdragen van de werkgever wordt rekening gehouden, en bovendien niet verloren kan gaan bij beëindiging van de dienstbetrekking door schuld e.a. van de werknemer, wordt in artikel 3, derde lid,
Cessantia-landsverordeningtoegestaan.
Cessantia-landsverordeninghoeft niet expliciet in de arbeidsvoorwaarden zijn genoemd.
Cessantia-landsverordeningis in dit geval niet van toepassing, zoals door het Hof is overwogen in zijn beschikking van 6 december 2011, LJN: BV2044, in de zaak
Wimco v. Aalse, gepubliceerd in het
Caribisch Juristenblad2012, afl. 1, p. 54 e.v., welke uitspraak in eerste aanleg door het GEA aan de orde is gesteld (tussenbeschikking van 19 juni 2012, rov. 3.3).