ECLI:NL:OGHACMB:2013:10

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
25 juni 2013
Publicatiedatum
12 augustus 2013
Zaaknummer
54589 – H 223/12
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een werknemer bij de Universiteit van de Nederlandse Antillen en de ontvankelijkheid bij de burgerlijke rechter

In deze zaak gaat het om een ontslagen werknemer die zijn ontslag aanvecht bij de burgerlijke rechter. De werknemer stelt dat er sinds de verzelfstandiging van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) geen sprake meer is van een ambtelijke aanstelling, en dat zijn ontslag dus niet onder de administratieve rechtspraak valt. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba oordeelt echter dat de aanstelling en het ontslag van de werknemer beschikkingen zijn in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Hierdoor is de werknemer niet-ontvankelijk bij de burgerlijke rechter, omdat tegen deze beschikkingen beroep openstond bij de administratieve rechter.

De procedure begon met een tussenbeschikking van het Hof op 11 december 2012, waarna beide partijen op 5 februari 2013 een akte hebben genomen. De werknemer betoogt dat de besluiten tot zijn ontslag geen beschikkingen zijn, maar beëindigingen van een arbeidsovereenkomst, waartegen bij de civiele rechter kan worden opgekomen. Het Hof weerlegt dit betoog en stelt vast dat de besluiten van de rector magnificus en de Raad van Toezicht van de UNA publiekrechtelijke handelingen zijn, die onder de Lar vallen.

Uiteindelijk besluit het Hof de bestreden beschikking te vernietigen en de werknemer niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. De werknemer wordt veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van de UNA, die zijn begroot op NAF. 5.000,= aan gemachtigdensalaris voor de eerste aanleg en NAF. 5.100,= voor het hoger beroep, plus NAF. 900,= aan griffierecht.

Uitspraak

Registratienrs. 54589 – H 223/12
Uitspraak: 25 juni 2013
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Beschikking in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon UNIVERSITEIT VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN, te vernoemen tot UNIVERSITY OF CURAÇAO MR.DR. MOISES FRUMENCIO DA COSTA GOMEZ,
zetelend te Curaçao,
hierna: de UNA,
oorspronkelijk verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen
[werknemer]
,
wonende te Curaçao,
hierna: [werknemer],
oorspronkelijk verzoeker, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. A. Bach Kolling en M. Hofhuis.

1.Verder verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst voor het verloop van de procedure tot dan toe naar zijn tussenbeschikking van 11 december 2012.
1.2.
Op 5 februari 2013 hebben beide partijen een akte genomen.
1.3.
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.Ontvankelijkheid

2.1.
De inhoud van de door [werknemer] op 5 februari 2013 genomen ‘Akte houdende uitlating bevoegdheid burgerlijke rechter’ vermag het Hof niet te doen terugkomen van zijn in de tussenbeschikking gegeven oordelen.
2.2.
Voor de [werknemer] orde volgt hier (deels nogmaals) het toepasselijke wettelijke kader:
  • Ingevolge artikel 7, vierde lid, van de Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen (hierna: Luna) benoemt, schorst en ontslaat de raad van toezicht de rector magnificus. Hij kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen.
  • Ingevolge artikel 15, eerste lid, benoemt, schorst en ontslaat de rector magnificus, na overleg met de desbetreffende decaan, de gewone en buitengewone hoogleraren, lectoren, de wetenschappelijk hoofdmedewerkers, de wetenschappelijk medewerkers eerste klasse en de wetenschappelijke medewerkers.
  • Ingevolge artikel 18 wordt de rechtspositie van de gewone en buitengewone hoogleraren en lectoren, alsmede van de wetenschappelijk hoofdmedewerkers, de wetenschappelijke medewerkers eerste klasse en de wetenschappelijke medewerkers, bij hun benoemingsbesluit geregeld. Daarbij kunnen regelingen, vastgesteld voor landsdienaren, geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard.
  • Ingevolge artikel 20, eerste lid, benoemt, schorst en ontslaat de rector magnificus het overige personeel.
  • Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht is ambtenaar in de zin van deze landsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften, hij die door het bevoegde gezag is benoemd of aangesteld in openbare dienst om in Curaçao werkzaam te zijn.
  • Ingevolge het tweede lid van laatstgenoemde bepaling behoren tot de openbare dienst alle diensten en bedrijven door Curaçao en de openbare lichamen beheerd, met inbegrip van het van overheidswege gegeven onderwijs.
  • Ingevolge artikel 4 wordt voor de toepassing van deze landsverordening en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften onder het bevoegde gezag verstaan:
  • Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 oordeelt over de beschikkingen, handelingen en weigeringen (om te beschikken of te handelen) ten aanzien van ambtenaren als zodanig, hun nagelaten betrekkingen en rechtverkrijgenden door een administratief orgaan genomen, verricht of uitgesproken, bij uitsluiting in eerste aanleg het gerecht in ambtenarenzaken en in hoger beroep de raad van beroep in ambtenarenzaken.
2.3. [
werknemer] betoogt in zijn akte uitlating dat – samengevat weergegeven – de besluiten om hem te ontslaan uit de functies van onderscheidenlijk rector magnificus en wetenschappelijk hoofdmedewerker geen beschikkingen in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar) zijn, waartegen beroep bij de administratieve rechter openstaat, maar beëindiging van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, waartegen bij de civiele rechter kan worden opgekomen. Daartoe betoogt hij dat de UNA met hem een arbeidsovereenkomst heeft gesloten in de functie van wetenschappelijk hoofdmedewerker. Voorts is door de UNA met hem ter zake van zijn benoeming als rector magnificus een overeenkomst van opdracht gesloten. Voorts is de UNA een verzelfstandigde organisatie die weliswaar ooit deel uitmaakte van de overheid, maar nadien op afstand van haar is geplaatst. Volgens [werknemer] is sinds de verzelfstandiging van de UNA geen sprake meer van een ambtelijke aanstelling van haar personeel. In dit verband wijst hij erop dat sinds november 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst voor het personeel van de UNA geldt. Ten slotte betoogt [werknemer] dat, voor zover besluiten om hem uit de functies van rector magnificus en wetenschappelijk hoofdmedewerker te ontslaan wel beschikkingen zijn, deze zijn gegeven ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, zodat daartegen geen beroep openstaat.
2.4.
Dit betoog faalt. Bij schriftelijk besluit van 3 februari 2003 heeft de rector magnificus [werknemer] krachtens artikel 15, eerste lid, van de Luna in vaste dienst benoemd in de functie van wetenschappelijk hoofdmedewerker. Bij ongedateerd schriftelijk besluit heeft de Raad van Toezicht [werknemer] krachtens artikel 7, vierde lid van de Luna per 21 juni 2010 in de functie van rector magnificus benoemd. Bij schriftelijk besluit van 25 augustus 2011 heeft de Raad van Toezicht van de Universiteit van Curaçao [werknemer] krachtens artikel 7, vierde lid, van de Luna wegens gewichtige redenen uit de functie van rector magnificus ontslagen. Bij schriftelijk besluit van dezelfde dag heeft de waarnemend rector magnificus [werknemer] krachtens artikel 15 van de Luna uit de functie van wetenschappelijk hoofdmedewerker ontslagen. Voormelde besluiten betreffen de op rechtsgevolg gerichte uitoefening door bestuursorganen van hun in het publiekrecht geregelde bevoegdheid, niet de uitoefening van enige privaatrechtelijke bevoegdheid. Het zijn derhalve beschikkingen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar. Het betoog van [werknemer] dat het beschikkingen betreft ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling faalt, nu benoeming en ontslag uit die beschikkingen rechtstreeks voortvloeien en geen privaatrechtelijke rechtshandeling nodig is om die rechtsgevolgen te doen intreden.
2.5.
Tegen de beschikkingen, waarbij [werknemer] is ontslagen als rector magnificus en wetenschappelijk hoofdmedewerker, kan, nu daartegen – zoals is uiteengezet in rov. 3.9-3.10 van de tussenbeschikking van het Hof – geen beroep bij een andere administratieve rechter kan of kon worden ingesteld, krachtens artikel 7, eerste lid, van de Lar beroep worden ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg.
2.6.
Uit het voorgaande volgt dat het Hof zijn in het tussenvonnis gegeven voorlopige oordelen maakt tot eindbeslissingen. Nu een andere met voldoende processuele waarborgen omgeven rechtsgang openstaat of heeft opengestaan, is [werknemer] niet-ontvankelijk bij de burgerlijke rechter.
2.7.
De bestreden beschikking zal worden vernietigd en [werknemer] zal niet-ontvankelijk worden verklaard. [werknemer] dient de kosten van deze procedure aan de zijde van de UNA te dragen.

3.Beslissing

Het Hof:
- vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
- verklaart [werknemer] niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
- veroordeelt [werknemer] in de kosten van deze procedure aan de zijde van de UNA gevallen en tot op heden begroot voor de eerste aanleg op NAF. 5.000,= aan gemachtigdensalaris en voor het hoger beroep op NAF. 5.100,= aan gemachtigdensalaris en NAF. 900,= aan betaald griffierecht.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, H.J. van Kooten en F.J. Lourens, leden van het Hof, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2013 in Curaçao, in tegenwoordigheid van de griffier.