ECLI:NL:OGHACMB:2011:BT8835

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 30/09 - H 54/10
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van Megabouw in hoger beroep wegens gebrek aan belang

In deze zaak, die betrekking heeft op een hoger beroep van Megabouw N.V. tegen Moria Vastgoed Bonaire N.V., heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 22 februari 2011 uitspraak gedaan. Het geschil draait om de gelegde beslagen door Megabouw en de vraag of er nog belang is bij het hoger beroep. Megabouw had eerder beslag gelegd op goederen, maar deze waren opgeheven door een eerder vonnis. Megabouw stelde dat er mogelijk nieuwe hypotheekrechten of conservatoire beslagen waren gevestigd, maar het Hof oordeelde dat Megabouw niet voldoende belang had gesteld om in het hoger beroep ontvankelijk te zijn. Het Hof verwees naar eerdere jurisprudentie en concludeerde dat de wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed gerespecteerd moesten worden. Aangezien Megabouw geen belang had gesteld, werd zij niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Daarnaast werd Megabouw veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Moria, die tot dat moment waren begroot op NAF 269,50 aan verschotten en USD 2.847,00 aan gemachtigdensalaris. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar in Curaçao, waarbij de leden van het Hof en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

Registratienummer: KG 30/09 - H 54/10
Uitspraak: 22 februari 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in kort geding
in de zaak van:
de naamloze vennootschap MEGABOUW N.V.,
gevestigd op Bonaire,
oorspronkelijk gedaagde, thans appellante,
gemachtigde: mr. A.C.A. Gonzales,
- tegen -
de naamloze vennootschap MORIA VASTGOED BONAIRE N.V.,
gevestigd op Bonaire,
oorspronkelijk eiseres, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.G. van Dijk.
Partijen worden hierna Megabouw en Moria genoemd.
1. Het verdere verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure tot dan toe verwijst het Hof naar het tussenvonnis van 16 november 2010 in deze zaak.
1.2 Megabouw heeft een akte genomen.
1.3 Vonnis is bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Megabouw heeft erkend dat zij op 21 mei 2010 opnieuw beslag heeft gelegd. Zij heeft gesteld desalniettemin belang te hebben bij de op 17 november 2009 gelegde, maar krachtens het bestreden vonnis opgeheven, beslagen wegens mogelijk in de tussentijd gevestigde hypotheekrechten of gelegde conservatoire beslagen. Dat inderdaad hypotheekrechten zijn gevestigd of beslagen zijn gelegd, nog daargelaten dat zij door eventueel gelegde beslagen niet zonder meer nadeel lijdt, is evenwel niet gesteld. Ook overigens kan Megabouw, gelet op o.a. HR 26 mei 2000, NJ 2001, 388 (wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed in de periode tussen de opheffing en de eventuele vernietiging moeten worden geëerbiedigd), niet in haar stelling worden gevolgd.
2.2 Nu Megabouw overigens geen belang heeft gesteld, en het Hof een eventuele veroordeling in de kosten onvoldoende belang acht (art. 281b Rv), zal Megabouw niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep. Megabouw zal, als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
BESLISSING
Het Hof:
verklaart Megabouw niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt Megabouw in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Moria gevallen en tot op heden begroot op NAF. 269,50 (of het equivalent daarvan in USD) aan verschotten en USD 2.847,00 aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, J.R. Sijmonsma en F.J.P. Lock, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 22 februari 2011.