ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0642
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- F.J.P. Lock
- L.C. Hoefdraad
- P.E. de Kort
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een arbeidsovereenkomst en ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen [appellant] en ITT CORPORATION. [Appellant], wonend in de Verenigde Staten, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen (GEA) van 21 juli 2010, waarin het voorwaardelijk verzoek van ITT om de arbeidsovereenkomst te ontbinden werd afgewezen. Het Hof herhaalt de regel dat degene die bij de bestreden rechterlijke beslissing heeft verkregen waarom hij verzocht, geen te respecteren processueel belang heeft om in hogere instantie die beslissing aan te tasten. Dit betekent dat [appellant] niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep.
De procedure begon op 19 augustus 2010 met de indiening van het beroepschrift bij het GEA. ITT diende op 3 januari 2011 een verweerschrift in. De behandeling van het hoger beroep vond plaats op 11 januari 2011, waar de gemachtigden de zaak bepleitten. Het Hof oordeelt dat [appellant] geen belang heeft bij het aanvechten van de beslissing van het GEA, aangezien hij in het gelijk is gesteld en de afwijzing van het verzoek tot ontbinding niet door hem kan worden aangevochten.
Het Hof concludeert dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn beroep en veroordeelt hem in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAF. 5.100,- voor gemachtigdensalaris. Deze beschikking is gegeven door de leden van het Hof en uitgesproken op 22 februari 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.