ECLI:NL:HR:2006:AU8327
Hoge Raad
- Cassatie
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident in cassatie betreffende arbitrale bedingen in algemene voorwaarden
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van Kintetsu World Express (Benelux) B.V. tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had Kintetsu ontvankelijk geoordeeld in haar hoger beroep tegen een tussenvonnis van de rechtbank, waarin de exceptie van onbevoegdheid van Kintetsu werd verworpen. Kintetsu had betoogd dat de rechtbank onbevoegd was vanwege arbitrale bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. De rechtbank had deze exceptie afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen. Kintetsu stelde in hoger beroep dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat zij ontvankelijk was in haar hoger beroep, aangezien er geen tussentijds beroep mogelijk was tegen een tussenvonnis. Het hof oordeelde echter dat, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval, het doelmatiger was om de bevoegdheid van de rechtbank in hoger beroep te behandelen.
De Hoge Raad oordeelde dat Kintetsu geen belang had bij haar klacht over de ontvankelijkheid, omdat het hof haar in het gelijk had gesteld met betrekking tot de ontvankelijkheid in het hoger beroep. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof, maar alleen voor zover het de kostenveroordeling betrof, en verwees de zaak terug naar het hof voor verdere behandeling. De kosten van het geding in cassatie werden gereserveerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van doelmatigheid in rechtsprocedures en de mogelijkheid om af te wijken van de hoofdregel van niet-ontvankelijkheid in tussentijdse beroepen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.