Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf nihil +
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak, die zich afspeelt in Sint Maarten, betreft het een huurgeschil tussen meerdere eisers, die de biologische kinderen en erfgenamen zijn van een onverdeelde nalatenschap, en een gedaagde die een appartement huurt. De eisers vorderen ontruiming van het appartement en betaling van huurachterstand. De gedaagde heeft het appartement sinds 2009 gehuurd voor een maandelijkse huurprijs van US$ 350,00. De eisers stellen dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de huurbetalingen, met een achterstand van US$ 4.900,00. De gedaagde betwist de huurachterstand en stelt dat zij als erfgenaam niet bevoegd is om de vorderingen in te stellen zonder toestemming van de andere erfgenamen. De rechter oordeelt dat de eisers ontvankelijk zijn in hun vorderingen, ondanks de betwisting van de gedaagde. De rechter wijst de vordering tot ontruiming toe, maar geeft de gedaagde een termijn van drie weken om de woning te verlaten, in plaats van de gevraagde 24 uur. De gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. In reconventie wordt de vordering van de gedaagde tot betaling van renovatiekosten afgewezen, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd van de gemaakte kosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 augustus 2024.