In deze zaak hebben partijen, een man en een vrouw, op 18 oktober 2023 een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De behandeling van het verzoek vond plaats op 6 november 2023, waarbij de rechter met beide verzoekers sprak. De uitspraak is gedaan op 20 november 2023. Partijen zijn op 23 juli 2005 in Sint Maarten gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben een echtscheidingsconvenant overgelegd, waarin zij de gevolgen van hun echtscheiding willen regelen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat partijen in Saint Martin wonen en de Franse nationaliteit hebben. Aangezien zij niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 814 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, heeft het Gerecht echter rechtsmacht aangenomen op basis van ongeschreven recht, omdat buitenlandse partijen op eenparig verzoek aan de Sint Maartense rechter de echtscheiding kunnen verzoeken. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het huwelijk van partijen niet meer werkt en dat het verzoek aan de wettelijke eisen voldoet.
De beschikking houdt in dat de echtscheiding wordt uitgesproken, de verdeling van de gemeenschap van goederen wordt gelast, en dat het convenant van 18 oktober 2023 aan de beschikking wordt gehecht. De rechter heeft bepaald dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad, met uitzondering van de echtscheiding zelf. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen zes weken na de uitspraak worden ingesteld.