Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
.”
“Regulations for the Managing Board of PJIAE”bevat eenzelfde regeling als artikel 9.1. van de Service Agreement. De laatste regel van dit artikel luidt:
no (bonus related) evaluation for 2018 and 2019 will be carried out;
as full and final compensation for your performance for the years 2018 and 2019, you will receive an amount of one gross monthly salary for 2018 and one gross monthly salary for 2019 (one month salary is what the employees got and management board members should, especially under the current circumstances, not get more than employees), i.e. ANG 38.000,00 gross in total for the two years, to be paid out when the airport has recovered to 2019 levels; and
your 2020 evaluation will be performed based on the 2020 evaluation format.”
“in connection with the allegations against for which you have been arrested. Please be advised that you are required to fully cooperate with this investigation. You are hereby requested to provide full details of the alleged fraud and criminal file. Please provide these details byWednesday 27 October 2021 COBat the latest.(…)
Please be advised that failure to comply with the SBOD’s investigation into this matter may have consequences, including your dismissal.”
“This letter serves as a cover letter for resubmitting the documents requested by the parliament members.”Het betreft onder andere een brief van [de directeur] van 22 juni 2020 aan de Voorzitter van de Staten en een brief van dezelfde datum aan de Raad van Ministers. Daarbij gevoegd zijn ongeveer 500 bladzijden aan interne documenten betreffende de financiering en de bedrijfsvoering van PJIAE. Het gaat ook over het beklag dat [de directeur] doet over het zijns inziens eigengereide optreden van collega statutair bestuurder CEO [de ceo].
“caretaker”na orkaan Irma verantwoordelijk was voor alle
“business operations”. Verder wordt vermeld dat de SBOD ook verantwoordelijk is
‘’for the period directly after Irma by not complying with the correct and desired governance structure.”Verder kan de rapporteur geen schadebedrag vaststellen.
violation of duties and obligations (Continuation agenda item EGMS December 23, 2021/December 28, 2021),
leaking of confidential information (the link to the documents submitted to Parliament by you will be digitally sent to you).”
“The investigation does not cover the fraud allegations for which Mr. [de directeur] is under criminal investigation.”Het rapport ziet op de communicatie tussen alle belanghebbenden nadat de aanhouding van [de directeur] publiekelijk bekend was geworden.
3.Het geschil
NAf. 13.987,42 uit te betalen,
4.De beoordeling
[de directeur]het volgende aan. Sinds mei 2019 is er sprake van een gebrekkige samenwerking tussen de CEO, de heer [de ceo], en hemzelf. [de ceo] gaat zijn eigen gang en laat zich weinig gelegen liggen aan zijn mede statutair bestuurder [de directeur]. De SBOD, ondanks vele schriftelijke klachten van [de directeur], laat dit dooretteren. Anders dan in de Service Agreement is overeengekomen wordt [de directeur]s functioneren niet geëvalueerd en ontvangt hij niet alle overeengekomen vergoedingen. De ontslagredenen zijn gezocht. Duidelijk is in elk geval dat de strafrechtelijke verdenking niet een reden voor het ontslag is; anders dan door de SBOD gezegd heeft de onderzoeker daarover niet gerapporteerd. [de directeur] is onschuldig en PJIAE heeft de onschuldspresumptie geschonden met het ontslag. Er is geen sprake van dringende redenen voor zijn ontslag, zo blijkt uit artikel 1.3. van de Service Agreement dat een limitatieve opsomming bevat van dringende redenen. Dan mag hij dus als werknemer terugkeren óf heeft hij recht op doorbetaling van loon gedurende 12 maanden; zie artikel 1.4. Voor de aandeelhoudersvergadering was niet geagendeerd het ontslag wegens dringende redenen, maar enkel het “voorgenomen ontslag”. Ook in het ontslagbesluit zelf wordt niet gesproken van
“urgent reasons”. Wel in de brief van 17 maart 2022, maar dat is niet rechtsgeldig; alleen de aandeelhouder kan een ontslagbesluit aanpassen. Inhoudelijk gaan de ontslagredenen ook niet op: van [de directeur] die in detentie zat kon nu eenmaal niet worden verwacht dat hij PJIAE op de hoogte kon stellen van de verdenkingen. Wat hij kon delen heeft hij via zijn advocaat gedaan. En uit de verklaringen van een voormalig lid van de SBOD en van een voormalige directeur van de Holding volgt juist dat zij ervan op de hoogte waren dat hij bepaalde documenten deelde met de Raad van Ministers en de Staten. Dat had alles te maken met de onwerkbare verstandhouding met de CEO.
“[ge]resubmit”aan Staten en Raad van Ministers. Op 4 februari 2022 heeft de SBOD aan [de directeur] te kennen gegeven dat dit neerkomt op
“gross neglect/violations”en [de directeur] wordt aansprakelijk gehouden voor de schade van PJIAE door het lekken van de vertrouwelijke documenten. Gecombineerd met de tekst van de oproeping voor de algemene vergadering van aandeelhouders moet het [de directeur] duidelijk zijn geweest dat er sprake was van een ontslag wegens dringende redenen in de zin van artikel 8 lid 2 van de statuten.
violation of duties and obligations” over het zwijgen van [de directeur] over de strafrechtelijke verdenking jegens hem. PJIAE stelt dat hij gehouden is hierover openheid van zaken te geven. [de directeur] stelt dat hij onschuldig is en dat hij, ook jegens PJIAE, het recht heeft hierover te zwijgen om zijn verdediging in de eventuele strafzaak tegen hem niet te schaden.
“gross neglect of duties”oplevert. Het Gerecht overweegt dat ook tussen PJIAE en haar statutaire directeuren het principe van
“nemo tenetur”opgaat; [de directeur] hoeft niet mee te werken aan zijn eigen strafrechtelijke veroordeling. Zou het zo zijn dat [de directeur] zich beroept op zijn zwijgrecht tegenover politie en justitie maar dat hij, op straffe van ontslag, gedwongen zou worden voluit over de verdenking te spreken met de SBOD, dan ontstaat het risico dat zijn verklaringen met justitie en politie worden gedeeld. Daarmee zou zijn verdediging in de strafzaak dus worden ondergraven en daar staat artikel 6 EVRM aan in de weg. Dus de eisen van de SBOD dat [de directeur] volledige openheid van zaken geeft en zelfs het strafdossier [6] deelt gaan, naar voorlopig oordeel, veel te ver.
“cleanup and repair works”. Van [de directeur] had mogen worden verwacht dat hij, naar aanleiding van het verzoek van PJIAE, aan de SBOD had verteld welke vragen aan hem zijn gesteld. Op zijn antwoorden daarop had hij niet hoeven in te gaan. Evenzeer had hij aan de SBOD uitleg moeten geven welke documenten aan hem zijn getoond. Zijn reactie op die documenten in het politieverhoor hoefde hij niet met de SBOD te delen. Met deze informatie zou de SBOD gericht een intern onderzoek hebben kunnen instellen en had zij een eigen inschatting kunnen maken of verdere samenwerking in het collegiale bestuur met [de directeur] nog geïndiceerd was.
“gross neglect of duties”en dus een dringende reden vormt. Van een statutaire bestuurder mag worden verwacht dat hij de SBOD desgevraagd, maar zelfs spontaan, voormelde informatie verschaft zodat PJIAE in staat wordt gesteld een gericht eigen onderzoek te verrichten en zij kan beoordelen of de positie van [de directeur] in het statutaire (collegiale) bestuur nog wel houdbaar is. Het verstrekken van voormelde informatie zou er ook toe hebben geleid dat PJIAE intern en extern hierover effectief en tijdig zou kunnen communiceren.
“resubmitting”en uit de stukken blijkt dat hij in 2020 dezelfde documenten reeds aan de Staten en de Raad van Ministers heeft toegezonden. Deze zijn bij deze instanties kennelijk kwijtgeraakt.
“gross neglect of duties”én “
violation of this agreement”. Omdat sprake is van meerdere dringende redenen in de zin van de Service Agreement, dus ook ten aanzien van het niet verschaffen van informatie over de strafrechtelijke verdenking jegens hem, is er geen gehoudenheid van PJIAE om [de directeur] weer als werknemer aan te nemen. Evenmin is er reden om aan hem de ontslagvergoeding van artikel 1.4. uit te betalen. De vorderingen onder a. en b. van [de directeur] worden daarom afgewezen.
5.De beslissing
- veroordeelt [de directeur] in de proceskosten, aan de zijde van PJIAE begroot op nihil aan verschotten en op NAf. 1.500,00 aan salaris gemachtigde,
- wijst het meer of anders gevorderde af.