ECLI:NL:OGEAM:2021:152

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
SXM2021097 - 100.00373/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord, doodslag en pogingen tot moord met vuurwapenbezit op Sint Maarten

Op 15 juli 2021 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1999, die zich schuldig heeft gemaakt aan moord, doodslag, vier pogingen tot moord en vuurwapenbezit. De zaak betreft een schietpartij op 28 oktober 2019 bij de Stephanie Mini Market, waarbij twee slachtoffers om het leven kwamen en meerdere anderen gewond raakten. De verdachte, die als huurmoordenaar opereerde, heeft samen met medeverdachten een gewelddadige aanval uitgevoerd, waarbij hij opzettelijk en met voorbedachten rade op de slachtoffers heeft geschoten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen verantwoordelijk is voor de dodelijke schoten, maar ook dat hij een gevaar vormt voor de samenleving. De verdachte is eerder niet veroordeeld en was op het moment van de feiten 20 jaar oud. Het Gerecht heeft een gevangenisstraf van dertig jaar opgelegd, waarbij het belang van een duidelijk signaal naar de samenleving en de ernst van de feiten zwaar hebben meegewogen. De verdachte heeft geen berouw getoond en heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. De benadeelde partij, de moeder van een van de slachtoffers, heeft een schadevergoeding van $7.000 toegewezen gekregen, terwijl andere vorderingen zijn afgewezen. Het Gerecht heeft ook de verbeurdverklaring van het gebruikte vuurwapen en het masker gelast.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00373/20
Uitspraak: 15 juli 2021
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd in het huis van bewaring op Sint Maarten.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 maart 2021 en 24 juni 2021. De verdachte is (telkens) verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.D.M. Roseburg, advocaat in Sint Maarten.
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. G. Steeghs, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 jaren met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot het maximaal toe te wijzen bedrag van NAf 50.000.
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de strafvervolging van de verdachte en subsidiair aangevoerd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 te Sint Maarten, (voor/in de onmiddellijke
nabijheid van Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road)
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, meermalen, althans eenmaal, (vanaf korte afstand) met behulp van een of meer vuurwapen(s) een of meer kogel(s) in/ door het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
2.
Primair
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 in Sint Maarten, (voor/in de onmiddellijke
nabijheid van Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road),
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) althans alleen, opzettelijk een
persoon genaamd [slachtoffer 2] van het leven beeft beroofd, immers hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet, meermalen, althans eenmaal, (vanaf korte afstand) met behulp van een of meer vuurwapen(s), een of meer kogel(s) in/door het lichaam van die [slachtoffer 2] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden;
Subsidiair
bij op of omstreeks 28 oktober 2019, althans te Sint Maarten, (voor/in de
onmiddellijke nabijheid van Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle
Region Road), tezamen en in vereniging, althans alleen, roekeloos, in elk geval zeer,
althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/ of onachtzaam en/of nalatig, voor/in de onmiddellijke nabijheid van Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road, op een of meer perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 2] en/of andere (daar aanwezige) perso(o)n(en) met een of meer vuurwapen(s) een of meer kogel(s) beeft afgevuurd op en/ of in de richting van die [slachtoffer 2] en/ of andere (daar aanwezige) perso(o)n(en), waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat die [slachtoffer 2] zodanig letsel, te weten: een of meerdere schotwonden, heeft bekomen, dat die [slachtoffer 2] aan de gevolgen daarvan is overleden;
3.
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 te Sint Maarten (voor/in de onmiddellijke
nabijheid van Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road),
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, ter uitvoering
van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade, een of meerdere perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of andere (daar aanwezige) perso(o)n(en) van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, meermalen, althans eenmaal, (vanaf korte aftstand) met behulp van een of meer vuurwapen(s) een of meer kogel(s) naar/op/in de richting van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4[ en/of [slachtoffer 5] en/of andere (daar aanwezige) perso(o)n(en) heeft/hebben geschoten, terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 4 januari 2020 tot en met 5 januari 2020 te Sint Maarten (voor/in de nabijheid van Abu Ghazi, gevestigd aan de A.T. Illidge Road), tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade, een of meerdere perso(o)n(en), waaronder [slachtoffer 6] van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, meermalen, althans eenmaal, met behulp van een of meer vuurwapen(s), een of meer kogel(s) op/naar/in de richting van die [slachtoffer 6] en/of het personenvoertuig waarin die [slachtoffer 6] en/of andere perso(o)n(en) zich bevond(en), hebben/heeft geschoten, terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2019 tot en met 23 januari 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, een of meer vuurwapen(s), waaronder een pistool van het merk Glock, model 17, 9mm en/of munitie, te weten dertien, in elk geval een of meer scherpe patro(o)n(en) van het kaliber 9mm en/ of 5 hulzen kaliber 7.65,
in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. Daaraan heeft zij voor zover het Gerecht het goed begrijpt de volgende standpunten ten grondslag gelegd:
De uitlevering van de verdachte van Saint Martin aan Sint Maarten heeft niet op de juiste wijze plaatsgevonden.
Het rechtshulpverzoek ter aanhouding van de verdachte en de reactie van de Franse autoriteiten daarop ontbreken in het dossier.
Er heeft op 19 januari 2020 zonder vereiste machtiging een observatie plaatsgevonden op Saint Martin.
De verdachte is op 23 januari 2020 op Saint Martin aangehouden en er heeft een huiszoeking in zijn woning plaatsgevonden zonder dat zijn volledige identiteit bekend was.
De verdachte is bij zijn eerste verhoor medegedeeld dat hij vast zat voor verboden wapenbezit en niet dat hij was aangehouden op grond van een internationaal arrestatiebevel.
Het Franse telefoonnummer [telefoonnummer 1] is met machtiging van de Nederlandse rechter-commissaris getapt. Een daarmee corresponderend rechtshulpverzoek aan de Franse autoriteiten en hun reactie daarop ontbreken echter in het dossier.
De verdediging heeft primair bepleit dat de stapeling van de aangevoerde vormverzuimen en onrechtmatigheden dient te leiden tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging. Subsidiair dienen de onder b, c en d genoemde vormverzuimen te leiden tot bewijsuitsluiting van de bij de huiszoeking aangetroffen goederen (vuurwapen, ID-bewijs, telefoon), het onder e genoemde vormverzuim tot bewijsuitsluiting van het verhoor van de verdachte en het onder f genoemde vormverzuim tot bewijsuitsluiting van alle met het nummer [telefoonnummer 1] gevoerde telefoongesprekken. Meer subsidiair dient vanwege de gestelde vormverzuimen strafvermindering plaats te vinden, aldus de raadsvrouw.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat aan alle (verdrags)regels tussen Sint Maarten en Saint Martin is voldaan en bovendien een eventuele schending van die regels enkel beide landen regardeert en geen consequenties dient te hebben voor de verdachte.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Ad a.
De verdachte is op 23 januari 2020 op verzoek van het openbaar ministerie aangehouden op Saint Martin. Vervolgens is door de bevoegde autoriteiten op Sint Maarten om de uitlevering van de verdachte gevraagd. Bij besluit van 18 augustus 2020 van de Franse premier is de uitlevering van de verdachte aan Sint Maarten toegelaten. Op 31 december 2020 is de verdachte aan de autoriteiten van Sint Maarten overgedragen.
In de internationale strafrechtelijke samenwerking dient als uitgangspunt te gelden dat het Gerecht op Sint Maarten niet treedt in de beoordeling van de procedure die Saint Martin/Frankrijk heeft gevolgd bij de uitvoering van het uitleveringsverzoek. Dit is alleen anders indien die procedure zou blijken te leiden tot schending van mensenrechten van de verdachte. Een zodanige schending is door de verdediging niet gesteld en daarvan is ook niet op enige andere wijze gebleken. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Ad b tot en met f.
De raadsvrouw heeft een aantal vermeende vormverzuimen benoemd, zonder veelal concreet aan te geven welke wettelijke bepalingen zouden zijn geschonden.
Het Gerecht stelt voorop dat indien de verdediging een beroep doet op een vormverzuim als bedoeld in artikel 413 Sv, van haar mag worden verlangd dat duidelijk en gemotiveerd, aan de hand van de in het zevende lid van die bepaling vermelde factoren, wordt aangegeven tot welk rechtsgevolg dit dient te leiden. De daarbij in acht te nemen factoren zijn het karakter, het gewicht en de strekking van de norm, de ernst van de normschending, het nadeel dat daardoor werd veroorzaakt en de mate van verwijtbaarheid van de degene die de norm schond. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven.
De raadsvrouw heeft weliswaar bewijsuitsluiting c.q. strafvermindering bepleit, maar heeft haar betoog niet gemotiveerd aan de hand van voornoemde factoren. Zij merkt slechts een aantal keren op dat de vermeende vormverzuimen niet zonder consequenties kunnen blijven. Meer in het bijzonder heeft de raadsvrouw volledig nagelaten te benoemen welk nadeel door de (vermeende) vormverzuimen voor de verdachte is veroorzaakt, waarbij opmerking verdient dat het aantreffen van bijvoorbeeld het vuurwapen in de woning van de verdachte niet als een rechtens te respecteren belang kan worden aangemerkt en derhalve niet een nadeel als bedoeld in artikel 413, zevende lid Sv oplevert. Voorts heeft de raadsvrouw bij haar verzoek tot bewijsuitsluiting nagelaten zich uitdrukkelijk rekenschap te geven van de gevallen waarin dit verstrekkende rechtsgevolg in aanmerking kan komen. Nu hetgeen de raadsvrouw omtrent het verzuim van genoemde vormen heeft aangevoerd niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen, zal het Gerecht het verweer reeds om die reden passeren. Daarom bestaat er voor bewijsuitsluiting of strafvermindering geen aanleiding.
Ten overvloede merkt het Gerecht nog het volgende op over de aangevoerde beweerdelijke vormverzuimen.
Ad b en d.
Dit verweer mist feitelijke grondslag. In het dossier zitten een International Arrest Warrant (p. 717), een Request voor provisonal arrest (p. 718) en een rechtshulpverzoek tot doorzoeking van de woning van de verdachte in Marigot
(p. 722). Uit de talrijke door de Franse autoriteiten verstrekte stukken blijkt ook dat uitvoering is gegeven aan diverse verzoeken van het openbaar ministerie.
Ad c.
De officier van justitie heeft op 7 januari 2020 een bevel tot planmatige observatie afgegeven op de verdachte teneinde onder andere zijn verblijfplaats te achterhalen. Blijkens de bij het bevel behorende aanvraag was het vermoeden dat de verdachte aan de Franse kant van het eiland verbleef en was voorzien dat het observatieteam de grens zou passeren om de observatie op Frans grondgebied voort te zetten. Op 19 januari 2020 heeft het observatieteam de verdachte gevolgd tot aan zijn woning in [locatie woning] en heeft hem daar ook naar binnen zien gaan.
In geval van onderzoekshandelingen in het buitenland waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de autoriteiten van Sint Maarten, dient het gerecht te onderzoeken of de rechtsregels van Sint Maarten die dat optreden normeren zijn nageleefd. Daarbij is van belang dat de Sint Maartense opsporingsambtenaren ingevolge art. 521 Sv de hun bij de wet toegekende opsporingsbevoegdheden ook in het buitenland kunnen uitoefenen. Nu er door de officier van justitie een bevel tot planmatige observatie was afgegeven, was het observatieteam dan ook bevoegd de verdachte ook op Frans grondgebied te volgen.
Ten overvloede merkt het gerecht nog op dat de vraag of door de Sint Maartense opsporingsambtenaren het volkenrecht is nageleefd in die zin dat geen inbreuk is gemaakt op de soevereiniteit van Frankrijk, in beginsel in het kader van de strafzaak tegen de verdachte niet relevant is, omdat de belangen die het volkenrecht in zoverre beoogt te beschermen, geen belangen zijn van de verdachte, maar van Frankrijk (ECLI:NL:HR:2010:BL5629).
Ad e.
Ook dit verweer mist feitelijke grondslag. De verdachte is slechts één keer verhoord door de Franse autoriteiten en wel op 19 mei 2020. Voorafgaand aan dit verhoor was de verdachte al lang op de hoogte van de reden van zijn aanhouding en de door Sint Maarten verzochte uitlevering. Immers had hij blijkens de beslissing van 18 maart 2020 van la Chambre de l’Instruction de la cour d’appel de Basse-Terre toen reeds bezwaar gemaakt tegen zijn uitlevering.
Het verhoor van 19 mei 2020 hield kennelijk verband met de eigen Franse verdenking jegens de verdachte in verband met het aantreffen van een vuurwapen bij de huiszoeking in zijn woning in [locatie woning]. De schriftelijke weergaven van dit verhoor is vervolgens door de Franse autoriteiten verstrekt aan het openbaar ministerie op Sint Maarten.
Het betreft hier een onderzoekshandeling waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten. In dat geval is de taak van het Gerecht ertoe beperkt te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op zijn recht op een eerlijk proces, zoals bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM. Het behoort niet tot de taak van het Gerecht om te toetsen of de wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd, strookt met de dienaangaande in het desbetreffende buitenland geldende rechtsregels (ECLI:NL:HR:2010:BL5629). Een inbreuk op het recht van de verdachte op een eerlijk proces is in dit verband niet gesteld en daarvan is ook anderszins op geen enkele wijze gebleken.
Ad f.
Met machtiging van de rechter-commissaris op Sint Maarten is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] vanaf 5 december 2019 tot en met 25 februari 2020 afgeluisterd. Blijkens de aanvraag bevel ex art. 177-r WvSv (onderzoek van telecommunicatie) van 23 januari 2020 (p. 398-401 van het methodiekendossier [onderzoeksnaam]) hebben de Franse autoriteiten na een daartoe strekkend rechtshulpverzoek en met machtiging van de Franse rechter-commissaris vanaf 12 december 2019 genoemd telefoonnummer geïntercepteerd. Er kan dan ook geen twijfel over bestaan dat het betreffende telefoonnummer is afgeluisterd met toestemming van zowel de Sint Maartense als de Franse rechter-commissaris. Het feit dat het onderliggende rechtshulpverzoek en de machtigingen van de Franse rechter-commissaris in het dossier ontbreken doet daar niet aan af, nog daargelaten de vraag in welke belangen de verdachte door het ontbreken van deze stukken zou zijn geschaad. Verder geldt bovendien dat het hier weer gaat om onderzoekshandelingen in het buitenland waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de autoriteiten van Sint Maarten. Daarover is hiervoor onder “ad c” al het nodige opgemerkt.
De conclusie op basis van al het voorgaande moet zijn dat er geen sprake is geweest van vormverzuimen. Het openbaar ministerie is dan ook ontvankelijk in de vervolging en voor bewijsuitsluiting van de verkregen onderzoeksresultaten bestaat geen enkele grond.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 te Sint Maarten, (voor Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road) tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en zijn mededaders met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, (vanaf korte afstand) met behulp van een of meer vuurwapen(s) een kogel in het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
2.
Primair
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 in Sint Maarten, (voor Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road), opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer 2] van het leven beeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, (vanaf korte afstand) met behulp van een vuurwapen, een of meer kogel(s) in het lichaam van die [slachtoffer 2] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden;
3.
hij op of omstreeks 28 oktober 2019 te Sint Maarten (voor Stephanie Supermarket, gevestigd aan de Middle Region Road), tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, (vanaf korte afstand) met behulp van een of meer vuurwapen(s) kogel(s) in de richting van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft geschoten, terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij
op5 januari 2020 te Sint Maarten (nabij Abu Ghazi, gevestigd aan de A.T. Illidge Road), tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer 6] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen met behulp van vuurwapens, kogels op/in de richting van die [slachtoffer 6] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 28 oktober 2019 tot en met 23 januari 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, een vuurwapen van het merk Glock, model 17, 9mm en munitie, te weten dertien scherpe patronen van het kaliber 9mm en 5 hulzen kaliber 7.65, in de zin van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Onderzoek [onderzoeksnaam], feiten 1, 2, 3 en 5 [1]
1.Op 28 oktober 2019 omstreeks 16:45 uur, werden de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] naar aanleiding van een melding van een schietpartij gedirigeerd naar de Stephanie Mini Market aan de Middle Region Road 27A. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“ Wij, verbalisanten, kwamen als eerste patrouille ter plaatse. Wij zagen vervolgens een man languit op zijn rug op straat liggen. Wij zagen dat de man gekleed was in een lange broek met camouflage-print en een zwart t-shirt. De man droeg zwarte slippers. De man had een getinte huidskleur en droeg een zwarte baard. De plek, waar de man lag, betrof een parkeerplek ter hoogte van Stephanie Mini Market, Middle Region Road 21A te Sint Maarten.
[…]
Wij zagen dat de man niet bewoog, wel zagen wij dat hij af en toe een lichte stuiptrekking had. Wij zagen dat deze man hevig bloedde aan zijn hoofd. Wij zagen dat er een grote hoeveelheid bloed op de grond lag ter hoogte van het hoofd van de man.
Wij zagen dat de man wel ademde, maar meer een soort van gaspen. Wij zagen tevens bloed in en uit de mond van de man.
[…]
Op datzelfde moment meldde zich een man bij mij, verbalisant [verbalisant 1]. Ik hoorde dat deze man tegen mij verklaarde dat hij beschoten was en dat hij gewond was.
[…]
Ik bekeek de linker arm van de man en zag dat de man bloedde ter hoogte van zijn elleboog. Ik zag dat de men ter hoogte van zijn linker elleboog een wondje/gaatje had met een doorsnede van iets minder dan 1 centimeter. Ik hoorde dat de man klaagde over pijn aan zijn linker elleboog. Ik vroeg de man of hij nog meer verwondingen op of aan zijn lichaam had.
De man verklaarde dat hij alleen pijn had aan zijn linker elleboog. Ik heb de man geholpen zijn linker arm omhoog te houden teneinde het bloeden trachten te verminderen. Ik vroeg de man wat er gebeurd was. Hij verklaarde mij dat hij beschoten was. Hij verklaarde op enig moment hevige pijn te hebben gevoeld aan zijn linker arm en vervolgens verklaarde hij : "bam bam bam bam " te hebben gehoord. Ik vroeg de man of hij had gezien wie er op hem had geschoten. De man verklaarde dat niet te hebben gezien. Ik vroeg de man hoe vaak er geschoten was. De man verklaarde dit niet te weten. Ik vroeg de man of hij na het schieten mensen had zien wegrennen. De man verklaarde dat er meerdere mensen aan het wegrennen waren geweest, maar dat hij niet meer wist wie of hoe deze er uit zagen, omdat hij op dat moment hevig geschrokken was en hevige pijn voelde. Ik wees de man vervolgens op de man die hevig bloedde aan zijn hoofd en een stukje verderop lag. Ik vroeg de man of hij de bloedende man kende. De man verklaarde mij dat het een vriend van hem was en dat hij hem kende als [slachtoffer 1]. Vervolgens arriveerde de ambulance en heb ik de man overgedragen aan het personeel van de ambulance voor de noodzakelijke medische verzorging.
[…]
Nadat het ambulance-personeel zich had ontfermd over de 2 slachtoffers, zagen wij, verbalisanten aan de linkerzijde van de genoemde Volkswagen op ongeveer 1 a 2 meter een koperkleurige kogelpunt liggen. Aan de rechterzijde van de genoemde Volkswagen zagen wij op een afstand van ongeveer 2 a 4 meter diverse kogelhulzen liggen, minimaal 6 stuks.
[…]
Kort hierna hoorden wij, verbalisanten, dat er nog een derde slachtoffer was gevallen. Wij zijn vervolgens naar dit derde slachtoffer gelopen. Deze lag aan een einde van een straat, haaks op de Middle Region Road, genaamd de Savannah Drive. Het slachtoffer betrof een man van ongeveer 20 a 25 jaar met een donkere huidskleur en lag languit en op zijn rug met deals ontbloot bovenlichaam. Hij was gekleed in een zwarte broek en donkere bovenkleding.
Wij zagen dat collega [verbalisant 3] en collega [verbalisant 4] aldaar aanwezig waren, alsmede een collega van de ambulance-dienst in burgerkleding. Ik, verbalisant [verbalisant 1] zag dat de borstkas van deze man niet bewoog en hoorde van de collega van de ambulance-dienst dat de man inmiddels was overleden aan zijn verwondingen. ” [2]
2.Op 28 oktober 2019 omstreeks 16:45 uur, werden de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] naar aanleiding van een melding van een schietpartij gedirigeerd naar de Middle Region Road. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Ik, verbalisant hoorde namelijk dat zij schreeuwden dat er een onbekende man op de Savana drive lag die beschoten en geraakt was.
Ik, verbalisant ging kijken wat er aan de hand was. Ik, verbalisant zag een groep mensen
staan, naast wat later bleek een lichaam van een manpersoon te zijn. Ik, verbalisant zag
een voor mij onbekende man aan zijn rechterzijde liggen. Ik, verbalisant zag dat de man in de struiken voor een houten brug lag. Ik, verbalisant zag dat de man een bruine huidkleur, zwart kort haar en een zwarte baard had. Ik, verbalisant zag dat de man een zwart en wit doek rond zijn nek en een zwart jas met groen, paars en witte strepen droeg.
Ik, verbalisant zag dat hij een zwart en wit "Nike" broek en wit en zwart "Nike" schoenen droeg. Ik, verbalisant zag dat de man bloedde vanuit zijn borst.” [3]
3.Het relaas proces-verbaal d.d. 6 juli 2020 behorende bij het proces-verbaal zaaksdossier [onderzoeksnaam], waar staat geverbaliseerd: [4]
‘’Op 28 oktober 2019 trof een politie-eenheid op een parkeerplaats voor een Chinese supermarkt, genaamd Stephanie Mini Marche, aan de Middle Region Road, een overleden man aan. Later werd nog een overleden man aangetroffen in de struiken langs de Brown Drive.
De overleden die op de parkeerplaats werd aangetroffen is genaamd:
[slachtoffer 1].
De identiteit van de overleden man die in de struiken werd aangetroffen is genaamd: [slachtoffer 2].’’
4.De patholoog-anotoom, dr. L. Althaus, heeft het lichaam van [slachtoffer 1] onderzocht en het volgende opgenomen in het sectierapport:
‘’The person has been hit by one penetrating gunshot into his head.
The entry was on the left forehead and the bullet entered the cranial cavity, causing a
perforation of both cerebral hemispheres with end position of the deformed bullet under
the skin behind the right ear. The gunshot trajectory went from the left front to the right
side, very slightly descending (ca. 5-10 degrees).
[…]
12. CAUSE OF DEATH
Perforating gunshot of the brain.’’ [5]
5.De patholoog-anotoom, dr. L. Althaus, heeft het lichaam van [slachtoffer 2] onderzocht en het volgende opgenomen in het sectierapport:
‘’8. EXTERNAL INJURIES
4 gunshot wounds can be found on the body (named with letters):
A: On the right, lateral, frontal thorax, next to the mammilla, in a height from ground of
142 cm and 11 cm right from the middle. This exit wound is round and adaptable with a
diameter of 1.5 x 2 cm.
B: On the right upper arm, inner (flexor) side, in a distance of 16 cm from the elbow and
15 cm from the axilla. This (second-) entry wound is round-oval and not adaptable with
a diameter of 1.5 cm.
C: On the upper back, in the midline, in a height from ground of 144 cm. This entry
wound is round and not adaptable with a diameter of 0.9 cm. The left edge shows an
abrasion of 1 cm.
D: On the right upper back, in a height from ground of 141 cm and 4 cm right from the
middle. This entry wound is round and not adaptable with a diameter of 0.9 cm.
[…]
10. CONCLUSION(S)
The person has been hit by two penetrating gunshots from behind:
One gunshot with entry wound "D" on the right upper back, entering the right pleural
cavity by perforating and fracturing the 7. rib, perforating the right lung (upper and lower
lobe) with exit wound "A" on the right upper frontal thorax between the 3. and 4. rib.
Second gunshot (does not mean the chronological order) with entry wound "C" on the
right upper back, next to the vertebral column, entering the right pleural cavity between the 4. and. 5. rib, perforating the right lung (upper lobe).
[…]
12. CAUSE OF DEATH
Internal bleeding to death due to gunshots.’’ [6]
6.slachtoffer 4] werd op 28 oktober 2019 als getuige gehoord. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Q: How are you?
A: I was sitting with five (5) or six (6) friends at the shop at middle region and two men
came with mask on their faces and they starting to shoot. I ran away but I got hit. I am
injured in my back, leg and foot.” [7]
7.slachtoffer 5] werd op 29 november 2019 als getuige gehoord. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
‘’Watching the road and two man popped up from the left wall and then I saw the gun's. It was from the blind side of the wall. One was wearing a black hoody and the other one a grey hoody. The one with the grey hoody had a Scary movie mask. The other one had a black bandana covering his face. And they started shooting. I started running and I heard shots and when I was running and looked back. I saw one of the shooters, in de grey hoody, was running in my direction too. He was not focussed on me, he looked after him. And I ran between the bar and a container. I looked back again and I saw the shooter with the grey hoody pointing his gun at me and he fired one shot. It looked like his gun was jamming. You could see the shooter forcing it to shoot. I jumped into a yard and checked my body to see if I was shot. I was not. And after that I returned to the scene and saw my pardna on the ground. He was shot. I called the police myself. Q: Who are the others who get injured?
A: Only the rasta man got shot in his hand and on his chest and the other who got injured
drove himself to the hospital. That is [naam].’’ [8]
8.slachtoffer 3] werd op 28 oktober 2019 als getuige gehoord. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
‘’Q: How are you and can you tell what had happened?
A; I was sitting with my friends for my house waiting for my son who was coming home
with the evening bus from school. My landlord, the dead man, was busy with his
motorbike. Suddenly I heard bam bam bam and saw a man with a mask and I saw people
running away. I felt down on the ground and ran away. I felt my arm was heating up. Then I went back and I saw my landlord lying on his back on the ground. He was shot in the head. I saw that while the police was already there. I have been shot in my elbow and they stitch it.
[…]
Q: What did you see from the shooter(s)?
A I saw the man with a mask and he had a silver gun’’ [9]
9.De chirurg, dr. F.A.C. Holiday, heeft [slachtoffer 3] onderzocht en de volgende medische verklaring opgesteld: [10]
10.De chirurg, dr. F.A.C. Holiday, heeft [slachtoffer 4] onderzocht en de volgende medische verklaring opgesteld: [11]
11.De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op 28 oktober 2019 bij de Stephanie Mini Marche te Middle Region Road. Het volgende is geverbaliseerd: [12]
12.De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op 28 oktober 2019 bij de winkel ‘Samuel’ te Middle Region Road. Het volgende is geverbaliseerd:
‘’Waarneminq
Ik zag een witgelakte personenauto, Sedan model, waarvan bet handelsmerk op dat
moment onbekend voor mij was met donkergetinte ruiten, op de linker rijhelft /berm van
de Middle Region Road stoppen, dit bekeken met de neus in de richting van de A. T. Illidge
Road. De personenauto in kwestie werd ietsje voorbij de in- en uitrit van "Stephanie Mini
Marche" supermarkt en een daarnaast gelegen verharde weg, tot stilstand gebracht.
Bedoelde personenauto reed kort daarvoor over de Middle Region Road, en wel op de
rechter rijhelft, komende vanuit de richting van de Hulda B. Richardson Road, gaande in
de richting van de A. T. Illidge Road.
Gelijk nadat de personenauto tot stilstand was gebracht op de linker rijhelft /berm van de
Middle Region Road, stapten twee tengere mannen geheel gekleed in zwarte kledij met witte schoeisel uit het motorrijtuig. De mannen renden in de richting van de eerdergenoemde supermarkt "Stephanie Mini Marche". Kort daarna renden beide mannen terug naar de richting van de straat, waarbij een van hen op het wegdek kwam te vallen.
Hij stond gelijk weer op en rende naar de richting van de A.T. Illidge Road en verdween
uit beeld. De andere man in zwarte kledij en witte schoeisel rende naar de richting van de
Hulda B. Richardson Road, dus komende naar de richting van de camera aan het gebouw
van winkel "Samuel". Bedoelde man rende bedoelde winkel voorbij en wel nagenoeg over
het midden van het wegdek. Ik zag daarbij, dat hij een wit "Scream" masker ophad en een
vuistvuurwapen in zijn rechterhand had.
Met betrekking tot de witgelakte personenauto, moge worden vermeld, dat die gelijk, nadat
de twee tengere mannen in zwarte kledij en witte schoeisel waren uitgestapt, op was
gereden naar de richting van de A.T. Illidge Road. Dit geeft aan, dat er met uitzondering
van de twee mannen in donkere kledij, ten minste nog een persoon in de personenauto in
kwestie was en dat die persoon als bestuurder fungeerde.
[…]
Tijdens het verder onderzoek werd duidelijk, dat er een slachtoffer liggend op zijn rug op
een pad te Brown Drive, niet ver van de plaats van het delict, was aangetroffen. Na dit
slachtoffer liggend op het pad te hebben gezien, sloot ik, verbalisant, het niet uit, dat dit
slachtoffer een van de twee mannen was die kort daarvoor uit de witgelakte Sedan
personenauto was gestapt en naar de richting van de plaats van het delict ("Stephanie
Mini Marche") was gerend. Dit aan de hand van zijn tengere postuur, zwarte kledij en witte schoeisel.’’ [13]
13Een proces-verbaal d.d. 27 november 2019, waarin de rijroute door middel van beelden wordt beschreven, met daarin opgenomen: [14]
14Een proces-verbaal inzake forensisch onderzoek op het plaats delict waarin het volgende is opgenomen: [15]
‘’Tijdens het onderzoek werden door mij de navolgende sporen veiliggesteld.
[…]
een kogel (markeringsbordje 15) [spoor PD1-14]
De kogel werd aangetroffen voor de op de grond liggende witte motor.
In de richting van het pand waarin de supermarkt is gevestigd, werden aan de rechterzijde
van het pand nagenoeg achter elkaar liggend zes hulzen aangetroffen [foto 22 en 23], Alle hulzen waren zoals reeds eerder vermeld met geel krijt omcirkeld. Het betrof de navolgende hulzen:
Een huls, bodemstempel: P.M.C. 9 mm Luger" (markeringsbordje 9), [spoor PD1-08]
Een huls, bodemstempel: P.M.C. 9 mm Luger" (markeringsbordje 10), [spoor PD1-09]
Een huls, bodemstempel: Blazer 9 mm Luger" (markeringsbordje 11), [spoor PD1-10]
Een huls, bodemstempel: P.M.C. 9 mm Luger" (markeringsbordje 12), [spoor PD1-11]
Een huls, bodemstempel: P.M.C. 9 mm Luger" (markeringsbordje 13), [spoor PD1-12]
Een huls, bodemstempel: P.M.C. 9 mm Luger" (markeringsbordje 14), [spoor PD1-13]’’
Deze sporen zijn als volgt genummerd en naar het Nederlands Forensisch Instituut gezonden:
15Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 15 januari 2020 met daarin opgenomen de volgende conclusies: [16]
16Een proces-verbaal van huiszoeking op 23 januari 2020 in de woning aan het adres [adres huiszoeking], waarin het volgende is geverbaliseerd:
‘’Ons verbalisanten werd verteld dat de verdachte op het bed had gelegen, in de slaapkamer op de 1e verdieping aan de achterzijde van het appartement toen hij aangehouden werd. Vervolgens zijn we naar de eerste verdieping van de woning gelopen om de slaapkamer te zien waar de aanhouding en de doorzoeking plaatsgevonden had. Bij de doorzoeking door de Franse rechercheurs werd in een kledingkast, op een plank, in de bewuste slaapkamer, achter een aantal schoenendozen een doorgeladen vuurwapen aangetroffen.
Dit vuurwapen werd aan ons getoond. Het betrof een handvuurwapen van het merk Glock, vermoedelijk type 17, voorzien van 9 mm. Munitie. In het wapen bevond zich een (1) scherpe patroon in de kamer en elf (11) patronen in de patroonhouder. Naast het vuurwapen en genoemde munitie werden op dezelfde plank, nog drie (3) 9 mm. hulzen en vijf (5) hulzen vermoedelijk .22 LR hulzen aangetroffen.
De aangehouden verdachte:
Naam : [naam verdachte]
Voornamen : [voornamen verdachte]
Nationaliteit : [nationaliteit verdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum verdachte] 1999
Geboorteplaats : [geboorteplaats verdachte]’’ [17]
17Een proces-verbaal inzake forensisch onderzoek, waarin het volgende is opgenomen: [18]
‘’Op 24 januari 2020 werd aan de Afdeling Forensisch Onderzoek diverse stukken van overtuiging door het onderzoeksteam aangeboden voor onderzoek. De stukken van overtuiging werden tijdens een huiszoeking aan de [adres huiszoeking] door de Franse autoriteiten in beslag genomen en overgedragen aan het onderzoksteam [naam Zaaksdossier]. De stukken werden veilig gesteld en gewaarmerkt als volgt:
  • Een pistool van het merk Glock, model 17, kaliber 9x19 (spoor SVO-01)
  • Een patroonhouder voor een pistool van het merk Glock (spoor SVO-01)
De SVO-01 werd bemonsterd op de mogelijke aanwezige drager sporen (dadersporen). De bemonsteringen werden als volgt gewaarmerkt:

Bemonstering 01: Glock compleet (spoor SVO-05)
De onderstaande stukken van overtuiging zijn geselecteerd om bij het NFI daar onderzoek te laten verrichten:
SVO-nummer SIN Omschrijving
SVO-01 AAEV5052NL Pistool van het merk Glock
SVO-05 AALZ3157NL Bemonstering 01: Glock compleet’’
18Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 30 maart 2020 met daarin de volgende conclusie: [19]
De resultaten van het vergelijkend hulsonderzoek zijn
extreem veel waarschijnlijkerwanneer
hypothese 5waar is, dan wanneer hypothese 2 (het Gerecht begrijpt “hypothese 6) waar is.
19Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte, waarin hij het volgende heeft verklaard: [20]
Vraag: tijdens de huiszoeking is er een handwapen van het merk Glock aangetroffen. Wat kunt u ons hierover vertellen?
Antwoord: inderdaad heb ik dit wapen kort voor mijn aanhouding gevonden. Het was onder het zand maar nog zichtbaar. Het wapen was in een zak met munitie. Ik heb het wapen gepakt en uit de zak gehaald. Ik heb die zak mee naar huis genomen.
20Een proces-verbaal van bevindingen inzake de aanhouding van de medeverdachte [medeverdachte], waarin staat geverbaliseerd:
‘’Aanhouding:
Op donderdag 23 januari 2020 te 16.45 uur werd verdachte [medeverdachte], als verdachte van overtreding artikel 2:262 cq 2:259 van het Wetboek van Strafrecht aangehouden, op de openbare weg A.J.C. Brouwers Road, in een personenauto, merk Kia Sportage, kleur wit, met het kenteken [kentekennummer 1].
Op het lichaam werd een vuurwapen aangetroffen en inbeslaggenomen.’’ [21]
21Een proces-verbaal van bevinding van de Forensische Opsporing, waarin het volgende is opgenomen: [22]
‘’Op 23 januari 2020 werd een Kia Sportage, gekentekend [kentekennummer 1] aan de afdeling Forensisch Onderzoek aangeboden voor onderzoek. In de kofferbak van desbetreffende voertuig werd een plastic zak inhoudende een lange jeansbroek, een zwarte trui en een gelaatsmasker aangetroffen.’’
[…]
22Een proces-verbaal aanvraag vergelijking celmateriaal/benoeming deskundige, waarin staat geverbaliseerd: [23]
‘’De Kia Sportage voorzien van kenteken [kentekenummer 1] waarin verdachte [medeverdachte] werd aangehouden werd in beslag genomen. In dit voertuig werd o.a. een gelaatsmasker dat overeenkomt met een masker uit de film Scream aangetroffen. Er zijn bemonsteringen gedaan en als volgt genummer:
  • AALZ3293NL Bemonstering van de ooggedeelte van het masker
  • AALZ3292NL Bemonstering mondgedeelte van het masker’’
23Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 2 oktober 2020 waarin het DNA van verdachte is vergeleken met sporen op een masker en een vuurwapen. De volgende conclusies zijn opgenomen in het rapport: [24]
24Een proces-verbaal van technisch onderzoek aan het aangetroffen vuurwapen d.d. 27 januari 2020 met daarin de volgende conclusies:
‘’Het voor onderzoek aangeboden pistool was van het merk "GLOCK", model 17" en van het kaliber "9X19". Het wapen was voorzien van het wapennummer [wapennummer].
De lengte van het wapen bedroeg 19 centimeter en de hoogte 14 centimeter.
Het wapen was van Oostenrijkse makelij. Het wapen was van roestvrij metaal en de
dekplaten van de greep waren van zwart kunststof.
Het pistool verkeerde in een goed staat van onderhoud en vertoonde geen waarneembare
mankementen en was voor direct gebruik gereed.
Tijdens het testen van het pistool, zonder gebruikmaking van patronen deden zich geen
storingen voor in het afvuurmechanisme van het pistool. De bewegende delen functioneerden naar behoren.
Bij het wapen werd een bijbehorende patroonhouder en dertien (13) scherpe patronen van
het kaliber "9 MM", voorzien van centraal vuurontsteking voor onderzoek aangeboden.
De patroonhouder bood ligplaats voor zeventien (17) patronen van het kaliber "9 MM".
[…]
Naar aanleidinq van vorenstaande heb ik, verbalisant vastqelegd dat de voor
onderzoek aangeboden pistool een vuurwapen is. in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, opnieuw verzameld, gewljzigd en aanqevuld. De voor onderzoek aangeboden dertien (13) scherpe patronen zijn munitie in de zin van deze verordening.
Deze type munitie zijn geschikt voor het gebruik in het onderzochte wapen.’’ [25]
25Een proces-verbaal van identificatie d.d. 15 januari 2020, voor zover inhoudende:
‘’Uit eerdere afgeluisterde teiefoongesprekken in dit lopende onderzoek biijkt dat de NN-persoon die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] "[roepnaam 1]" of "[roepnaam 2]" wordt genoemd.
[…]
Uit een afgeluisterd telefoongesprek van 06 januari 2020, omstreeks 22:28 uur, kan worden
geinterpreteerd dat de eerdergenoemde NN-persoon ([roepnaam 1]) geparkeerd/ stil stond bij de Texaco Causeway te Cole Bay.
Uit de mastgegevens gekoppeld van de telecomgegevens van het teiefoonnummer [telefoonnummer 2], dat in het gebruik is bij deze NN-persoon ([roepnaam 1]), biijkt dat hij op dat moment zich ophield in de omgeving van de Causeway te Cole Bay en tegen 22:38:41 uur hogervermeld teiefoonnummer bij Texaco Causeway heeft opgewaardeerd (Top-Up).
Ambtshalve is bekend dat op de Causeway te Cole Bay een benzinestation van de Texaco is gevestigd.
Uitgaande van het gevoerde telefoongesprek, de dato 06 januari 2020, omstreeks 22:28 uur, zal middels de gevorderde camerabeelden van Texaco Causeway, getracht worden om [roepnaam 1] oftewel [roepnaam 2], te identificeren e.g., in beeid te brengen. Er zal ook getracht worden zicht te verkrijgen op de personenauto(s) waarmede hij zich verplaatst.
De camerabeelden van maandag 06 januari 2020 tussen 22:00 - en 23:00 uur van Texaco Causeway, zijn op vrijdag 10 januari 2020 middels een vordering van de offlcier van justitie, mr. G. Steeghs, opgevraagd.
[…]
Opmerking:
Uitgaande van het gezicht (inbegrepen de potloodsnor en sik), het groot e.g. lang haar, de
loophouding, het postuur kan er met een aan zekerheid grenzende waarschijniijkheid worden
aangeven, dat de man gezien op de beelden van Texaco Causeway, dezelfde persoon is als gezien op de beelden van het ziekenhuis van Saint Martin en geidentificeerd is als [roepnaam 1] oftewel "[roepnaam 2] (zie proces-verbaal van bevinding met documentcode: [documentcode]).
Hij heeft ogenschijniijk dezelfde sportslippers en het zwart capuchon shirt met lange mouw aan, zoals was te zien op de beelden van het ziekenhuis te Saint Martin die middels een
Rechtshulpverzoek van de Franse justitiele autoriteiten was opgevraagd en verkregen.’’ [26]
26Een proces-verbaal van identificatie d.d. 15 januari 2020, voor zover inhoudende: [27]
‘’Uit eerdere afgeluisterde telefoongesprekken in dit lopende onderzoek blijkt dat de NN-persoon die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] "[roepnaam 1]" of "[roepnaam 2]" wordt genoemd.
[…]
Uit een afgeluisterd telefoongesprek op 07 januari 2020, tussen 20:32:18 - 20:34:18 uur en 20:35:57 - en 20:40:28 uur, kan worden geinterpreteerd dat de eerdergenoemde NN-persoon ([roepnaam 1]) geparkeerd/ stil stond op de parkeerplaats van het ziekenhuis te Sint Martin.
[…]
Uit de mastgegevens gekoppeld van de telecomgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2], dat in het gebruik is bij deze NN-persoon ([roepnaam 1]), blijkt dat hij zich op dat moment ophield in de omgeving van het ziekenhuis te Sint Martin.
[…]
Bij het bekijken van de camerabeelden werd aan de hand van de telefoongesprekken duidelijk welke personenauto van het mogelijke doelwit is, zo ook de personenauto waarmede het subject "[roepnaam 1]" oftewel "[roepnaam 2]", op dinsdag 07 januari 2020 naar het ziekenhuis is geweest.’’
[…]
27Een proces-verbaal van bevindingen Telecom [verdachte], voor zover inhoudende:
‘’Uit het onderzoek [onderzoeksnaam] is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikt word door een persoon genaamd: [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats]. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt met documentcode [documentcode] in het onderzoek [onderzoeksnaam].
[…]
Het toestel heeft op 28 oktober 2019 om 16:28:34 uur een sms-bericht ontvangen toen de telefoon zich bevond in het dekkingsgebied van de telefoonmast SMITCOMS, deze mast staat in Philipsburg.
Het toestel heeft op 28 oktober 2019 om 16:43:46 uur en 16:43:49 uur een sms-bericht ontvangen toen de telefoon zich bevond in het dekkingsgebied van de telefoonmast MIDREGION3, deze mast staat in Middle Region, het midden van de zendrichting van deze specifieke Cellid is hieronder weergegeven met de blauwe streep in zuidwestelijke richting.
Onderzoek [onderzoeksnaam]
In het onderzoek [onderzoeksnaam] worden de twee schutters afgezet door een bestuurder van een witte Kia Cerato. Op camerabeelden is waar te nemen dat de witte Kia Cerato omstreeks 16:42:49 uur de schutters afzet voor Stephanies Supermarket aan de Middle Region Road. Daarna rijdt de witte Kia Cerato door over de Middle Region Road en passeert om omstreeks 16:43:58 uur Supermarkt ZONG aan de Middle Region Road. En rijdt over de A.T. Illidge Road om 16:47:15 uur richting French Quarter. De witte Kia Cerato legt dus een bepaalde route af nadat de bestuurder de schutters heeft afgezet.
Supermarkt Zong ligt in het dekkingsgebied van CellId MIDREGI0N3. Om 16:43:46 uur ontvangt het telefoontoestel met nummer [telefooonnummer 2] in gebruik [verdachte] een sms-bericht zoals uit de registratie blijkt. Omstreeks 16:28 uur was het toestel nog in Philipsburg.
[…]
Gezien bovenstaande bestaat het vermoeden dat ook [verdachte], mogelijk de tweede schutter, zijn telefoon in de witte Kia Cerato had achtergelaten voordat hij uitstapte ter hoogte van Stephanies Supermarket. Het telefoontoestel van [verdachte] lijkt ook 'mee te reizen' met de witte Kia Cerato omdat de registratie van 16:43:46 uur werd gemaakt terwijl het toestel in dekkingsgebied van CellId MIDREGIQN3 was. Het toestel van [slachtoffer 2] maakte kort daarvoor contact met de MIDREG2B om 16:43:20 uur. En de witte Kia Cerato werd gezien in dit gebied om 16:43:58 uur. Deze tijden liggen dusdanig dicht bij elkaar dat het goed mogelijk is dat het toestel van [verdachte] in de witte Kia Cerato achterbleef voor de aanvang van de liquidatie.’’ [28]
28Een aanvullend stuk, te weten een plattegrond met daarop vermeld de zendmastgegevens en rijroute: [29]
29getuige 1] is op 18 februari 2020 als getuige gehoord. Zij heeft onder andere het volgende verklaard:
‘’ Q: What is your phone number? .
A:[telefoonnummer 1].
[…]
Q: What vehicles do you own?
A: Well I had a car but the car was down. It had a lot of problems and it was by the
mechanic. I heard that the police took it from the mechanic. It was by the mechanic for
months.
Q; What type of vehicle is it?
A: It was a Yaris.
Q: What color?
A: Red.
Q: What number plate is on the Yaris?
A: I don't know. Because the car was there parked for a long time. It has an electrical
problem. They called me and told me the Dutch police take the car.
Q: Where is the mechanic?
A: It was in Cay Hill.
Q: Is the car registered to your name?
A: I have the papers for it. I have the bill of sale from the people I bought it from. It was after
Irma I bought the car and a lot of parts was missing from the car. So it was by the mechanic.
I had somebody spray it and they spray it wrong.
[…]
Q: How long have you been with [verdachte]?
A: More than a year. Then we had a baby.
Q: What are [verdachte]'s nicknames?
A; Everybody have different names for him. Some people call him [roepnaam 2] and I call him 'babes' or by his name.
Q: Where does [verdachte] live?
A: With me.’’ [30]
30Een proces-verbaal van tapgesprekken d.d. 30 en 31 januari 2020, waarin het volgende naar voren komt:
‘’Dit gesprek vond plaats op 30 januari 2020, om 17:49:44 uur tussen de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 1] ([getuige 1]) en de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] ([verdachte]), de duur van dit gesprek was 47:32 uur.
Delen uit het eerste relevante gesprek:
 [
[verdachte] wil weten over het mobiele telefoon en het vuurwapen die door de Franse
autoriteiten binnen zijn woning werd aangetroffen.
 [
[verdachte]: iemand geeft informatie via de politie "tipline" 9300.
 [
'[naam 1]' heeft de "tipline" gebeld en gaf informatie aan de politie.
 [
Hoe weet de politie wat er is gebeurd?
 [
Mensen zijn aan het praten en zeggen dat "[naam 2]" en "[verdachte]" zijn betrokken.
 [
De politie kan ze niet pakken als ze geen bewijs hebben.
 [
De politie heeft geen bewijs anders dat het vuurwapen.
 [
De enige ding dat kan hem verkloten zijn de getuigen.
 [
Hij zal alles ontkennen, want hij was gemaskerd.
[…]
Dit gesprek vond plaats op 31 januari 2020, om 08:40:13 uur tussen de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 1] ([getuige 1]) en de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 3] ([verdachte]), de duur van dit gesprek was 53:18 uur.
Delen uit het tweede relevante gesprek

Hij weet niet wat zal gebeuren met het vuurwapen. Het vuurwapen is bewijs.

Hij maakt zich zorgen over het vuurwapen.

Als hij wist, zou hij het vuurwapen hebben gedemonteerd en de loop hebben

weggegooid.

Ze kunnen niets doen met de hulzen.

Hij vertelde de Franse autoriteiten dat hij het vuurwapen had gevonden.

Ze hoorde dat er veel zaken liggen tegen "[naam 2]" en dat hij er niet snel uitkomt.

Mensen zegt dat "[naam 2]" is verdacht van veel zaken,

Hij durft niet te zeggen dat hij heeft het vuurwapen van een vriend heeft gekregen.

Het beste verhaal is dat hij heeft het vuurwapen heeft gevonden.

Ze hebben tas en alles in de kofferbak van de auto van "[naam 2]" gevonden.

Hij wil niet dat de Nederlands politie het aangetroffen vuurwapen krijgt.

Twee vuurwapens zijn betrokken bij het schietincident. Ze weten niet welke vuurwapen wie neergeschoten heeft.

Het feit is dat alleen de hulzen van [verdachte] en de andere man, de huizen is bij de plaats delict zijn.

Ze hebben nieuwe vuurwapens gekregen om het werk te doen

[verdachte] maakt zich geen zorgen over het vuurwapen want het was aan de Franse kant.

Nu maakt hij zich wel zorgen want de Nederlandse autoriteiten willen het vuurwapen hebben.
[…]
[roepnaam 2]: Well that the thing the only proof they have right now right. To be honest
with you they ain't got no proof against me other than that gun there ye
check and if it got a witness. That the only thing that can fuck me up, a
witness,
[naam 3]: Oh ok.
[roepnaam 2]: But I can still fight them with that because how a witness could see a
mask man face.
[…]
[naam 3]: To the office because she say that chip a lot of people had that chip so that
chip ain't self on your name. She say a lot of different people had that chip
already .Well they find our bag and everything they find it in [naam 2] car.
[roepnaam 2]: Well me ain't know if they find it nuh. It was in the car, it was in the jeep
in the trunk.
[…]
[roepnaam 2]: It had two guns on the scene right but they ain't really know which gun
shoot who. All they know is the shells is what they working with.
[naam 3]: And even if is the other shells for the other gun they find and not the one
for yours?
[roepnaam 2]: Well that will be good but they, I had 11 but I leave with 3 yeah, (ntv) 9
(Ntv) enough to (Ntv).
[naam 3]: Oh Gosh.
[roepnaam 2]: And like eight shells on the scene.
[naam 3]: oh gosh and it had camera's too?
[roepnaam 2]: It had camera but they ain't had no camera footage because them fellas them they come on the block and they went take the footage before the police come. Because them one of them buss the gun too so (Ntv) they take the footage and like they pick up the shells for them was they pick it up so they only had the shells from me and the next pander.’’ [31]
31Een kennisgeving van inbeslagneming van een rode Toyota Yaris met kentekennummer [kentekennummer 2]. [32]
Onderzoek [naam Zaaksdossier], feiten 4 en 5 [33]
1De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen bij de Maho Pharmacy aan de Rhine Road. Het volgende is geverbaliseerd: [34]
‘’Dat middels de camerabeelden van Maho Pharmacy, gevestigd aan Rhine Road, Maho
Village Sint Maarten welke gericht is vanaf de gevel van de Pharmacy op de doorgaande
weg Rhine Road, vastgesteld is dat op zondag 05 januari 2020 om:
2De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen bij Casino Royale aan de Rhine Road. Het volgende is geverbaliseerd: [35]
3De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen bij Maho Supermarket aan de Rhine Road. Het volgende is geverbaliseerd: [36]
4De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen van de CCTV beelden aan de Churchill Roundabout en de beelden van Eddy Auto aan de A.T. Illidge Road. Het volgende is geverbaliseerd: [37]
5De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op bij tankstation Sol te Madame Estate. Het volgende is geverbaliseerd: [38]
6Een verklaring van getuige [getuige 2] d.d. 9 januari 2020, waarin zij het volgende verklaart:
‘R: As you already know yesterday, Wednesday January 8th 2020, we confiscated your grey
Honda Pilot. The reason you were called is regarding this vehicle. The vehicle has gun shots
and there is also blood in the vehicle.
Q: What can you tell us about that?
A: In the night from Saturday to Sunday, I had just closed up our business. My husband was hungry so he went to Abu Ghazi to get something to eat. He went to order the food. I stayed in the vehicle. I was sitting in the front passenger seat. I was tired so I was slouched down in the seat. He came back to the car. I asked him if he placed his order and he told me yes. We continued speaking. The vehicle was parked with the back to the road and the front direction to Abu Ghazi. I heard a loud bang. I saw the driver side window burst in coming towards me.
I crouched in the seat trying to cover myself with my hands over my face and my eyes were
closed. I heard another loud bang. When I opened my eyes again, my husband was sitting
next to me and we were driving away. I saw that my husband was bleeding from his leg. I
heard him complaining about pain in his leg. I saw a hole behind his knee. He dropped me
home and he left. After this I saw him once and I did not see him again.
[…]
Q: You stated that you closed your business, where is your business located?
A: 721 lounge in Maho.
Q: Was your husband also present there that night?
A: Yes. ’’ [39]

7.Een proces-verbaal dd 13 januari 2020 met daarin opgenomen:

‘’In verband met het boven gerelateerde besloten het onderzoeksteam bovenvermelde voertuigen op te sporen. Op woensdag 08 januari 2018, omstreeks 14:10 uur, op de L.B. Scott Road op het erf van het familie [familienaam] constateerden wij, verbalisanten, een grijze jeep in het stuikgewas. Wij, verbalisanten, hadden besloten om de auto te gaan bekijken.
Wij, verbalisanten, reden op het erf van de familie [familienaam]. Aangekomen bij voormelde jeep merkten wij, verbalisanten, dat de merk en model van het voertuig een Honda Pilot, zonder kenteken, was. De voorruit aan de bestuurderszijde was beschadigd een gedekt met een plastic. Verder constateerden wij twee kogel schoten aan de rechter voorportier (bestuurderszijde) en een vermoedelijk bloedspoor aan de achterste linker portier.
Onmiddellijk werd de inspecteur [inspecteur] omtrent onze bevinding in kennis gesteld. In belang met het onderzoek werd de Honda Pilot door ons, verbalisanten, in beslag genomen voor het verdere onderzoek. Voormelde jeep werd door de takelwagen naar het politiehoofdwacht te Philipsburg weggeslopen. Tijdens het wegsleepen van voormelde jeep
constateerden wij, verbalisanten, drie kogel schoten in de vooruit, schade aan de
rechtsvoorkoplamp en vermoedelijke bloedsporen aan de linker voorzitplaats
(voorpassagiers zitplaats).’’ [40]
8Een proces-verbaal van forensisch onderzoek op de plaats delict met daarin de volgende bevindingen: [41]
‘’Langs het wegdek van de A.Th. Illidge road werden de volgende stukken van overtuiging veiliggesteld en gewaarmerkt:
• Een huls met bodemstempel "PMC 9mm Luger" - markeringsbordje 1 [spoor PD-01]
• Een huls met bodemstempel "PPU 40 S&W" - markeringsbordje 2 [spoor PD-02]
• Een huls met bodemstempel "WIN 9mm Luger" - markeringsbordje 6 [spoor PD-05]
Op de parkeerplaats werd tegen de scheidingsmuur de volgende SVG veiliggesteld en gewaarmerkt;
• Een huls met bodemstempel "R.P 9mm Luger" - markeringsbordje 3 [spoor PD-03]
Op het wegdek bij de ingang van de SOL-benzine pompstation werd de volgende SVO veiliggesteld en gewaarmerkt:
• Een huls met bodemstempel "PPU 40 S&W" - markeringsbordje 5 [spoor PD-04]
[…]
Tijdens het onderzoek aan de Honda Pilot zag ik, dat genoemd voertuig zowel aan de voor- als achterzijde niet was voorzien van kentekenplaten. Aan de achterzijde van het voertuig was in het stofbeeld duidelijk de contouren zichtbaar van een kentekenplaat, die op deze plaats had gezeten en zeer waarschijnlijk kortgeleden was verwijderd. De ruit van het bestuurdersportier was geheel stuk en was met plastic afgeplakt.
Ik zag, dat in de voorruit drie beschadigingen zaten. Het betrof twee enigszins ellipsvormige
gaten met rondom concentrische breuklijnen en een beschadiging met rondom concentrische
breuklijnen. Aan de linkerzijde (bestuurderszijde) van het voertuig waren in de het bestuurdersportier twee enigszins ellipsvormige gaten zichtbaar. In chassis aan de onderzijde van de portierstijl van het linker achterportier, was eveneens een gat aanwezig. Gezien de verschijningsvorm van de twee beschadigen (gaten) in de voorruit en de beschadigingen aan de linkerzijde van het voertuig betreft het in deze inschot-beschadigingen, die veroorzaakt zijn door kogels.
Aan de buitenzijde van het voertuig zat onder de deurgreep van het rechterachterportier een
uitgelopen bloeddruppel. Van het bloed werd een monster [spoor A1-01] veiliggesteld. Aan de buitenzijde van het linker achterportier, nabij de sluitnaad aan scharnierzijde zat een bloedvlekje. Van het bloed werd een monster [spoor A1-02] veiliggesteld. Na het open van de portieren zag ik, dat verschillende plaatsen in de auto bloedsporen waren.
[…]
Tijdens het onderzoek warden navolgende munitiedelen in het voertuig aangetroffen:
• Een mantel van kogel [spoor A1-12]
Aangetroffen op de rechterzitplaats van de achterste zitbank
• Een manteldeel van een kogel [spoor A1-13]
Aangetroffen op de vloer van de bijrijderszitplaats
• Een gedeformeerde loden kogel [spoor A1-14]
Aangetroffen op de vloer onder de bestuurderszitplaats
• Een gedeformeerde loden kogel [spoor A1-15]
Aangetroffen op de vloer van de bestuurderszitplaats’’
[…]
De sporen zijn als volgt genummerd en aan het Nederlands Forensisch Instituut gezonden:
9-11. De bewijsmiddelen zoals hiervoor onder 16, 17 en 23 opgesomd bij de bewijsmiddelen inzake Onderzoek [onderzoeksnaam], feiten 1, 2 en 3.
12Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 30 maart 2020, met daarin de volgende conclusies: [42]
13Een proces-verbaal van aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 1] waarin het volgende is opgenomen:
‘’Bij onderzoek aan de kleding werd een zilver met zwart vuistvuurwapen aan de
voorzijde in zijn broeksband van de verdachte aangetroffen. Bedoelde vuistvuurwapen werd
door ons, verbalisanten, in verband met het verdere onderzoek in beslag genomen en aan het
onderzoeksteam afgegeven.
Kleur: Zilver slede met zwart handgreep.
Model: SW 40 VE
Serie nummer: Weggevijld
Kaliber: 40
Aantal patronen: 10’’ [43]
14Een proces-verbaal inzake forensisch onderzoek, waarin het volgende is opgenomen: [44]
‘’Het voor onderzoek aangeboden pistool was van het merk Smith & Wesson, model SD40 VE en van het kaliber 40 S&W. Deze voorwerpen werden in beslag genomen tijdens aanhouding van de verdachte [medeverdachte 1]. Het voor onderzoek aangeboden vuurwapen zal worden opgestuurd naar het NFI. Deze vuurwapen wordt opgestuurd onder registratie nummer [registratienummer].’’
15Een rapport van het Nederlands Forenisch Instituut d.d. 14 april 2020, met daarin de volgende conclusie: [45]
16Een proces-verbaal d.d. 20 februari 2020, waarin gesprekken tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden uitgewerkt, onder andere inhoudende:
‘’Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op donderdag 23 januari 2020 werd zijn mobiele telefoon, zijnde een "iPhone Sx-MAX" in belang van het onderzoek in beslag genomen. De inhoud van bedoelde telefoon werd uitgelezen en onderzocht.
Er zijn WhatsApp-teksten en gesprekken met startdatum zaterdag 04 - en zondag 05 januarl 2020 aangetroffen In de bij de verdachte [medeverdachte 1], alias "[naam 2]", in beslag genomen Iphone met het aansluitnummer [aansluitnummer 1]. Het zijn teksten en gesprekken die respectievelijk zijn verstuurd naar en ontvangen van het aansluitnummer [aansluitnummer 2] . Dit nummer staat onder de naam
"[naam 4]", In de contactenlijst van de bij [medeverdachte 1], In beslag genomen telefoon.
[…]
De rechtvaardiging en versterking van het vermoeden, dat [medeverdachte 2] op zaterdag 04- en zondag 05 januari 2020, gebruiker was van het aansluitnummer [aansluitnummer 2] en degene is die de (WhatsApp) gesprekken over het schietincident op het parkeerterrein bij de eetgelegenheid "Abu Ghazi", met de verdachte [medeverdachte 1], heeft gevoerd en dader is geweest in dat geval, vloeit voort uit de navolgende feiten:

dat de stem van [medeverdachte 2], is herkend tijdens de afgeluisterde

WhatsAppgesprekken,


dat het aansluitnummer [aansluitnummer 2] onder de naam "[naam 4]" is opgeslagen in het telefoontoestel van de verdachte [medeverdachte 1],

dat [medeverdachte 2], gedetailleerd kan verklaren wat zich op de plaats van het delict heeft afgespeeld,

dat het door hem verklaarde terug te zien is op de gevorderde beelden van "Sol" tankstation aan de A. Th. Illidge Road,

dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], in elkanders gezelschap waren toen zij door het Arrestatie Team, werden aangehouden,

dat het alom bekend is, dat [medeverdachte 2], bekend staat onder de bij- of roepnaam "[naam 4]" en

dat hij zelf tijdens zijn verklaring heeft beaamd, dat hij "[naam 4]" wordt genoemd.
[…]
Uitqewerkt qesprek
Boy "[naam 2]" I can't tell you how fuck up I feel right now. I feel like I could cry nuh dawg. I don't know if I was. I see the man like was going puli something, i just move a lil more like behind the jeep nuh dawq. i just ain't wanted none of you man get hit same way dawg. "chuupss" but that man supposed to be dead dawg
[…]
"[naam 2]" boy yow boy I so sorry dawg, but like I tell you I just haul back a lil forward. I ain't wanted the man to hit none of you all I say. Like the man wanted to pull something dawg. I ain't want the man hit none of all you. As we pull up vou ain't see the man like he pull something dawg . I just move a little bit more behind the jeep. I thought as we pull I say we going catch his mother ass’’ [46]
17Diverse opgenomen tapgesprekken van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2], onder andere inhoudend:
‘’
- Deelnemer -1
Deelnemertype Beller
T elefoonnummer [telefoonnummer 4]
- Deelnemer - 2
Deelnemertype Gebelde
IMSI [IMSI-nummer]
T elefoonnummer [telefoonnummer 2]
Starttijd 05-01-2020 04:39:16
Eindtijd 05-01-2020 04:40:16
[roepnaam 1]: Boy yo. You can't link nobody there dawg who you know going be on
the road there now boy? I want you go down by fucking Abu Ghazi and see if that
man dead boy.
NNman: Boy let me link [naam 5]. Let me see if he on the road still.
[roepnaam 1]: Boy dawg boy dawg right now I vex you know dawg! Dawg.
NNman: How? How? What going on with you?
[roepnaam 1]: Boy I fucking gone for a man dawg. Dawg, I hop out and I shooting and
the driver driving off while I shooting boy dawg boy!
NNman: What the fuck I hearing here.
[roepnaam 1]: *sucks teeth* Boy dawg boy dawg. Dawg! Just see if you can get a word
nuh boy dawg boy. Because if this man isn't dead dawg. Dawg! Fuck boy dawg
boy. Dawg try and link me back dawg.’’ [47]
‘’ Deelnemertype Beller
Telefoonnummer [telefoonnummer 4]
- Deelnemer - 2
Deelnemertype Gebelde
IMSI [IMSI-nummer]
Telefoonnummer [telefoonnummer 2]
Starttijd 05-01-2020 04:43:12
Eindtijd 05-01-2020 04:45:47
[roepnaam 1]: No boy. It's a man I was preeing there. The man was down Maho nuh.
But I didn't get to catch him down Maho so I follow him. But he went by Ghazi
you know.
NNman: Ohhh.
[roepnaam 1]: Boy when I catch the man by Ghazi dawg. Dawg the driver
driving..dawg all the man shooting at me I shooting back at the man dawg. The
driver driving off you know dawg.
NNman: What the fuck!
[roepnaam 1]: * sucks teeth* Boy dawg boy. G! But I hit him some dawg. I had 9 in my
gun. I got 3 dawg. But he get like 6 dawg.
NNman: He get like 6?
[roepnaam 1]: Yeah dawg. Dawg.
NNman: He might fall boy. You better hope he fall like fuck.
[roepnaam 1]: Dawg the man drop. He drop. He get back up then he drop again.
Because when he get back up, I hit him more. * sucks teeth*
NNman: Well maybe, .maybe you catch him man.
[roepnaam 1]: Boy I just want this man dead dawg. G, G. Yo if this man dead dawg,
tomorrow all of us good boy brother boy. I'll buy a brand new one for you dawg. I
telling you dawg.
NNman: Watch nothing man. Maybe he get it man. Just..Just sleep till the sun
come up still man.
[roepnaam 1]: Boy I wanted to shoot the driver and all. Dawg.
NNman: Boy I know, I know, I know. I know how the fuck you feel.
[…]
NNman: Done know man Fire(NG). Easy. Later down G.
[roepnaam 1]: Yeah, brother.
NNman: Boom.’’ [48]
18Een proces-verbaal d.d. 26 februari 2020 waarin de Samsung telefoon die in beslag is genomen bij verdachte wordt uitgelezen, en waarin is opgenomen:
‘’Nummer SIM: [nummer SIM]’’ [49]
19Een proces-verbaal d.d. 14 augustus 2020, met daarin opgenomen: [50]

20.Een proces-verbaal dd 30 juni 2020 met daarin opgenomen:

[…]
Resume
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat het telefoontoestel in gebruik bij [medeverdachte 1] een route heeft afgelegd van Maho via Madame's Estate naar Pea Tree Hill, nagenoeg precies op de momenten dat de lichtgrijze Hyundai Grand 110 Sedan deze route aflegt. Gezien deze resultaten is het zeer goed mogelijk dat [medeverdachte 1], de gebruiker van dit telefoontoestel, in de lichtgrijze Hyundai Grand 110 Sedan heeft gezeten.
Het telefoontoestel was in dezelfde periode als het voertuig met de schutter(s) in Madame's Estate, terwijl de poging liquidatie werd gepleegd.’’ [51]
21. Een aanvullend stuk, te weten een plattegrond met daarop vermeld de zendmastgegevens en rijroute van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2]: [52]
Bewijsoverwegingen
Uit de bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van het Gerecht het volgende.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] was bij de verdachte in gebruik. Er zijn heel wat gesprekken waarin de gebruiker van dat nummer “[roepnaam 2]” wordt genoemd, de bijnaam van de verdachte. Op momenten dat de gebruiker van dat nummer aangeeft op een bepaalde moment ergens te zijn (tankstation nabij Causeway Bridge, ziekenhuis in Marigot) wordt de verdachte daar gezien, alsmede de door hem over de telefoon beschreven auto. Bovendien komt het ’Nummer SIM: [nummer SIM]’ van de onder de verdachte in beslag genomen telefoon overeen met de laatste zes cijfers van het IMSI-nummer ([IMSI-nummer]) van de telefoon waarin het nummer [telefoonnummer 2] is gebruikt (bijvoorbeeld de gesprekken kort na de schietpartij op 5 januari 2020).
Bij de schietpartij op 28 oktober 2019 bij Stephanie Mini Marche zijn twee auto’s betrokken, een witte Kia Cerato waar de twee schutters uit zijn gestapt voorafgaand aan de schietpartij en een witte Kia Picanto met kenteken [kentekennummer 2]. De schutter met het Scream-masker is hoogstwaarschijnlijk na de schietpartij in deze auto gevlucht. Het kenteken [kentekennummer 2] is op 4 februari 2020 aangetroffen op de rode Toyota Yaris van de vriendin van de verdachte, [getuige 1].
Bij de huiszoeking in de woning van de verdachte in Marigot op 23 januari 2020 is een vuurwapen van het merk Glock aangetroffen. De verdachte heeft erkend dat dit vuurwapen van hem is en zijn DNA is op dit vuurwapen aangetroffen. In zijn verhoor op 19 mei 2020 bij de Franse autoriteiten heeft hij verklaard dit wapen enkele dagen voor zijn aanhouding te hebben gevonden, maar het Gerecht hecht daar geen enkel geloof aan. Uit de tussen de verdachte en zijn vriendin gevoerde telefoongesprekken van 30 en 31 januari 2020 blijkt immers dat de verdachte zich realiseert dat het vuurwapen bewijs tegen hem vormt en overlegt hij met zijn vriendin wat hij het beste tegenover de politie kan verklaren: dat hij het wapen heeft gevonden of van een vriend heeft gekregen. De verdachte zegt zelfs tegen zijn vriendin dat ze hulzen van hem hebben aangetroffen!
Uit onderzoek aan de op de plaats delict aangetroffen hulzen blijkt dat de zes aangetroffen hulzen zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen, vermoedelijk een Glock. Uit onderzoek aan drie van deze zes hulzen blijkt dat ze zijn afgevuurd met de bij de verdachte aangetroffen Glock.
Eén van de twee schutters droeg ten tijde van de schietpartij een Scream-masker. Bij de aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 1] is in een zak in de achterbak van zijn auto een Scream-masker aangetroffen met een DNA-hoofdprofiel van de verdachte erop. In het afgeluisterde telefoongesprek van 31 januari 2020 tussen de verdachte en zijn vriendin zegt [getuige 1] dat ze hun tas in de auto van [naam 2] (=[medeverdachte 1]) hebben gevonden, waarop de verdachte zegt dat ze niet weet of ze het gevonden hebben en dat het in de achterbak van de auto lag.
Tenslotte blijkt uit de zendmastgegevens van de verdachte dat zijn telefoon lijkt mee te bewegen met de Kia Cerato en rond het tijdstip van de schietpartij aanstraalt op de Middle Region Road.
Op basis van alle bewijsmiddelen is het Gerecht van oordeel dat geen enkele twijfel bestaat dat de verdachte één van de daders van de schietpartij is geweest en wel degene met het Scream-masker op. De verdachte is degene geweest die in het wilde weg is gaan schieten op de personen die voor de supermarkt aanwezig waren en de verdachte heeft daarbij ook zijn mededader [slachtoffer 2] dodelijk in de rug getroffen.
Het is niet duidelijk geworden wie het daadwerkelijk doelwit van deze schietpartij is geweest. De verdachte moet hebben geweten dat het afvuren van een groot aantal kogels van zeer korte afstand op de wijze zoals dat in dit geval is gedaan voor eenieder die voor de supermarkt aanwezig was – en ook voor de voor hem lopende mededader [slachtoffer 2] – moet hebben betekend dat hun overlevingskansen klein waren. Anders gezegd: dergelijk handelen is onmiskenbaar gericht op de dood. Daarmee heeft de verdachte welbewust het risico genomen dat [slachtoffer 1], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zouden worden getroffen door de kogels en zouden komen te overlijden. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn ook daadwerkelijk door de door de verdachte afgevuurde kogels dodelijk geraakt. De opzet op de dood van alle genoemde slachtoffers kan aldus worden bewezen.
De vraag die vervolgens aan het Gerecht ter beoordeling voorligt is of er sprake is van moord op [slachtoffer 1] (feit 1) en poging tot moord op [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (feit 3). Voor bewezenverklaring van moord is vereist dat voorbedachte raad bewezen kan worden. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachte rade’ vast komen te staan dat een verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Het Gerecht overweegt daarover als volgt. Uit de hele gang van zaken voorafgaand, tijdens en na de schietpartij blijkt dat door de daders voorbereidingen zijn getroffen voor de (poging) tot liquidatie van één of meer van de aanwezigen voor de supermarkt. Zij hadden twee auto’s tot hun beschikking die vrijwel tegelijkertijd naar de Middle Region Road zijn gereden, ze waren met tenminste vier daders, twee daders renden met getrokken vuurwapen op de slachtoffers af en de verdachte had een masker voor zijn gezicht. Daarbij komt dat uit het dossier blijkt dat de verdachte en in ieder geval zijn mededader [medeverdachte 1] als huurmoordenaars werkzaam waren voor een vooralsnog onbekend gebleven opdrachtgever (al wordt in TCI-informatie wel een mogelijke opdrachtgever genoemd). Er is dan ook onmiskenbaar sprake van voorbedachte raad, van voldoende tijd voor kalm beraad op het besluit om de voor de supermarkt aanwezige personen te doden. Dat daarbij mogelijk onbedoelde slachtoffer zijn gevallen doet daaraan niet af, dat is een kwestie die de opzetvraag betreft. Hiervoor is al overwogen dat van opzet (tenminste in voorwaardelijke zin) kan worden gesproken. Er is tijd geweest om over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad na te denken en zich daarvan rekenschap te geven. Niet is gebleken van contra-indicaties die het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan.
Bij de schietpartij op 5 januari 2020 hebben de daders met hun auto het slachtoffer [slachtoffer 6] vanaf Maho gevolgd tot aan de eetgelegenheid Abu Ghazi. Nabij Abu Ghazi hebben [medeverdachte 1] en de verdachte het vuur geopend op [slachtoffer 6]. Uit de afgeluisterde gesprekken tussen de verdachte en een NN-man een half uur na de schietpartij blijkt overduidelijk dat de verdachte één van de schutters is geweest. Hij verklaart een man te zijn gevolgd vanuit Maho en bij Ghazi zes keer te hebben geschoten en dat hij het slachtoffer zag vallen. De verdachte is boos op de chauffeur van hun auto omdat die weg reed terwijl hij aan het schieten was.
Uit de WhatsApp-gesprekken en voice-notes tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], welke in de telefoon van [medeverdachte 1] zijn aangetroffen, blijkt dat [medeverdachte 1] de andere schutter is geweest en [medeverdachte 2] de chauffeur van de auto van de daders. [medeverdachte 2] zegt in die gesprekken dat hij een paar keer met de auto naar voren was gereden om te voorkomen dat de schutters door de tegenpartij zouden worden geraakt. Dit door [medeverdachte 2] beschreven rijgedrag blijkt ook uit de camerabeelden van het incident en sluit ook aan bij hetgeen de verdachte tegenover de NN-man zegt over het rijgedrag van de chauffeur.
Voorts blijkt uit onderzoek aan de op de plaats delict aangetroffen hulzen dat twee aangetroffen hulzen zijn verschoten met de bij de verdachte aangetroffen Glock.
Ten slotte spreekt de verdachte ook in het gesprek met zijn vriendin op 31 januari 2020 over deze schietpartij waar hij benoemt dat er twee vuurwapens in het spel waren en dat er alleen hulzen van hem en zijn maat waren gevonden.
Ook hier is evident sprake van een vooropgezet plan om [slachtoffer 6] van het leven te beroven, zodat poging tot moord bewezen kan worden.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde onder 1 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van moord.
Het bewezen verklaarde onder 2 primair is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:259 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van doodslag.
Het bewezen verklaarde onder 3 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van poging tot moord, meermalen gepleegd.
Het bewezen verklaarde onder 4 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 juncto artikel 1:123 en 1:119 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van poging tot moord.
Het bewezen verklaarde onder 5 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 3 en 11 van de Vuurwapenverordening en artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van overtreding van een bij artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening gesteld verbod, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bewezen is verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een moord, een doodslag, vier pogingen tot moord en vuurwapenbezit.
Op 28 oktober 2019 heeft de verdachte het vuur geopend op een groep mannen waarbij [slachtoffer 1] om het leven is gekomen en drie anderen van geluk mogen spreken dat ze het hebben overleefd. Tijdens deze schietpartij heeft de verdachte zo ongecontroleerd op de slachtoffers geschoten dat hij daarbij ook zijn mededader [slachtoffer 2] dodelijk heeft getroffen.
Op 5 januari 2020 heeft de verdachte het vuur geopend op slachtoffer [slachtoffer 6], die op dat moment samen was met zijn vrouw. [slachtoffer 6] is daarbij aan zijn been gewond geraakt.
De verdachte is een huurmoordenaar. Uit het dossier komt duidelijk naar voren dat de verdachte beide aanslagen heeft gepleegd voor geld. Samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft hij beide aanslagen beraamd en uitgevoerd. [medeverdachte 1] is inmiddels door het Gerecht voor onder andere deze aanslagen veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Het is niet duidelijk geworden wie bij de aanslag op 28 oktober 2019 het daadwerkelijke doelwit was, maar [slachtoffer 1] zal het zeker niet geweest zijn. Er is geen enkele aanwijzing dat [slachtoffer 1] zich ophield in criminele kringen. De verdachte heeft zich er, ondanks het feit dat er veel omstanders waren, niet van laten weerhouden het door hem opgevatte plan om het beoogde doelwit van het leven te beroven, te laten varen. Het is onvoorstelbaar dat hij daarbij de dood van [slachtoffer 1] en uiteindelijk ook [slachtoffer 2] op de koop toe heeft genomen.
[slachtoffer 1] was slechts kort op Sint Maarten omdat zijn vriendin zou gaan bevallen van hun kind. Na de bevalling zou hij met zijn vriendin en kind in Nederland gaan wonen. Door het gewelddadige en nietsontziende handelen van de verdachte en zijn mededaders hebben zij [slachtoffer 1] zijn meest kostbare bezit, het leven, ontnomen en de vriendin, familieleden en vrienden van het slachtoffer een immens en onherstelbaar leed aangedaan dat zij voor de rest van hun leven zullen dragen. Het is zeer schrijnend dat het kind van [slachtoffer 1] zijn vader nooit zal kennen.
Ook op hen die beide schietpartijen hebben overleefd zal het gebeurde een onuitwisbare indruk hebben gemaakt en grote angst hebben veroorzaakt. Zo is [slachtoffer 6] direct na de aanslag op hem ondergedoken. Dit soort misdrijven schokt ook de samenleving van Sint Maarten. Omdat de misdaad op Sint Maarten ernstige vormen heeft aangenomen, moet van de straf een zeer duidelijk signaal uitgaan dat anderen worden afgeschrikt soortgelijk misdadig gedrag te vertonen.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dat verband wijst het Gerecht op de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “moord” als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 jaar gegeven en voor “doodslag” als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 tot 12. Er is geen oriëntatiepunt voor een ‘’poging tot moord” maar wel voor een “poging doodslag met een vuurwapen” waarbij een gevangenisstraf tussen de 5 en 6 jaar is geïndiceerd. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier pogingen tot moord.
Tot slot is er nog sprake van vuurwapenbezit waar ook een gevangenisstraf is geïndiceerd.
Gelet op de veelheid en ernst van de feiten is een zeer langdurige gevangenisstraf zonder meer aangewezen. De vraag waarvoor het Gerecht zich ziet gesteld, is of deze zaak een zodanig uitzonderlijk geval is dat de oplegging van een levenslange gevangenisstraf is aangewezen of dat met oplegging van een tijdelijke gevangenisstraf van zeer lange duur kan worden volstaan.
Bij de beantwoording van deze vraag neemt het Gerecht de volgende omstandigheden in aanmerking.
De verdachte is niet eerder voor een strafbaar feit veroordeeld en hij was slechts 20 jaar oud toen hij de bewezen verklaarde feiten pleegde. Verder spreekt echter niets in zijn voordeel.
Verdachte heeft door zijn zwijgende houding geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen en geen inzicht in zijn handelen of duidelijkheid over zijn opdrachtgevers gegeven, laat staan berouw getoond.
Hij is een huurmoordenaar, iemand die te koop is om een ander te doden. Een zeer bedenkelijke moraal, die ook te denken geeft voor de toekomst. Waar is hij nog meer toe in staat zolang er maar geld tegenover staat? Uit afgeluisterde gesprekken tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt dat er sterke aanwijzingen bestaan dat hij ook in de periode tussen beide aanslagen (rond 5 december 2019) en na de tweede aanslag (op 7 januari 2020) bezig was met het voorbereiden van aanslagen. Hij werd er ondanks het doodschieten van zijn mededader [slachtoffer 2] op 28 oktober 2019 of het feit dat zijn vriendin ten tijde van de feiten zwanger van hem was, niet van weerhouden door te gaan met het plegen van strafbare feiten. Slechts door zijn aanhouding is hij gestopt met het plegen daarvan.
Naar het oordeel van het Gerecht dient een levenslange gevangenisstraf alleen in uitzonderlijke gevallen te worden opgelegd. Bij de oplegging daarvan is uiterste behoedzaamheid op zijn plaats. Mensen kunnen veranderen, zeker op de lange duur. Dat geldt zeker ook voor de verdachte, gelet op zijn zeer jonge leeftijd. Het is met name deze laatste omstandigheid die maakt dat de terugkeer van de verdachte in de samenleving niet voor altijd moet worden uitgesloten.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van dertig jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten het Glock vuurwapen en het scream-masker.
Het masker is vatbaar voor verbeurdverklaring. Met behulp van het masker is het onder 1, 2 primair en 3 bewezen verklaarde begaan.
Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring van dit masker gelasten.
Het vuurwapen en de bijbehorende munitie zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Met behulp van dit vuurwapen is het onder 1 tot en met 5 bewezen verklaarde begaan. Het ongecontroleerde bezit daarvan is bovendien in strijd met de wet. Het Gerecht zal het vuurwapen en de munitie daarom onttrekken aan het verkeer.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde partij] (moeder van het slachtoffer [slachtoffer 1]) heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt $ 25.275,35 aan materiele kosten.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen tot het volgens de wet maximale bedrag van NAf 50.000,- in verband met materiele en – door de benadeelde partij niet gevorderde – immateriële kosten.
De verdediging heeft bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering dan wel de vordering af te wijzen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot de gevorderde uitvaartkosten van $ 7.000. Dit deel van de vordering is met bewijsstukken onderbouwd en komt voor toewijzing in aanmerking. De overige gevorderde kosten zijn niet met bewijsstukken onderbouwd en zullen daarom worden afgewezen.
Het Gerecht ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen.
Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De benadeelde partij heeft zich laten bijstaan door een raadsman ter verkrijging van schadevergoeding in de onderhavige strafprocedure en vordert een vergoeding van de advocaatkosten tot een bedrag van $ 2.066,25. Het Gerecht zal dit bedrag toewijzen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67, 1:75, 1:119 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
30 (dertig) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis en in uitleveringsdetentie is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een scream-masker;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten het Glock vuurwapen en de bijbehorende munitie;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij] geleden schade toe tot een bedrag van
$ 7.000,- (zegge: zevenduizend Amerikaanse dollar),en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot
op $ 2.066,25 (zegge: tweeduizend Amerikaanse dollar en vijfentwintig cent), en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
$ 7.000,- (zegge: zevenduizend) Amerikaanse dollar, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 70 (zeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G.P. Verbeek, bijgestaan door mr. S. Hoebe, (zittingsgriffier), en op 15 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten (Team Bestrijding Zware Criminaliteit), geregistreerd onder onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam]”. De bronvermelding verwijst naar paginanummers uit het zaaksdossier. Indien er naar bewijsmiddelen uit andere dossiers wordt verwezen, zal dit dossier genoemd worden in de noot.
2.Proces-verbaal d.d. 28 oktober 2019, pagina 1.
3.Proces-verbaal d.d. 28 oktober 2019, pagina 4.
4.Proces-verbaal d.d. 6 juli 2020, pagina 9 relaas.
5.Forensic Autopsy Report d.d. 30 oktober 2019, pagina 207-215.
6.Forensic Autopsy Report d.d. 31 oktober 2019, pagina 231-241.
7.Proces-verbaal d.d. 28 oktober 2019, pagina 327.
8.Proces-verbaal d.d. 29 november 2019, pagina 368.
9.Proces-verbaal d.d. 28 oktober 2019, pagina 323.
10.Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring, d.d. 30 oktober 2019, pagina 182.
11.Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring, d.d. 30 oktober 2019, pagina 185.
12.Proces-verbaal d.d. 2 december 2019, pagina 6-12.
13.Proces-verbaal d.d. 31 oktober 2019, pagina 13.
14.Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden rijroute [rijroute], pagina 301.
15.Proces-verbaal d.d. 13 januari 2020, pagina 458.
16.NFI rapport d.d. 15 januari 2020, pagina 541.
17.Proces-verbaal d.d. 18 februari 2020, pagina 212 Zaaksdossier [naam Zaaksdossier].
18.Proces-verbaal d.d. 27 januari 2020, pagina 215 Zaaksdossier [naam Zaaksdossier].
19.Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 30 maart 2020, pagina 245 Zaaksdossier [naam Zaaksdossier].
20.Proces-verbaal van verhoor d.d. 19 mei 2020, pagina 279 (Franse versie), de Nederlandse vertaling is ongenummerd.
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 januari 2020, pagina 405.
22.Proces-verbaal d.d. 24 januari 2020 met bijlagen, pagina 551.
23.Proces-verbaal d.d. 27 januari 2020, pagina 557.
24.NFI Rapporten d.d. 2 oktober 2020 en 2 maart 2021.
25.Proces-verbaal d.d. 27 januari 2020, pagina 227 van Zaaksdossier [naam Zaaksdossier].
26.Proces-verbaal van identificeren verdachte d.d. 15 januari 2020, pagina 177
27.Proces-verbaal van identificeren verdachte d.d. 14 januari 2020, pagina 79 Zaaksdossier Voorbereiden.
28.Het proces-verbaal d.d. 27 april 2020, pagina 180.
29.Aanvullend stuk naar aanleiding van onderzoekswensen van de verdediging.
30.Prcoes-verbaal van getuigenverhoor [getuige 1] d.d. 18 februari 2020, pagina 310.
31.Proces-verbaal van gesprek tussen verdachte en [getuige 1] d.d. 28 augustus 2020, pagina 756.
32.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 318.
33.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten (Team Bestrijding Zware Criminaliteit), geregistreerd onder de onderzoeksnaam “[naam Zaaksdossier]”. De bronvermelding verwijst naar paginanummers uit het zaaksdossier. Indien er naar bewijsmiddelen uit andere dossiers wordt verwezen, zal dit dossier genoemd worden in de noot.
34.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden Maho Pharmacy, pagina 187.
35.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden Casino Royale, pagina 191.
36.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden Maho Supermarket, pagina 197.
37.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden PVB camerabeelden CCTV Churchill Roundabout PTZ en Eddy Auto PTZ LPR, pagina 200.
38.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden Sol Gasstation, pagina 137.
39.Proces-verbaal d.d. 18 april 2020, pagina 165.
40.Proces-verbaal d.d. 13 januari 2020, pagina 157.
41.Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 27 januari 2020, pagina 52.
42.Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 30 maart 2020, pagina 245.
43.Proces-verbaal d.d. 23 januari 2020, pagina 23 Verdachtendossier [medeverdachte 1].
44.Proces-verbaal d.d. 24 januari 2020, pagina 571 Zaaksdossier [onderzoeksnaam].
45.Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 april 2020, pagina 578.
46.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] d.d. 20 februari 2020, pagina 9.
47.Tapgesprek d.d. 5 januari 2020, pagina 1.
48.Tapgesprek d.d. 5 januari 2020, pagina 4.
49.Proces-verbaal uitlezen GSM RST d.d. 26 februari 2020, pagina 286.
50.Proces-verbaal van telecom verdachte d.d. 14 augustus 2020, pagina 288.
51.Proces-verbaal telecom [medeverdachte 1] d.d. 30 juni 2020, pagina 179a.
52.Aanvullend stuk naar aanleiding van onderzoekswensen van de verdediging.