Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
verzoekster inzake SXM202101061 en SXM202101174,
gemachtigde: mr. J. DEELSTRA,
verweerster inzake SXM202101061 en SXM202101174,
gemachtigde: mr. C.J. KOSTER.
1.1. Het procesverloop in alle drie de procedures
2.De feiten
“Agreement for the provision of services”, ondertekend door de werkneemster en de Voorzitter van de Raad van Commissarissen, komen de volgende passages voor:
- ik ben met ziekteverlof,
- na mijn ziekteverlof kom ik erop terug,
- graag zie ik een
- ik heb mijn thesis verdedigd op 22 juli 2020,
- op 30 juli 2020 (bijlage) heb ik daarvan het certificaat ontvangen,
- ik mag dus de “Dr.”-titel voeren,
- binnenkort krijg ik per mail de bul toegestuurd met een
- Bachelor of Business Administration-Accounting from Howard University;
- Master of Science in Business Administration from the University of Maryland;
- Master of Business Administration from the Washington Adventist University;
- Doctor of Business Administration from Walden University.
3.De geschillen
- a) voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet rechtsgeldig werd beëindigd en nog altijd rechtsgeldig voortduurt,
- b) de werkgeefster te veroordelen om aan de werkneemster te voldoen het achterstallig loon en emolumenten op grond van de arbeidsovereenkomst en een kostenvergoeding voor vervangend vervoer van USD 800,00 per maand en benzine van NAf. 250,00 per maand, althans een door het Gerecht in goede justitie te bepalen bedrag of bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging vanaf datum indiening verzoekschrift tot aan de dag van algehele betaling,
- c) voor recht te verklaren dat de werkgeefster tekort is geschoten in haar verplichtingen om zich als goed werkgever op grond van artikel 7A:1614y BW jegens de werkneemster te gedragen en aldus schadeplichtig is geworden jegens de werkneemster voor een bedrag van USD 50.000,00, althans een door het Gerecht in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum indiening verzoekschrift tot aan de dag van algehele betaling,
- d) de werkgeefster te veroordelen om binnen 24 uur na de uitspraak rectificatie te doen plaatsen op de websites van SMN News, Daily Herald en SintMaartenNews.com in verband met de onjuiste en diffamerende berichtgeving in de media van 2 en 3 juli 2021, op straffe van een dwangsom van USD 500,00 per dag of een gedeelte daarvan dat de werkgeefster daarmee in gebreke is, althans een door het Gerecht in goede justitie te bepalen dwangsom,
- e) de werkgeefster te veroordelen in de buitengerechtelijke advocatenkosten van USD 20.000,00, althans een ander in goede justitie te bepalen bedrag, alsmede te veroordelen in de kosten van deze procedure, met inbegrip van het salaris van gemachtigde en daarbij te bepalen dat 14 dagen na vonniswijzing wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal worden tot aan de dag van algehele betaling.
- i) de arbeidsovereenkomst, voor zover deze per 21 juli 2021 of per 9 september 2021 niet reeds rechtsgeldig tot een einde mocht zijn gekomen, met onmiddellijke ingang ontbonden te verklaren, zonder toekenning van enige vergoeding aan de werkneemster,
- ii) en indien het Gerecht toch een vergoeding toekent, te bepalen dat de (alsdan voorwaardelijke) vergoeding pas opeisbaar zal zijn wanneer er onherroepelijk vast komt te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet al rechtsgeldig is geëindigd op 21 juli 2021, dan wel per 9 september 2021,
- iii) waarbij het Gerecht bovendien verstaat dat enige aanspraak op basis van Cessantia in de (voorwaardelijke) vergoeding begrepen is,
- iv) de werkneemster in de proceskosten te veroordelen.
4.De beoordeling
Plan van aanpak
second opinionvan een verzekeringsarts in het geding waaruit volgt dat de werkneemster, al dan niet deels, arbeidsgeschikt is verklaard. Dat betekent dus dat sprake is van reële arbeidsongeschiktheid die kenbaar was voor de werkgeefster.
governancevan de vennootschap die de onderneming exploiteert. Ook daarom gaat dit verweer van de werkneemster niet op.
“other measures”) tegen haar te nemen. Het Gerecht vindt het veelzeggend dat de werkgeefster dan uitsluitend uitkomt bij de kwestie van de diploma’s als dringende reden en niet bij het jarenlange functioneren van de werkneemster in haar functie van Head Internal Audit Department; dat functioneren is inhoudelijk dus kennelijk naar behoren geweest. Tot slot geldt dat de werkgeefster, blijkens haar brief van 9 maart 2021 (zie 2.14.), drie andere onderwerpen op de korrel had waarop zij de werkneemster kritisch wilde bevragen. Kennelijk zijn deze vragen naar behoren beantwoord, of onvoldoende zwaarwegend beoordeeld door de werkgeefster, want zij maken geen onderdeel uit van de dringende reden voor het ontslag op staande voet zoals geformuleerd in de brief van 21 juli 2021.
“De werkgever is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten, wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.”
“disciplinary action”en
“other measures”te nemen tegen de werkneemster. De informatie die mr. Bloem verspreidt is afkomstig uit wetenschap van de Raad van Commissarissen en dus van de werkgeefster. Deze uitlatingen zijn dan ook toerekenbaar aan de werkgeefster. Arbeidsrechtelijk gezien is het dan zo dat de werkgeefster de werkneemster in het openbaar beschuldigt van
“illegal and irregular behavior”en dreigt met strafrechtelijke aangifte.
illegal and irregular behavior” voldoende steun vinden in de feiten. Deze actie van de werkgeefster is dan ook onrechtmatig en moet op grond van artikel 6:167 BW worden gerectificeerd, zoals hieronder is vermeld. De rectificatie wordt gesanctioneerd met dwangsommen, zoals verzocht.
Code of Ethicsdie onder verantwoordelijkheid van de werkneemster door de werkgeefster is ingevoerd.
5.De beslissing
SMN News en SintMaartenNews.com: