ECLI:NL:OGEAM:2020:30

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
15 januari 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
SXM201901117
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake arbeidsovereenkomst en loonbetaling werknemer met ziekteverleden

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 15 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst en de betaling van loon. De werknemer, die sinds 2 juli 2000 in dienst was als security officer, had sinds 2016 wegens ziekte niet meer gewerkt. De werkgever had het loon tot 1 mei 2017 doorbetaald, maar na deze datum geen verdere betalingen gedaan, omdat de werknemer zich niet had gemeld en volgens de werkgever zijn verplichtingen niet was nagekomen. De werknemer had in 2018 een klacht ingediend bij de Labor Office en de werkgever gesommeerd om het loon te betalen, maar de werkgever weigerde dit, stellende dat de werknemer zijn baan had verlaten door niet te communiceren over zijn ziekteverzuim.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de werknemer zijn werkgever niet op de hoogte had gehouden van zijn ziekteverloop, wat volgens het Gerecht in strijd was met de beginselen van goed werknemerschap. De werknemer had zich in het buitenland laten behandelen zonder toestemming van de SZV en had zich niet tijdig bij de werkgever gemeld na zijn terugkeer. Het Gerecht oordeelde dat de werknemer niet voldoende beschikbaar was geweest voor zijn werkzaamheden en dat de werkgever terecht de loonbetaling had stopgezet. De vordering van de werknemer om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst nog voortduurt, werd toegewezen, maar de vordering tot loonbetaling werd afgewezen. De werknemer werd in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen werknemer en werkgever, vooral in situaties van ziekteverzuim, en bevestigt dat een werknemer zijn werkgever op de hoogte moet houden van zijn beschikbaarheid voor werk. De beslissing van het Gerecht is een belangrijke uitspraak in het arbeidsrecht, met implicaties voor de verantwoordelijkheden van werknemers bij ziekteverzuim.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM201901117
Beschikking d.d. 15 januari 2020
inzake
[de werknemer],wonende in Sint Maarten,
verzoeker,
hierna: de werknemer,
gemachtigde: mr. S.R. BOMMEL,
tegen
de naamloze vennootschap [de werkgever]wonende in Sint Maarten,
verweerster,
hierna: de werkgever,
gemachtigde: mr. B.B. BROOKS.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 11 oktober 2019,
brief van 21 november 2019 met bijlagen namens de werkgever,
pleitaantekeningen namens de werkgever.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 november 2019 in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.
1.2.
Partijen hebben geprobeerd de zaak te schikken. Dat is niet gelukt en de uitspraakdatum is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Sinds 2 juli 2000 bestaat tussen partijen een arbeidsovereenkomst. De werknemer is security officer en verdient een maandelijks bruto loon van NAf. 1.850,00. In 2016 is bij de werknemer kanker geconstateerd. Daarvoor heeft hij behandelingen ondergaan buiten Sint Maarten. Sinds 1 september 2016 heeft hij wegens ziekte moeten verzuimen. De werkgever heeft het loon doorbetaald tot 1 mei 2017. Vanaf 30 augustus 2018 is de werknemer weer arbeidsgeschikt. Hij heeft echter daarna geen werkzaamheden verricht voor de werkgever.
2.2.
Op 10 december 2018 heeft de werknemer een klacht ingediend bij de Labor Office omdat de werkgever het loon niet meer doorbetaalde. Bij brief van 11 februari 2019 is de werkgever door de werknemer gesommeerd het loon te betalen. Aan die sommatie heeft de werkgever geen gehoor gegeven.
2.3.
In de e-mail van de werkgever van 19 augustus 2019 aan de gemachtigde van de werknemer wordt het volgende geschreven:
“We were also contacted by the labor department and SZV regarding [de werknemer] situation in December 2018. Furthermore, we were notified by the SZV department of [de werknemer] last sick day and fit to work on May 7th, 2017. Without SZV consent [de werknemer] opted to travel back to his home country to seek medical advice. It was also mentioned due to SZV none referral, that [de werknemer] would not be compensated for period missed. Please bear in mind that our return is received from SZV the following year. A company cannot pay for sick leave if its not acknowledged by SZV.
We consider that [de werknemer] had abandoned the job by not contacting us, it is his responsibility to contact us as employer regarding his job position when he is sick.
According to Dutch law in case of absence from work due to illness or due to an accident, the employee will only receive salary payment from the SZV, if the inability to work is lawfully certified (i.e. doctor’s card) by the SZV. If [de werknemer] was on sick leave SZV had to send him out. If he choose to seek medical attention on his own without contacting his employer is deemed unacceptable. “
2.4.
Hierop reageert de gemachtigde van de werknemer dat wel degelijk de werkgever op de hoogte was gehouden van de ziektegeschiedenis door de werknemer. In de e-mail van de werkgever aan de gemachtigde van de werkgever d.d. 5 september 2019 wordt onder andere daarop het volgende geantwoord:
“[de werknemer] is no longer employed with us since 2017 because he abandoned his job. As we operate under the Dutch law we have rules regarding sick leave that you are well aware of. All sick leaves has to go by SZV insurance [de werknemer] was fit to work since May 7, 2017. Mrs. Bommel, we still have a payment for [de werknemer] that he refuse to take. We don’t have to do a mutual termination because [de werknemer] abandoned his job.”
2.5.
Bij brief van 10 december 2018
“To whom it may concern”bericht SZV onder andere het volgende:
“Please see below days registered in our system to be paid to the abovementioned employee:
AO: September 1, 2016
Fit for work due to leaving the island: May 7, 2017
Sickness expired: September 1, 2018
Due to no sick leave control at our office or admission to hospital abroad, period will not be covered.
Employee returned to the island and presented himself at SZV on October 30, 2018 where he got the sickness card signed with expiration date. Employee is aware of sickness expiration as this was explained to him and is aware that sick leave period abroad would not be covered as this treatment is available locally.”

3.Het geschil

3.1.
De werknemer vordert dat het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking, de volgende beslissingen neemt;
a. hem gratis admissie te verlenen,
b. te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst nog steeds voortduurt,
c. de werkgever te veroordelen om het salaris over de maand mei 2017 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhogingen vanaf de dag van opeisbaarheid en de wettelijke rente vanaf 11 februari 2019,
d. de werkgever te bevelen de ziektekosten, zoals bedoeld in de arbeidsovereenkomst, te betalen en de werknemer te verzekeren en verzekerd te houden zo lang de arbeidsovereenkomst voortduurt,
e. de werkgever in de proceskosten te betalen.
3.2.
De werkgever verzoekt het Gerecht om de vorderingen van de werknemer af te wijzen en hem in de proceskosten te veroordelen.
3.3.
Op de argumenten van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De werkgever voert als verweer aan dat vanaf 5 mei 2017 tot omstreeks 3 december 2018 hij niets meer van de werknemer heeft gehoord. Op 30 oktober 2018 is de werknemer bij SZV langs geweest en toen is de
sickness cardafgetekend door SZV. Ook toen heeft de werknemer zich niet bij de werkgever gemeld. De werknemer heeft zich nooit bereid betoond om de werkzaamheden te hervatten. Hij wil alleen maar loon ontvangen. Omdat de werknemer niet op het werk verscheen is terecht de loonbetaling stopgezet. Bovendien geldt dat de werkgever slechts gehouden is om bij ziekte het loon gedurende een betrekkelijk korte periode door te betalen. Verder doet de werkgever een beroep op rechtsverwerking en, uiterst subsidiair, op strijd met de redelijkheid en billijkheid omdat de werknemer gedurende ruim 19 maanden niets van zich liet horen.
4.2.
Op de zitting heeft de rechter de werknemer ondervraagd hoe hij de werkgever van het ziekteverloop op de hoogte heeft gehouden. Daarop heeft de werknemer medegedeeld dat zijn broer de werkgever op de hoogte heeft gehouden. De werknemer heeft ook zelf meerdere malen met de werkgever gebeld maar kwam niet verder dan de telefoniste. Een en ander werd door de werkgever inhoudelijk betwist.
4.3.
Het Gerecht overweegt het volgende. De beginselen van goed werknemerschap brengen met zich dat de werknemer de werkgever op de hoogte houdt van het verloop van het ziekteverzuim. De werkgever moet immers kunnen weten wanneer de werknemer weer (deels) arbeidsgeschikt wordt. Het langs sturen van zijn broer en het bellen acht het Gerecht onvoldoende. De werknemer had in persoon langs moeten gaan bij de werkgever als hij geen contact kon krijgen zodra dat mogelijk was. Onbetwist is namelijk dat de werknemer in oktober 2018 uit het buitenland terugkwam. Hij had zich toen direct moeten melden bij de werkgever. Wat betreft de periode dat hij zich in het buitenland bevond geldt dat uit de brief van SZV van 10 december 2018 volgt dat hij zonder haar toestemming een behandeling in het buitenland heeft ondergaan waardoor hij zich voor langere tijd heeft onttrokken aan medische controles. Dat is temeer een reden voor de werknemer om zich in te spannen om de werkgever op de hoogte te houden van zijn ziekteverloop. De werknemer had kunnen e-mailen of zijn broer kunnen vragen om tegen ontvangstbevestiging brieven bij de werkgever achter te laten. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat de werknemer, door de werkgever niet op de hoogte te houden, niet heeft gehandeld zoals van een goed werknemer mag worden gevergd. Dit betekent dat hij over de periode vanaf 1 juni 2017 geen recht heeft op loon. Door zich te onttrekken aan de reguliere medische controles van SZV, waar hij via de werkgever was verzekerd tegen verlies van inkomsten, mocht de werkgever er inderdaad vanuit gaan dat hij zich niet ter beschikking hield voor de overeengekomen werkzaamheden zodat de regel van “geen werk, geen loon” toepasselijk is. Omdat de afdrachten door de werkgever aan SZV deel uitmaken van het overeengekomen bruto salaris zal het Gerecht de vordering d afwijzen.
4.4.
Wat betreft de vordering onder b. wordt het volgende overwogen. Uit de e-mails van de werkgever van 19 augustus en 5 september 2019 volgt dat de werkgever van mening is dat de werknemer
“abandoned his job”en dat daarom de arbeidsovereenkomst niet meer bestaat. Uit de weergave van het verweer van de werkgever in deze procedure onder 4.1. volgt dat dit verweer door de werkgever in deze procedure niet wordt gevoerd. De enkele stelling
“niet langer geïnteresseerd was in het werk”(alinea 18 van de pleitnota) is onvoldoende. Daarom is deze vordering onvoldoende weersproken en moet het Gerecht deze toewijzen. Per saldo bestaat de arbeidsovereenkomst op dit moment dus nog maar is er geen loonbetalingsverplichting.
4.5.
De vordering onder c is op de zitting ingetrokken omdat partijen daarover een betalingsafspraak hebben gemaakt.
4.6.
Als overwegend in het ongelijk gestelde partij wordt de werknemer in de proceskosten veroordeeld.

5.De beslissing

Het Gerecht:
verleent de werknemer gratis admissie,
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestaat,
veroordeelt de werknemer in de proceskosten, aan de zijde van de werkgever begroot op nihil aan verschotten en op NAf. 1.000,00 aan salaris gemachtigde,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 15 januari 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.