In deze zaak heeft de naamloze vennootschap NETSTAR N.V. beroep ingesteld tegen een beschikking van de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Vervoer en Telecommunicatie, waarin niet is beslist op een verzoek om informatie op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (LOB). Eiseres stelt dat de Minister niet adequaat heeft gereageerd op haar verzoek van 4 augustus 2017, waarin zij informatie vroeg over de vereisten voor het verkrijgen van een Bewijs van Goedkeuring (BvG) en andere gerelateerde vragen. De Minister heeft in zijn verweerschrift gesteld dat de eerste drie verzoeken niet onder de LOB vallen en dat er al op het verzoek is gereageerd. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 januari 2019, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft geoordeeld dat het verzoek van eiseres niet als een LOB-verzoek kan worden gekwalificeerd, omdat het een gewoon verzoek om informatie betreft en niet om specifieke documenten vraagt. Het Gerecht heeft echter ook vastgesteld dat de antwoorden op de vragen van eiseres relevant zijn, maar dat de LOB-procedure niet de juiste weg is om deze antwoorden te verkrijgen. Het beroep op het petitierecht, dat in de Staatsregeling is geregeld, kan hier geen verandering in brengen, aangezien het petitierecht niet gericht is op het verkrijgen van informatie zoals bedoeld in de LOB.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat het vierde verzoek van eiseres ten onrechte door de Minister is afgewezen, omdat het wel degelijk een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en de Minister opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beschikking te geven op de aanvraag van eiseres. Tevens is de Minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op NAf. 1.400,- en een vergoeding van het griffierecht van NAf. 150,-.