ECLI:NL:OGEAM:2019:52

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
24 april 2019
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
100.00436/18; 100.00205/17 (tul)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor meerdere pogingen tot doodslag en vuurwapenbezit

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1987 te [geboorteplaats], heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 24 april 2019 uitspraak gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaren voor meerdere pogingen tot doodslag, vuurwapenbezit en vernieling. De feiten vonden plaats op 25 september 2018, toen de verdachte ten minste negen keer op een auto schoot waarin zijn ex-vriendin en twee anderen zaten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 jaren geëist, maar het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachte raad, wat leidde tot een lagere straf. De verdediging had gepleit voor vrijspraak, maar het Gerecht oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De verdachte had eerder doodsbedreigingen geuit naar de aangeefster en had een motief voor de schietpartij. De vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 1], tot schadevergoeding van $ 2.492,39 werd toegewezen. De verdachte is ook veroordeeld tot de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 162 dagen.

Uitspraak

Parketnummers: 100.00436/18; 100.00205/17 (tul)
Uitspraak: 24 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in Point Blanche te Sint Maarten.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2019. Verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Z.J. Bary, advocaat te Sint Maarten.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie, mr. R.C.P. Rammeloo, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zal verklaren en verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging (een gevangenisstraf voor de duur van 162 dagen). Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij geheel wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit nu bij de aanhouding van verdachte geen redelijk vermoeden van schuld bestond. Voorts heeft de raadsvrouw vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit, behalve ten aanzien van het vuurwapenbezit (feit 2). Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard.

Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 September 2018 in Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk al dan niet- met voorbedachten rade om een of meerdere personen, te weten: [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], van het leven te beroven, met dat opzet -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen, meermalen op de zich in een auto bevindende voornoemde personen heeft geschoten, althans in en/ of in de richting van (de achterzijde) van die auto heeft geschoten, alwaar voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair.
hij op of omstreeks 25 September 2018 in Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een of meerdere personen, te weten: [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], opzettelijk - al dan niet- met voorbedachten rade, zwaar lichamehjk letsel toe te brengen, met dat opzet -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen, meermalen op de zich in een auto bevindende voornoemde personen heeft geschoten, althans in en/of in de richting van (de achterzijde) van die auto heeft geschoten, alwaar voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair.
hij op of omstreeks 25 September 2018 in Sint Maarten, een of meerdere personen, te weten: [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/ of [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van een (vuur)wapen, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk meermalen op de zich in een auto bevindende voornoemde personen geschoten, althans in en/of in de richting van (de achterzijde) van die auto geschoten, alwaar voornoemde personen zich bevonden;
2.
hij op of omstreeks 25 september 2018 en/of 28 oktober 2018, althans in of omstreeks de periode van 25 september 2018 tot en met 28 oktober 2018 in Sint Maarten, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening, waaronder een pistool van het merk Taurus, model G2 en kaliber 9MM, en/of munitie in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten: negen patronen kaliber 9MM en/of 13 scherpe patronen, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 25 September 2018 in Sint Maarten, opzettelijk en wederrechtelijk de (achter)ruit en/of de achterklep en/of de (rechter)achterlamp van een auto te weten: een Hyundai met kentekennummer: [kentekennummer], in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt, immers heeft hij, verdachte, meermalen in/op/tegen (de richting) van voornoemde auto geschoten.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is en dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
De raadsvrouw heeft de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging bepleit. Daartoe heeft zij aan gevoerd dat er dwangmiddelen tegen verdachte zijn ingezet, terwijl er op dat moment tegen hem geen redelijk vermoeden van schuld bestond.
Het Gerecht overweegt als volgt. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] hebben blijkens hun verklaring verdachte herkend als de schutter en hebben daarvan aangifte gedaan. Deze aangiftes leveren naar het oordeel van het Gerecht een redelijk vermoeden van schuld op. De dwangmiddelen zijn naar aanleiding van (onder meer) deze aangiftes ingezet. Het verweer mist derhalve feitelijke grondslag. Nu aldus geen normschending kan worden vastgesteld verwerpt het Gerecht het verweer reeds om die reden. Ten overvloede overweegt het Gerecht, onder verwijzing naar het Zwolsman-criterium [1] , dat het verweer onvoldoende onderbouwd is om tot niet-ontvankelijkheid te kunnen leiden.
Het openbaar ministerie is ontvankelijk in zijn vervolging en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak van voorbedachte raad

De officier van justitie heeft een bewezenverklaring gevorderd van de ten laste gelegde voorbedachte raad.
Het Gerecht overweegt als volgt. Voor een bewezenverklaring van poging tot moord, zoals primair ten laste is gelegd, is onder meer vereist dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. Daarvan is sprake indien de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Bij de beoordeling van dit criterium moet een weging en waardering worden gemaakt van de omstandigheden van het concrete geval, met dien verstande dat het gewicht moet worden bepaald van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van de voorbedachte raad pleiten.
In het onderhavige geval spelen de volgende omstandigheden een rol. Vast staat dat sprake is van een langdurige animositeit tussen verdachte en aangeefster, die kennelijk is voortgekomen uit wrok bij verdachte over een beëindigde liefdesrelatie. Verdachte heeft eerder doodsbedreigingen tegen aangeefster geuit en is daar ook strafrechtelijk voor veroordeeld. Kort voor het schietincident heeft verdachte telefonisch contact gehad met aangeefster. Daarop wordt hij door aangeefster rijdend op zijn motor gezien. Verdachte kijkt in de auto en ziet aangeefster daar zitten. Even later vindt de schietpartij plaats, waarbij verdachte gericht heeft geschoten op de auto waarin zich aangeefster met twee anderen bevond. In deze omstandigheden kunnen aanwijzingen gevonden worden voor het bestaan van een plan om dodelijk geweld te gebruiken.
Het Gerecht kan echter niet vaststellen op welk moment het wilsbesluit van verdachte om te gaan schieten is ontstaan. Dat verdachte tijd heeft gehad om zich van de gevolgen van zijn voorgenomen handelen rekenschap te geven staat daarmee niet vast. Het kort voor het incident gevoerde telefoongesprek had een onaangename toon, maar bevatte als zodanig geen doodsbedreiging. Verdachte heeft iedere betrokkenheid ontkend en heeft aldus geen inzicht gegeven in zijn emoties, gedachtegang en beweegredenen. Mitsdien kan bepaald niet worden uitgesloten dat verdachte in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft gehandeld. Nu er onvoldoende bewijs is voor voorbedachte raad, zal het Gerecht daarvan vrijspreken.

Bewezenverklaring

Het Gerecht verklaart bewezen dat verdachte:
1 primair.
hij op
of omstreeks25 September 2018 in Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
al dan niet- met voorbedachten rade om een ofmeerdere personen, te weten: [slachtoffer 1] en
/ of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3], van het leven te beroven, met dat opzet
-al dan niet- na kalm beraad en rustig overlegmet een vuurwapen, meermalen op de zich in een auto bevindende voornoemde personen heeft geschoten,
althans in en/ of in de richting van (de achterzijde) van die auto heeft geschoten, alwaar voornoemde personen zich bevonden,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op
of omstreeks25 september 2018 en
/of28 oktober 2018
, althans in of omstreeks de periode van 25 september 2018 tot en met 28 oktober 2018in Sint Maarten,
een of meervuurwapen
(s
), in de zin van de Vuurwapenverordening, waaronder een pistool van het merk Taurus, model G2 en kaliber 9MM, en
/ofmunitie in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten: negen patronen kaliber 9MM en
/of13 scherpe patronen, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op
of omstreeks25 September 2018 in Sint Maarten, opzettelijk en wederrechtelijk de
(achter
)ruit en
/ofde achterklep en
/ofde
(rechter
)achterlamp van een auto te weten: een Hyundai met kentekennummer: [kentekennummer],
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende
aan [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 1], in elk gevalaan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft
vernield en/ofbeschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt,immers heeft hij, verdachte, meermalen
in/op
/tegen (de richting) vanvoornoemde auto geschoten.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring [2]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Sint Maarten.
1. Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] d.d. 26 september 2018 (bijlage 1), inhoudende:
In 2017, I had a relationship with a guy by the name of [verdachte]. The
relationship lasted for 3 months and in April of 2017,1 ended the relationship. Since the breakup he has been threatening me that he will kill me. At one point last year he shot at me. He was arrested for the threats that he made to me but then was released again. Tonight I was in the car with my mother, [slachtoffer 2] and [slachtoffer 3]. While driving through Sucker Garden on our way home I received a phone call. I didn't know the number that was calling my phone and when I answered I heard a male voice. The person said that he heard that I went to French Quarter with a man. I didn't recognize the voice at first and I asked who I was speaking to. The person said that it was "[bijnaam verdachte]". [bijnaam verdachte] is the nickname of [verdachte]. I asked again who I was speaking to just to be sure that I had heard correctly. He repeated his nickname. Immediately I got upset and asked him why he was calling my Phone. I closed the phone in his ear and continued driving towards home. I then blocked the number that he had called me on so that he wouldn't call me again. When we got to my home I dropped my mother off and went inside our house for a minute. When I got back out and was about to drive away from my home, I saw [verdachte] on his motorbike. He rode past me in the opposite direction. I saw that slowed down his bike and looked in my car. He was riding his black street bike and wore a blue t shirt. I continued driving away and drove to the next street over. Golden Rock Estate, to bring [slachtoffer 3] home. When I drove down Golden Rock Estate I did it without lights so that I could lose [verdachte]. Because my first thought when I saw him was, "what is going to happen now". Upon turning the corner to enter Golden Rock Estate, I saw that he was further up the road on Anna Hope Estate. I continued down [adres 1], the second house on the right hand side of that street, and parked there. That is where [slachtoffer 3] lives. As soon as I parked the car I started hearing loud noises. At first I thought that maybe the neighbour was doing something that caused that noise and then I realized that it was gunshots. I heard the glass in my car breaking and I realized that someone was shooting at my car. So I ducked and opened my car door to look back to see who was shooting at my car. When I looked I saw that [verdachte] was sitting on his bike at the entrance to Golden rock Estate. I could not see that he had a gun in his hand because the road was dark. I noticed that every time I heard a gunshot I would see a flash of light coming from him. When he was finished shooting, he started his bike and rode away. He acted as if he was in no hurry, he took his time with the whole thing. This is not the first time that he has attempted to take my life. He has threatened me many times in the past that he would kill me. He even told me before that one of these days he would just come out of the bushes where I live and kill me when I least expect it. So knowing him, he will come back to shoot at me again.
2) Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 26 september 2018 (bijlage 2), inhoudende:
Last night somewhere after nine o'clock, I was in the car with [slachtoffer 1], her mom and [slachtoffer 3] when [slachtoffer 1] received a phone call. I don't know who called her but from listening to her side of the conversation I knew that it was [verdachte]. [verdachte] is her ex boyfriend. We were driving through Sucker Garden heading home when she received the phone call. We drove to Belvedere to take her mom home. When we were driving away from her house I saw that [verdachte] passed us doing in the opposite direction. He was riding his street bike and he was wearing a royal blue t shirt. I was sitting in the backseat of the car. We drove then to the next street over where [slachtoffer 3] lives at Golden Rock estate. When we parked the car I started hearing gunshots. I ducked down in the back seat until it was over. The shots were coming from the rear of the vehicle. The vehicle was parked facing Golden Rock Estate. I did not see who it was that was shooting because by the time I got out of the car the suspect had already left the scene. However, I did hear when a motorbike started and drove away.
3) Proces- verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 26 september 2018 (bijlage 3), inhoudende:
Last night somewhere after nine o'clock, I was in the car with [slachtoffer 1], her mom and [slachtoffer 2] when [slachtoffer 1] received a phone call. I don't know who called her but from listening to her side of the conversation I knew that it was [verdachte]. [verdachte] is her ex boyfriend. We were driving through Sucker Garden heading home when she received the phone call. We drove to Belvedere to take her mom home. When we were driving away from her house I saw that [verdachte] passed us going in the opposite direction. He was riding his street bike and he was wearing a royal blue t shirt. I was sitting in the front passenger seat of the car. The car was parked facing into Golden rock estate. So the passenger door was close to the wall of my house. We drove then to the next street over to my house at Golden Rock Estate. When we parked the car I started hearing gunshots. I ducked down and opened the car door to see who was shooting at us. When I looked back I saw [verdachte] at the entrance of my street, on Anna Hope estate road, sitting on his bike. Because there were no street lights on I couldn't see what he as holding in his hand. I did notice however, that fro every time that I heard a gunshot I would see sparks coming from [verdachte]. When the shooting stopped, he started his bike and rode away. That indicated to me that he was the one doing the shooting. The car that [slachtoffer 1] was driving got damaged from the gun shots. We could of all been killed.
4) Proces- verbaal van aangifte [getuige 1] d.d. 26 september 2018 (bijlage 4), inhoudende:
Last night somewhere after 9 o'clock, I was sitting in a friend's car in front of my home. The car is a gray Mazda. I was together with my friend and his two kids in the car. While sitting there, I heard the engine of a motor bike rev and then the bike stopped. The engine of the bike went off. I didn't pay any attention to it because the whole day I've been hearing a bike riding around the area. Suddenly I started hearing several gunshots. This was right after the engine of the bike went off. I think it was about 6 gunshots that I heard. At First I didn't know where it was coming from but then I saw that the window in the jeep that was parked next to my car was breaking. At that point I realized that someone was shooting at the jeep. It was an orange Hyundai Tucson. Then I heard someone shouted something that I couldn't understand. Then I heard the engine of the motor bike started and rode away. The strangest thing is that I did not hear the continuation of the bike after the person rode away. I am very angry and feel unsafe because we could have just as easily been shot. The road is not that wide and my car was parked opposite the orange jeep.
5) Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] d.d. 26 september 2018 (bijlage 5), inhoudende:
In de avond van dinsdag 25 September 2018, omstreeks 21.35 uur bevond Ik mij thuis buitendienst op mijn woonadres [adres 2] te Belvedere. Ik hoorde op dat moment een motor, zogenaamd "streetbike" met gierende banden twee keer voorbij mijn woning langsrijden. Toen de motor voor de tweede keer langsging boor Ik de motor stoppen. Ik hoorde toen met luide stem een manspersoon in het Engels zeggen: "Where the badman is. Where the badman is" Direct hierna hoorde ik een aantal luide knallen die ik zeer zeker als schoten herkende. Ik ging snel via een raam van mijn woning naar buiten op de straat kijken maar voordat ik dit kon doen hoorde ik de motor wear met gierende banden wegrijden. Ik had direct hierna de meldkamer van de politie opgebeld met de mededeling en het verzoek om een politiepatrouille ter plaatste te dirigeren. Van de meldkamer kreeg ik te horen dat een jongedame zonet gebeld had en zei dat de bekende "[verdachte]" haar auto had beschoten in Belverdere. Ik ben vervolgens naar buiten gegaan en zag een concentratie van hulzen op het wegdek ter hoogte van de kruising Annas Hoop/Golden Rock Estate staan. Ik had toen voorzorgsmaatregelen getroffen ter veiligstelling van de hulzen in afwachting de Forensische Opsporingsdienst. Ik ben toen de jongedame wiens auto beschoten was genaamd [slachtoffer 1] gesproken. Zij had het verhaal dat ik van de meldkamer had ontvangen herhaald.
6) Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 september 2018 (bijlage 6), inhoudende:
Aan de rechter kant van de weg stond een bruine Hyundai voorzien van het kenteken [kentekennummer]. Wij zagen dat de achterruit van deze auto stuk was en dat er een kogelgat zat in de achterklep en in het rechterachterlicht van de auto.
7) Proces-verbaal van fotoconfrontatie d.d. 26 september 2018 (bijlage 8), inhoudende:
Op dinsdag 26 september 2018, werd door mij verbalisant de foto map genummerd 215-18/A aan beide slachtoffers getoond. Ik zag dat de slachtoffer, [SLACHTOFFER 1], onmiddellijk en met zekerheid naar afbeelding nummer 4 wees. Hij verklaarde het volgende; "That is him." Slachtoffer: [SLACHTOFFER 3]
Op dinsdag 26 september 2018, werd door mij verbalisant de foto map genummerd 215-18/A aan beide slachtoffers getoond. Ik zag dat de slachtoffer, [SLACHTOFFER 1], onmiddellijk en met zekerheld naar afbeelding nummer 4 wees. Zij verklaarde het volgende: "That Is [verdachte]." Slachtoffer: [SLACHTOFFER 1]
Verdachten: (…) 4.[verdachte]
8) Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2018 (bijlage 14 ), inhoudende:
Op dinsdag 26 september 2018, heb ik verbalisant, een proces verbaal van foto confrontatie met de aangever [SLACHTOFFER 3] gedaan. Per abuis heb ik binnen bedoeld proces verbaal dat [SLACHTOFFER 1] de verdachte op de foto's had aangeduid. Het moet zijn [SLACHTOFFER 3] heeft de verdachte aangeduid.
9) Proces-verbaal getuigenverklaring [getuige 2] (bijlage 10), inhoudende:
k ben de moeder van [slachtoffer 1], geboren 17 oktober 1997. Zij heeft een relatie gehad met [verdachte]. Op 25 September 2018 omstreeks 21.30 uur zat ik met mijn dochter In de auto. In de auto zaten verder [slachtoffer 2]en [slachtoffer 3]. Onderweg zag en ik hoorde ik dat mijn dochter gebeld werd en ik hoorde aan de toon van het gesprek dat dit [VERDACHTE] moest zijn. De nieuwe vriend van mijn dochter zat in de auto. Ik hoorde een motorfiets veel gas geven. Ik had een slecht voorgevoel omdat ik weet dat er problemen tussen [verdachte] en mijn dochter. Ik liep naar boven en keek naar buiten en Ik zag [VERDACHTE] op zijn motorfiets rijden. Ik hoorde dat hij veel gas gaf en dat hij voor mijn woning langsreed. Ik zag dat hij naar de achterzijde van de woning reed en Ik liep naar de kamer die uitzicht heeft op deze lokatie. Ik zag [VERDACHTE] aan de achterzijde. Ik zag hem goed, Ik herkende aan zijn gezicht en zijn haardracht, ik ken hem goed en herkende hem meteen. Ik denk dat de afstand ongeveer 20-25 meter was tussen hem en mij. Ik schrok hevig en ik pakte direct mijn telefoon om mijn dochter te bellen. Ik wilde dat zij thuis naar mij kwam. Ik kreeg mijn dochter niet aan de telefoon en toen hoorde ik pistoolschoten . Ik weet niet hoeveel schoten ik hoorde maar het waren er veel, ik kon alleen maar aan mijn dochter denken. Ik kan u alleen maar zeggen dat [verdachte] op een zwarte motorfiets reed.
10) Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2018 (bijlage 22), inhoudende:
Op zondag 28 oktober 2018 waren wij belast met de noodhulp surveillance. Wij zochten [verdachte] ter aanhouding. Wij stonden op de parkeerplaats van het Seabreeze Hotel aan de Welgelegen Road. Kort hierop hoorden wij college James schreeuwen " That's him, that's him" Wij zagen tevens dat de verdachte een vuurwapen wilde pakken welke hij in zijn rechterbroekzak had. Collega [verbalisant 2] trok de broek van de verdachte uit om het vuurwapen vrij te stellen.
11) Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 8 november 2018 (bijlage 31), inhoudende:
Binnen de afzetting met lint op de Anna Hope Estate road werd op het wegdek negen hulzen, aangeduid als sporen 1 t/m 9, allen van kaliber 9mm aangetroffen. De hulzen werden op de kruising van de Anna Hope Estate road en de Golden Rock drive aangetroffen. De Golden Rock drive is een dood lopende straat. Verder op de Golden Rock drive stond, ter hoogte van perceel nummer [huisnummer], een oranje gelakte Hyundai Tucson gekentekend [kentekennummer] geparkeerd. Op het wegdek achter de Hyundai Tucson werden zwarte glasscherven aangetroffen. Diverse beschadigingen werden waargenomen op de kofferbak deur, achterbumper, aan het achterlicht aan de bijrijderzijde en het flanklicht aan de bijrijderzijde. Tijdens het onderzoek aan het voertuig werden de volgende stukken van overtuiging In belang van het verder onderzoek veiliggesteld en als volgt gewaarmerkt: looddeel aangetroffen in achterbumper holte, afkomstig uit beschadiging 2 Hyundai Tucson; looddeel aangetroffen in kofferbakholte van Hyundai Tucson; kogel aangetroffen in frame boven de achterbumper van Hyundai Tucson, afkomstig uit beschadiging 3; kogel aangetroffen op grond waar de Hyundai Tucson stond geparkeerd voor onderzoek nadat deze werd verwijderd. Op 28 oktober 2018 werd de verdachte in dit onderzoek, [verdachte], aangehouden bij de Sea Breeze Hotel gelegen op de Welgelegen road te Cay Hill. Bij het fouilleren van de verdachte werd een pistool aangetroffen. Het betrof een zwart/bruin pistool van het merk Taurus, model G2g en kaliber 9mm. Het serienummer was niet meer leesbaar. Bij het ontladen van het pistool werd in de patroonhouder 12 scherpe patronen aangetroffen. De patroonhouder bood ligging voor 12 scherpe patronen. Ook werd bij het ontladen van het pistool een scherpe patroon uit de kamer van het pistool geworpen.
12) Ander geschrift, NFI-rapport d.d. 10 december 2018, inhoudende
Onderzoek Sunrise, verdachte [verdachte].
Gezien de vraagstelling en de resultaten van het vooronderzoek zijn voor de verschillende hulzenparen'* die te combineren zijn binnen de negen hulzen de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: De hulzen zijn verschoten met een en hetzelfde vuurwapen.
Hypothese 2: De hulzen zijn verschoten met twee vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
Er zijn aanwijzingen gevonden dat de hulzen zijn verschoten met een vuurwapen. De bevindingen van het vergelijkend huisonderzoek zijn ten minste zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Voor de verschillende paren die te combineren zijn binnen de drie kogelmanteldelen [AAJD9617NL, -18NL en -19NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3: De kogelmanteldelen zijn afgevuurd uit een en dezelfde loop.
Hypothese 4: De kogelmanteldelen zijn afgevuurd uit twee lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. De bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
13) Ander geschrift, NFI-rapport d.d. 17 januari 2019, inhoudende
Onderzoek Sunrise, verdachte [verdachte].
AALZ3008NL Zwart 1 bruin pistool van het mark Taurus, model G2C, kaliber 9mm, serie # weggevijld. Hulzen LVKH 9137 [AA1D9613NL, -15NL en -16NL] Kogelmanteldeel LVKH 9137 [AAJD9618NL]. . Er zijn aanwijzingen gevonden dat de verschoten munitiedelen niet afkomstig zijn uit vuurwapen [AALZ3008NL].
Hulzen Voor de drie hulzen [AAJD9613NL, -15NL en -16NL], kaliber 9mm Parabellum, en vuurwapen [AALZ3008NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: De hulzen zijn verschoten met het vuurwapen.
Hypothese 2: De hulzen zijn verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde
kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen.
De bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek zijn minimaal veel waarschijnlijker wanneer hypothese 2 waar is, dan wanneer hypothese 1 waar is. Voor het kogelmanteldeel [AAJD9618N L], die het best passen bij het kaliber 9mm Parabellum, en vuurwapen [AALZ3008NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3: Het kogelmanteldeel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen.
Hypothese 4: Het kogelmanteldeel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen. De bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek zijn minimaal zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 4 waar is, dan wanneer hypothese 3 waar is.
14) De verklaring van getuige [slachtoffer 1], afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2018, inhoudende:
Ik zat op 25 september 2018 achter het stuur. Op een gegeven moment hoorde ik harde knallen. Toen het schieten afgelopen was ben ik uitgestapt en heb ik achterom gekeken. Daar zag ik [verdachte]. Hij was mij voorbij gereden,. Ik herkende hem aan zijn gezicht. Ik kon hem goed zien.
15) De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2018, inhoudende:
Mijn bijnaam is [bijnaam verdachte]. Het klopt dat ik op 28 oktober 2018 bij mijn aanhouding een pistool van het merk Taurus, model G2 en kaliber 9MM, geladen met 13 scherpe patronen op zak had.

Bewijsmotivering

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Het verweer wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. Het Gerecht heeft geen reden om aan de betrouwbaarheid en juistheid van deze bewijsmiddelen te twijfelen. Ter nadere motivering geldt het volgende.
Wie is de dader
Uit de bewijsmiddelen volgt zonder meer dat een persoon met een vuurwapen heeft geschoten op de auto waar aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op dat moment in zaten. Deze persoon bevond zich tijdens het schieten op een motor, die op enige afstand achter de auto stond. De vraag is of verdachte deze persoon is geweest.
Naar het oordeel van het Gerecht laten de bewijsmiddelen, in samenhang bezien, in redelijkheid geen andere conclusie toe dan dat verdachte de dader is geweest. Het Gerecht wijst daarbij in het bijzonder op het feit dat verdachte, terwijl hij stellig ontkent dat hij in de buurt van de plaats delict was, door verschillende personen wel degelijk in die omgeving is gezien, terwijl hij op een motor reed. Ook had hij kort voor het incident telefonisch contact met aangeefster [slachtoffer 1]. Verdachte had een vete met [slachtoffer 1], waarin een motief voor de schietpartij gevonden kan worden. In dit kader is tevens van belang dat de dader ‘Where the badman is” heeft geroepen vlak voordat hij schoot; het Gerecht duidt deze uitspraak als het vragen door verdachte naar zijn liefdesrivaal, de nieuwe vriend van [slachtoffer 1] die ook in de auto zat.
Wat echter de doorslag geeft, is dat verdachte door zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 3] als de schutter wordt herkend. Beide getuigen kennen verdachte en hebben hem aan zijn gezicht herkend, terwijl hij direct na de schoten op de bewuste motor zat. Hoewel de herkenning met enige terughoudendheid bezien moet worden, omdat het avond was en er geen straatverlichting was en omdat de schutter zich op een geschatte afstand van 25 meter van de auto bevond, acht het Gerecht de verklaringen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1], die haar verklaring ter terechtzitting heeft bevestigd en nader heeft toegelicht, betrouwbaar.
Opzet op de dood
Ambtshalve overweegt het Gerecht dat uit de bewijsmiddelen volgt, dat verdachte de drie personen in de auto opzettelijk van het leven heeft geprobeerd te beroven. Verdachte heeft van een afstand van ongeveer 25 meter ten minste negen keer met een vuurwapen geschoten op de auto. Negen keer schieten wijst erop dat het wapen niet per abuis is afgegaan. Vier kogels hebben de auto daadwerkelijk geraakt, waaruit volgt dat verdachte gericht op de auto heeft geschoten. Naar het oordeel van het Gerecht heeft, aangezien de auto vier maal geraakt is, naar algemene ervaringsregels ook de aanmerkelijke kans bestaan dat een kogel een enigszins andere baan had gevolgd en aldus een of meer van de inzittenden in een vitaal lichaamsdeel had getroffen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een vuurwapenverwonding dodelijke gevolgen kan hebben. Er was mitsdien een aanmerkelijke kans dat verdachte, door op de beschreven wijze te schieten, een of meer van de inzittenden zou doden.
Hoewel door de ontkennende proceshouding van verdachte geen inzicht is verkregen over wat er in verdachte omging, moeten zijn gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het dodelijk treffen van de slachtoffers dat het – behoudens contra-indicaties, die ontbreken – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg bewust heeft aanvaard.
Twee vuurwapens
Het Gerecht acht bewezen dat verdachte op 25 september 2018 met een vuurwapen heeft geschoten, waarmee hij dit vuurwapen en de daarmee afgeschoten negen 9mm kogels ook voorhanden heeft gehad. Daarnaast acht het Gerecht bewezen dat verdachte het met 13 scherpe patronen geladen vuurwapen, dat hij ten tijde van zijn aanhouding bij zich droeg, voorhanden heeft gehad op 28 oktober 2018. Uit onderzoek is gebleken dat het niet om hetzelfde vuurwapen gaat, zodat verdachte logischerwijs twee verschillende vuurwapens voorhanden heeft gehad.

Strafbaarheid van de feiten en kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in de artikelen:
  • 1:119, 2:259 en 2:334 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.
De bewezenverklaarde feiten worden als volgt gekwalificeerd:
ten aanzien van feit 1 primair:
poging tot doodslag, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2:
overtreding van een bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening 1930 gesteld verbod, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het Gerecht neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft met een vuurwapen ten minste negen kogels afgevuurd op een auto. Daarbij heeft hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij de drie inzittenden van deze auto zou doden. Verdachte heeft daarmee een volkomen geringschatting getoond voor het leven van de nog jeugdige slachtoffers. Het is slechts aan het toeval te danken dat de gevolgen van de schietpartij beperkt zijn gebleven. Het Gerecht rekent verdachte zijn daad zwaar aan. Feiten van deze aard en ernst kunnen uit oogpunt van vergelding en generale preventie slechts beantwoord worden met een gevangenisstraf van lange duur.
Verdachte lijkt uit jaloezie te hebben gehandeld. Zijn manier van omgaan met deze emotie is volstrekt onaanvaardbaar. Verdachte is eerder voor een geweldsdelict (een doodsbedreiging) tegen aangeefster [slachtoffer 1] veroordeeld. Met de feiten waarvoor hij bij dit vonnis wordt veroordeeld heeft verdachte aangetoond een groot gevaar voor de veiligheid van [slachtoffer 1] en anderen te vormen. Het psychologisch rapport en met name het reclasseringsrapport schetsen een zorgelijk en weinig hoopvol beeld van de toekomst van verdachte. Ook uit oogpunt van speciale preventie is het daarom geboden dat verdachte langdurig van zijn vrijheid wordt beroofd.
Het Gerecht neemt in aanmerking dat voor een poging doodslag met een vuurwapen, waarbij geen letsel optreedt, als norm gewoonlijk een gevangenisstraf van 5/6 jaar wordt opgelegd. Verdachte heeft zich, naast vernieling en vuurwapenbezit, aan een drievoudige poging doodslag schuldig gemaakt. Bij de straftoemeting betrekt het Gerecht voorts dat het tot een geringere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie heeft gevorderd.
Alles afwegende acht het Gerecht de na te noemen straf passend en geboden.

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van $ 2.492,39, bestaande uit materiële schade.
Het Gerecht overweegt als volgt. Ter terechtzitting is gebleken dat de auto, waaraan de schade is ontstaan, niet het eigendom is van de benadeelde, maar van haar vader. Zij is om die reden niet de rechtstreeks benadeelde. Zij heeft ter terechtzitting aangevoerd dat zij het Openbaar Ministerie met nadruk heeft gevraagd of het noodzakelijk was dat haar vader naar zitting zou komen met het oog op de vordering. Het antwoord daarop was negatief, reden waarom zij zelf is verschenen om de vordering in te dienen. Het Gerecht is, voornoemde in aanmerking nemend, van oordeel dat de benadeelde geacht moet worden te zijn verschenen als vertegenwoordiger van haar vader, optredend in eigen naam. In die zin is er geen beletsel voor de ontvankelijkheid van de vordering.
Ten aanzien van de omvang van de schade overweegt het Gerecht, dat de vordering is voorzien van een factuur van met reparatiekosten. Dat de kosten thans nog niet geheel zijn voldaan aan de garage, doet er niet aan af dat de schade is ontstaan. De vordering is daarmee voldoende onderbouwd.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van $ 2.492,39. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Het Gerecht zal verdachte tevens veroordelen in de proceskosten van de benadeelde partij, voor zover die betrekking hebben op de vordering van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.

Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij vonnis van 28 februari 2018 in de zaak met parketnummer 100.00205/17 heeft het Gerecht te Sint Maarten verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen (tweehonderdveertig), waarvan 162 (honderdtweeënzestig) dagen voorwaardelijk. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op 2 jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Nu gebleken is dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, is het Gerecht van oordeel dat de tenuitvoerlegging van deze straf dient te worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op artikel 1:136 zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, als hiervoor bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
15 (VIJFTIEN) jaren;
beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
vordering benadeelde partij
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] geleden schade toe tot een bedrag van
$ 2.492,39(tweeduizend vierhonderd tweeënnegentig Amerikaanse dollar en negenendertig cent), en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1], gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
$ 2.492,39(tweeduizend vierhonderd tweeënnegentig Amerikaanse dollar en negenendertig cent, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 34 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft
;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
vordering tot tenuitvoerlegging
gelast de tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 100.00205/17 bij vonnis van het Gerecht d.d. 28 februari 2018 van voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf, te weten een
gevangenisstraf voor de duur van 162 (honderdtweeënzestig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters, bijgestaan door
mr. M.C. Bruins (zittingsgriffier), en op 24 april 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht Sint Maarten. De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

2.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten, d.d. 29 januari 2019, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 100.00436-18 en de onderzoeksnaam “Sunrise”.