Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
verzoekster,
gemachtigde: mr. C.J. KOSTER,
verweerder,
gemachtigde: mr. P. BRUNS.
1.Het verloop van de procedure
- verzoekschrift met producties, ontvangen op 22 januari 2019,
- verweerschrift tevens houdende zelfstandig tegenverzoek met producties,
- pleitnota van de werkgever,
- pleitnota van de werknemer.
2.De vaststaande feiten
“[De werknemer] stated that he had received a mail from [de human resources manager] today calling him to a meeting today and that the meeting will include six other persons. He stated that he had requested [de human resources manager] to inform him of the agenda point and had been informed that “management has the right to ask for a meeting anytime they chose to.””Blijkens het verslag maakt de werknemer kenbaar dat zijn zes gesprekspartners mogelijk wel het Incident Report hebben gelezen, maar dat hij dat nog niet heeft gedaan en dat hij dat toch graag zou willen doen voordat het in deze bijeenkomst zou worden besproken. Blijkens het verslag zijn de gespreksdeelnemers onverrichterzake uit elkaar gegaan; er is niet gesproken over de twee incidenten.
“However management is still willing to offer you, as alternative to dismissal, to transfer you to the meter affair department. You will be placed in the function of administrative meter administration & stock control. However should you not see yourself in this function, you will leave Management with no option but to dismiss you. Management will give you until Monday December 10, 2018 till 14:00 hours to provide an answer. Not replying will be reason to proceed with the termination of the labor agreement.”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Het tegenverzoek van de werknemer
primairgebaseerd op een dringende reden en
subsidiairwordt het gebaseerd op veranderde omstandigheden.
nunog niet ontbinden. Wel moet de werknemer zich als een gewaarschuwd mens beschouwen. De werkgever stelt redelijke eisen aan hem en heeft hem terecht ter verantwoording geroepen. Het gerecht kan zich voorstellen dat als de werknemer zijn werkhouding niet aanpast en er meerdere incidenten zich voordoen, een ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de toekomst wel mogelijk is. Het gerecht denkt dat het goed zou zijn als partijen weer rond de tafel gaan en met elkaar, zo mogelijk onder begeleiding van een mediator, spreken over de toekomstige samenwerking. De werknemer zou serieus moeten nadenken over een betere werkhouding, al dan niet in een andere functie.