Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Het procesverloop
- akte van 4 september 2018 met producties van gedaagde,
- akte van 27 november 2018 met producties van gedaagde,
- vonnis van 14 februari 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- comparitie van partijen 14 maart 2019,
- akte van eisers,
- akte van gedaagde,
- comparitie van partijen van 29 augustus 2019.
2.De beoordeling van de ontvankelijkheid
3.Het geschil
, dezer beschreven onroerend goed;
door zijn(moet zijn: haar, GEA)
helft van de hypotheekschuld niet te betalen zich schuldig heeft gemaakt aan wanprestatie en aan eiseres de helft van hetgeen hun erflater aan hypotheekschuld heeft voldaan, aan eisers verschuldigd is,
Het gehele recht van eigendom van het onder 1(moet zijn: d, GEA)
van het petitum beschreven onroerend goed aan eisers in eigendom toebehoort, althans toe te scheiden;
het door gedaagde aan eiseres verschuldigde bedrag, deel van het hypothecaire geldlening, in mindering wordt (zal worden) gebracht op gedaagdes eigendomsdeel (voor de waarde van US$ 108.750,-) in genoemd onroerend goed;
dat in geval er sprake is of zal zijn, degene die overbedeeld is, de ander zal dienen te vergoeden.
4.De feiten
“De komparanten verklaarden dat tussen hen een zeer relatie (GEA: sec!) bestaat in het kader waarvan zij met elkander sinds negentienhonderd acht en tachtig (GEA: 1988), samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren en dat zij de vermogensrechtelijke gevolgen van de tussen hen bestaande relatie willen regelen als volgt: (…)
5.De standpunten van partijen
6.De beoordeling
“zoveel eerder als de samenleving wordt beëindigd”gaat, tegen de achtergrond van hetgeen onder 6.6. is overwogen, niet op.