Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
“one dwelling house”. In een gedeelte daarvan exploiteerde de huurder een buitenschoolse opvang. In een ander gedeelte woonde hij. De huurovereenkomst is aangegaan tot 1 juli 2017. De huurovereenkomst is toen verlengd door middel van een nieuw grotendeels gelijkluidend contract met dezelfde huurprijs.
“Duration of Contract”):
“The Tenant must advise the Landlord at least 2 (two) months in advance of his termination date if he/she opts to extend the term of this lease for one additional year. Under no circumstance shall the Tenant pay for less than a term of twelve months.”
3.Het geschil
“de huurovereenkomst tussen eiseres en gedaagde per onmiddellijk te ontbinden en de gedaagden te veroordelen om het onroerend goed aan de …. Road #16 te …., binnen 4 × 24 uur na de betekening van het in deze te wijzen vonnis te ontruimen met alle daarin of daarop aanwezige personen en goederen, die niet in eigendom toebehorende aan gedaagden. Voorts eisers te machtigen om indien gedaagden na verloop van vier dagen na de betekening van het vonnis, met de ontruiming in gebreke blijven, deze zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm der justitie. Ten slotte gedaagden te veroordelen de verschuldigde opeisbare achterstallige huurpenningen ad US$ 21.979,79 en kosten te voldoen, alsmede de nog te verschijnen huurtermijnen tot aan de datum van de daadwerkelijke ontruiming, kosten rechtens.”
4.De beoordeling
(1) Repair cracks and holes in walls en (2) Prime walls and paint interior walls.Ook deze schadeposten worden door de huurder betwist. De verhuurder verwijst naar foto’s maar die vindt het Gerecht niet heel duidelijk. Ook hiervoor geldt dat de huurder op de zitting heeft betwist dat die schade er is en de verhuurder heeft dat in onvoldoende mate weersproken omdat hij er zelf niet was. Bovendien stelt de huurder terecht dat hij door de verhuurder niet in de gelegenheid is gesteld om de schade zelf te herstellen. Het Gerecht overweegt dat een verhuurder die vindt dat de huurder schade heeft toegebracht de huurder in de gelegenheid moet stellen die schade op te nemen en te herstellen. Dat is niet gebeurd terwijl dat wel had gekund. De offerte dateert immers van 6 januari 2019 en had dus zonder mankeren aan de huurder kunnen worden toegezonden. Er was alle tijd en gelegenheid om de huurder deze gelegenheid wel te bieden, vooral nu de verhuurder had besloten de werkzaamheden voorlopig niet zelf uit te voeren. Ook dit past in de voormelde schadebeperkingsplicht van de verhuurder. Deze schadepost wordt dus afgewezen.