Uitspraak
verzoeker,
gemachtigde: mr. C.M. MARICA,
verweerster,
gemachtigde: mr. Z.J.A. BARY.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 23 juli 2019 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een werknemer en een werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. C.M. Marica, heeft een verzoek ingediend tegen de werkgever, vertegenwoordigd door mr. Z.J.A. Bary, met betrekking tot achterstallig salaris, overwerkvergoeding, vakantiedagen, en kosten voor tewerkstellingsvergunningen. De werknemer heeft van april 2016 tot augustus 2018 voor de werkgever gewerkt, waarbij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd. De werknemer stelt dat hij recht heeft op loon voor overwerk en niet uitbetaalde vakantiedagen, en heeft de werkgever gesommeerd om deze bedragen te voldoen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2019 heeft het Gerecht kennisgenomen van de argumenten van beide partijen. De werknemer heeft zijn vorderingen onderbouwd met bewijsstukken, waaronder salarisstroken en berekeningen. De werkgever heeft de vorderingen betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met een verzoek om de werknemer in de proceskosten te veroordelen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer structureel 72 uur per week heeft gewerkt, wat in strijd is met de Arbeidsregeling. De werkgever is in overtreding van de Arbeidsregeling bevonden, en het Gerecht heeft geoordeeld dat de werknemer recht heeft op de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke verhogingen en rente. De werkgever is veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, maaltijdvergoeding, vakantiedagen, en kosten voor de werkvergunningen, evenals de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.