Uitspraak
verzoeker,
gemachtigde: mr. H.S. KOCKX,
verweerder,
gemachtigde: mr. C.J. KOSTER,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“You are in Carnaval, we do not need you no more.”
“This is a matter of communication between employer and employee.”, zoals zij schrijft in een WhatsApp bericht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De ontbinding
de werknemerhierover het volgende aan. De werkgever heeft direct na de intrekking van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek aan de werknemer gezegd de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen en dat zij daarvoor een ontslagvergunning zou aanvragen. Dat is kennelijk niet doorgezet. Ook de vakbond is van mening dat de werkgever op oneigenlijke gronden probeert de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De werkgever stelt dat de werknemer aan haar te kennen heeft gegeven dat hij van plan was Sint Maarten te verlaten maar dat klopt niet. De werkgever is het kort geding vonnis niet nagekomen omdat zij het salaris niet doorbetaalde. Verder heeft de werkgever ten onrechte geweigerd een gesprek met advocaten erbij te voeren om een nieuw begin te maken met de samenwerking. Op 6 april 2018 is de werknemer gedwongen een document te ondertekenen voor de training. Daarin staat dat de werkgever het salaris zal stopzetten als hij die training niet zou volgen. Dat is in strijd met het kort geding vonnis. De werkgever verwijst naar de motivering van het kort geding vonnis en de ontbindingsbeschikking waaruit duidelijk volgt dat werkgever de werknemer op oneigenlijke gronden probeerde te ontslaan. Ook is van belang dat werknemer elders in dienst was zodat het volgen van een training problematisch zou zijn terwijl de training niet aansluit bij zijn functie. Hij werkt immers als patissier in de hotelkeuken zodat hij geen baat kan hebben bij hospitality training. Sinds 2 mei 2018 werkt de werknemer niet meer in de bouw en ontvangt hij daar geen salaris meer. Vandaar dat de werknemer een vergoeding wil hebben met factor C = 2 op basis van zijn 100% loon zoals hij dat ontving voor orkaan Irma.
de werkgeverneer op het volgende. Na enkele pogingen kwam de werknemer uiteindelijk opdagen voor een gesprek met de werkgever. Hem is verzocht om, net zoals alle andere werknemers, een bijscholingsprogramma te volgen waartegenover hij 50% van het salaris zou ontvangen. De werknemer had daar weinig trek in en hij zei dat hij misschien ontslag zou nemen om in het buitenland aan de slag te gaan. Na een eerste bespreking kwam de werknemer op 4 april 2018 en verklaarde hij zich bereid het bijscholingsprogramma te volgen, waartoe hij op 6 april 2018 de Letter of Understanding ondertekende. Die verplichting is alleszins redelijk omdat de werkgever geen werk kon bieden. De werknemer ging akkoord maar heeft zich niet gemeld bij het opleidingsinstituut. Ondanks aanmaning heeft de werknemer zich daar niet ingeschreven zodat hij ook geen salaris heeft gekregen. Zie de hoofdregel “geen werk, geen loon”. Het is niet waar dat de werkgever van plan was om toestemming te vragen om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De werkgever wilde serieus werk maken van de re-integratie van de werknemer. De werkgever vindt het onbegrijpelijk dat de werknemer niet ingaat op zijn aanbod. Hij moest drie dagen in de week ongeveer 2 uur per dag in een klaslokaal les volgen om 50% van zijn loon te ontvangen. Zodra de hotels weer opengaan zou de werknemer worden ingeroosterd en gaandeweg het oorspronkelijke salaris weer gaan verdienen. Ook de vakbond is akkoord gegaan met deze instructie. De meeste werknemers hebben het Addendum dan ook ondertekend.