ECLI:NL:OGEAM:2018:36

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
26 april 2018
Publicatiedatum
11 juni 2018
Zaaknummer
KG 2018/102
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeerde partij in kort geding; geen herstel mogelijk

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten, heeft eiseres, een naamloze vennootschap gevestigd te Sint Maarten, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die ook in Sint Maarten woont. De eiseres vorderde dat gedaagde zou stoppen met het vullen van gasflessen van eiseres en deze onmiddellijk zou retourneren, met een dwangsom als sanctie bij niet-naleving. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat eiseres de verkeerde partij in rechte heeft betrokken, omdat hij zijn onderneming al in 2013 had gestaakt. Tijdens de zitting op 29 maart 2018 en de voortgezette zitting op 12 april 2018 werd duidelijk dat eiseres een fout had gemaakt door de verkeerde naam te gebruiken in het verzoekschrift. Eiseres erkende deze vergissing, maar het Gerecht oordeelde dat deze fout niet hersteld kon worden. Het Gerecht overwoog dat eiseres had moeten controleren of de juiste partij was betrokken door het handelsregister te raadplegen, zoals vereist door het Procesreglement. Aangezien de vorderingen waren ingesteld tegen de verkeerde partij, verklaarde het Gerecht eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 26 april 2018, waarbij de proceskosten aan de zijde van gedaagde op nihil aan verschotten en NAf 1.000,00 aan salaris gemachtigde werden begroot.

Uitspraak

Vonnis van 26 april 2018
Zaaknummer: KG 2018/102
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
Vonnis in kort geding
inzake
de naamloze vennootschap [eiseres],
gevestigd te Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.M. Stomp
tegen
[gedaagde]
wonende te Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigde: de heer E.I. Maduro.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
verzoekschrift met producties,
pleitnota namens eiseres,
pleitnota namens gedaagde,
brief van 9 april 2018 namens gedaagde met productie,
akte uitlating rectificatie van eiseres met producties.
1.2.
De zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2018 in aanwezigheid van de heer .. namens eiseres., vergezeld van mr. Stomp. [Gedaagde] is verschenen, samen met de heer Maduro. Op de voortgezette zitting van 12 april 2018 zijn alleen de gemachtigden verschenen. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.
1.3.
De uitspraak vindt vandaag plaats.

2.De vorderingen en het verweer

2.1.
Eiseres vordert dat het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, gedaagde als volgt veroordeeld:
  • “[gedaagde] per omgaande te stoppen met het vullen van gasflessen van [eiseres] alsmede het onmiddellijk retourneren van alle gasflessen van [eiseres] in haar bezit, binnen twee uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van US$ 1,000,- per incident en per dag of dagdeel dat gedaagde hiermee in gebreke blijft, althans door U E.A. Rechter te bepalen dwangsom.
  • Met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure, de kosten van betekening en executie van het in deze te wijzen vonnis en nakosten.”
2.2.
Gedaagde concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van eiseres in haar vorderingen, dan wel dat het Gerecht deze afwijst, met veroordeling van eiseres in de proceskosten, zulks bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis.

3.De beoordeling

3.1.
Gedaagde voert aan dat eiseres de verkeerde partij in rechte heeft betrokken. Omdat door eiseres bij het verzoekschrift geen uittreksel uit het handelsregister was overgelegd (zie artikel 8 Procesreglement) heeft het Gerecht partijen in de gelegenheid een dergelijk uittreksel alsnog over te leggen.
3.2.
Eiseres erkent op de tweede zitting dat zij een fout heeft gemaakt. Uit het uittreksel uit het handelsregister blijkt namelijk dat gedaagde zijn onderneming reeds op 14 oktober 2013 heeft gestaakt.
3.3.
In de akte uitlating van eiseres komt onder andere de volgende passage voor:
“Bij het indienen van het verzoekschrift is de naam van het vorige bedrijf van dezelfde eigenaar gebruikt, voor het overige zijn alle details gelijk, de dba naam van het bedrijf en adres zijn allen gelijk.
De vergissing was kenbaar voor gedaagde en zijn advocaat en de gedaagde is door deze vergissing en de rectificatie daarvan niet benadeeld of in zijn verdediging geschaad, (HR 4 december 1998, NJ 1999, 269 en HR 14 december 2007, NJ 2008,10).
De stukken zijn destijds betekend aan het juiste adres, maar zullen .”
3.4.
Eiseres vraagt om als gedaagde aan te merken [de correcte tegenpartij].
3.5.
Gedaagde voert op de tweede zitting aan dat haar ontvankelijkheidsverweer dus doel heeft getroffen. De heer Maduro voert verder aan dat hij geen instructies heeft gekregen van [de correcte tegenpartij] en dat deze partij evenmin in het geding is opgeroepen bij exploot van de deurwaarder.
3.6.
Het Gerecht overweegt het volgende. Het gaat hier niet om een verkeerde partij-aanduiding maar om het in rechte betrekken van de verkeerde persoon. Deze fout zou niet zijn gemaakt als eiseres het handelsregister zou hebben geraadpleegd voordat de procedure werd aangevangen, zoals overigens ook het uitgangspunt is van het Procesreglement in artikel 8. Om die reden accepteert het Gerecht de “rectificatie” niet.
3.7.
Het Gerecht constateert dat de vorderingen dus zijn ingesteld tegen de verkeerde partij en dat [de correcte tegenpartij] niet in deze procedure is verschenen. Dit betekent dan ook dat eiseres, desgewenst, een nieuw kort geding aanhangig kan maken tegen deze partij.
3.8.
In dit kort geding wordt eiseres in haar vorderingen niet-ontvankelijk verklaard en in de proceskosten veroordeeld.

4.De beslissing

Het Gerecht in Eerste Aanleg:
rechtdoende in kort geding:
verklaart eiseres in haar vorderingen niet-ontvankelijk,
veroordeelt eiseres in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde begroot op nihil aan verschotten en op NAf 1.000,00 aan salaris gemachtigde,
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 april 2018 in aanwezigheid van de griffier.