ECLI:NL:OGEAM:2018:135

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
SXM201801356 (EJ2018/354)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens schade door orkaan Irma

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 5 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever en een werknemer over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer, die sinds 1 mei 2014 in dienst was als serveerster/barbediende, had sinds 1 september 2017 geen salaris meer ontvangen. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en veranderde omstandigheden, terwijl de werknemer vroeg om beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule.

Het Gerecht oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was, maar dat de werkgever niet op dringende redenen kon steunen. De rechter overwoog dat de onderneming van de werkgever als gevolg van orkaan Irma gesloten was en dat de werknemer, bij toewijzing van de volledige vordering, meer dan een volledig jaarsalaris zou ontvangen zonder daarvoor te werken. Daarom werd de loonaanspraak van de werknemer gematigd tot 50% van het overeengekomen loon.

De rechter besloot dat de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang werd ontbonden en dat partijen de proceskosten ieder voor eigen rekening moesten nemen. Deze beschikking werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de schriftelijke versie was beschikbaar op 16 januari 2019.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
Zaaknummer: SXM201801356 (EJ2018/354)
Beschikking d.d. 5 december 2018 (schriftelijke versie voorhanden op 16 januari 2019)
inzake
de naamloze vennootschap [de werkgever]gevestigd te Sint Maarten,
verzoekster,
hierna: de werkgever,
gemachtigde: mr. J.G. SNOW,
tegen
[de werknemer],wonende te Sint Maarten,
verweerster,
hierna: de werknemer,
gemachtigde: mr. R.A. GROENEVELDT.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
a. verzoekschrift met producties van 26 oktober 2018,
b. verweerschrift met producties,
c. pleitnota namens de werkgever.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 december 2018, in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.
1.3.
Ter zitting heeft de rechter direct mondeling uitspraak gedaan. Aan partijen is medegedeeld dat vandaag de schriftelijke (gemotiveerde) uitspraak beschikbaar komt.

2.De feiten

2.1.
De werknemer is sinds 1 mei 2014 in loondienst van de werkgever werkzaam als serveerster/barbediende. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Zij verdiende laatstelijk NAf. 1.835,23 bruto per maand.
2.2.
Vanaf 1 september 2017 betaalt de werkgever aan de werknemer het salaris niet meer uit.
2.3.
Bij beschikking van 30 november 2018 in de loonvorderingsprocedure heeft het gerecht beslist dat de werkgever aan de werknemer 50% van het overeengekomen loon, vanaf 1 september 2017 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, moet voldoen.

3.Het geschil

3.1.
De werkgever verzoekt dat het Gerecht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog bestaat, met onmiddellijke ingang dan wel op een zo kort mogelijke termijn te ontbinden wegens gewichtige redenen en/of veranderde omstandigheden, kosten rechtens.
3.2.
De werknemer verzoekt het gerecht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden te beëindigen, met toekenning van een vergoeding met gebruikmaking van de correctiefactor twee op grond van de kantonrechtersformule.
3.3.
Op de argumentatie van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek is niet gebaseerd op een dringende reden, maar op veranderde omstandigheden. Uit het verzoek van de werknemer, zoals weergegeven onder 3.2, volgt dat zij instemt met beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het gerecht zal dus de arbeidsovereenkomst ontbinden. Dat betekent dat het gerecht moet nagaan of aan de werknemer een vergoeding toekomt.
4.2.
In de beschikking van 30 november 2018 in de loonvorderingsprocedure heeft het gerecht op grond van artikel 6:248 BW de loonaanspraken van de werknemer gematigd tot 50%. Er is het volgende overwogen:
“In de eerste plaats omdat duidelijk is geworden dat de onderneming van de werkgever als gevolg van orkaan Irma al geruime tijd is gesloten en pas ergens in de toekomst, als het resort waarvan het deel uitmaakt wordt heropend, weer zal worden geëxploiteerd. Tot die tijd kan de werkgever geen omzet maken. In de tweede plaats omdat de werknemer bij toewijzing van de volledige vordering dan aanspraak heeft op meer dan een volledig jaarsalaris zonder daarvoor gewerkt te hebben. Naar het oordeel van het Gerecht is een dergelijke uitkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar in de gegeven omstandigheden. Het Gerecht ziet daarom aanleiding om de loonaanspraken te matigen tot 50%.”
4.3.
Geoordeeld wordt dat met de 50% loondoorbetaling de werknemer in de gegeven omstandigheden voldoende is gecompenseerd voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Vooral omdat zij gedurende een jaar lang de helft van haar loon ontvangt zonder daarvoor te hoeven werken. Dit betekent dat het gerecht geen aanleiding ziet om een billijke vergoeding ten laste van de werkgever op te leggen.
4.4.
Gelet op de aard van de procedure wordt beslist dat partijen de proceskosten ieder voor eigen rekening moeten houden.

5.De beslissing

Het Gerecht:
ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van heden,
bepaalt dat partijen de proceskosten ieder voor eigen rekening moeten houden.
Deze beschikking is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 5 december 2018 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.