ECLI:NL:OGEAM:2017:46

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
25 augustus 2017
Publicatiedatum
29 augustus 2017
Zaaknummer
KG 2017/90
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van contactverbod en gebiedsverbod in kort geding na beëindiging affectieve relatie

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met het verzoek om een contactverbod en een gebiedsverbod op te leggen. De eiseres en gedaagde hebben een affectieve relatie gehad die eindigde in september 2016. Eiseres heeft gedaagde beschuldigd van mishandeling, wat leidde tot een aangifte en het ontslag van gedaagde door hun gezamenlijke werkgever. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 augustus 2017 heeft eiseres haar vorderingen toegelicht, waarbij zij een verbod vroeg voor gedaagde om contact met haar op te nemen en zich in de nabijheid van haar woning en werkplek te bevinden.

Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het heeft vastgesteld dat gedaagde sinds het incident op 23 mei 2017 geen contact heeft gezocht met eiseres en dat er geen aanwijzingen zijn dat hij dat in de toekomst zou doen. Bovendien is het Gerecht van mening dat de gevraagde maatregelen een ernstige inbreuk zouden vormen op de bewegingsvrijheid van gedaagde, vooral gezien de beperkte ruimte op Sint Maarten. Het Gerecht concludeert dat er onvoldoende aannemelijke feiten zijn die de gevraagde inbreuken op de bewegingsvrijheid van gedaagde rechtvaardigen.

Daarom heeft het Gerecht de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op nihil, aangezien gedaagde de procedure in eigen hand heeft gehouden. Dit vonnis is uitgesproken op 25 augustus 2017 door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 25 augustus 2017
Zaaknummer: KG 2017/90
Vonnisnr.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
Vonnis in kort geding
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.H.M. Ibrahim
tegen
[gedaagde],
wonende te Sint Maarten,
gedaagde,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het Gerecht heeft kennis genomen van het verzoekschrift met producties d.d. 4 juli 2017.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 augustus 2017 in aanwezigheid van partijen en mr. Ibrahim. Partijen hebben de standpunten toegelicht. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie onderhouden gedurende een periode van circa drie jaar.
2.2.
In de tweede helft van september 2016 is deze relatie uitgegaan. Eiseres heeft aangifte gedaan van mishandeling door gedaagde. Dat heeft zij op 24 mei 2017 ook gedaan wegens mishandeling op 23 mei 2017 op het werk. Beide partijen werkten namelijk op dezelfde locatie voor dezelfde werkgever (het ziekenhuis).
2.3.
De werkgever heeft gedaagde naar aanleiding van het incident op 23 mei 2017 ontslagen.
2.4.
Een van de twistpunten van partijen is het gebruik dat gedaagde maakte van een auto die op naam van eiseres staat. Deze is uiteindelijk aan eiseres teruggegeven via de politie. Ter zitting heeft gedaagde toegezegd ook de autopapieren aan eiseres te zullen geven. Mr. Ibrahim heeft aan het Gerecht nadien bevestigd dat gedaagde de autopapieren inderdaad op haar kantoor heeft afgegeven.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert dat het Gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de volgende beslissingen neemt:
“Gedaagde te verbieden gedurende 5 jaren in de meest ruime zin (telefonisch, per sms, per Whatsapp, per Facebook, per e-mail, in persoon, per post) contact op te nemen met eiseres;
Gedaagde te verbieden om zich gedurende 5 jaren te begeven en/of te bevinden in een straal van 500 meter rondom het perceel gelegen te (i) ……………., Upper Princess Quarter, Sint Maarten, zijnde de woning van eiseres, en (ii) ………………., Cay Hill, Sint Maarten, zijnde de werkplek van eiseres;
Gedaagde te verbieden om zich voor de duur van 5 jaren in een straal van 500 meter rond eiseres te begeven;
Gedaagde te veroordelen tot betaling van een dwangsom van US$ 2.000,- voor elke dag of elk dagdeel dat gedaagde niet voldoet aan de onder 1, 2 en 3 vermelde verboden, en zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie zulks te bewerkstelligen;
Gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding.”
3.2.
Gedaagde concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van eiseres in haar vorderingen, dan wel dat deze aan haar zullen worden ontzegd.
3.3.
Op de argumenten van partijen zal het Gerecht hierna ingaan, voor zover zij relevant blijken voor de uitkomst van de procedure.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid is met de aard van de vorderingen gegeven.
4.2.
Het volgende uitgangspunt heeft hier te gelden. Een gebiedsverbod en, als afgeleide daarvan een contactverbod, vormen een inbreuk op het aan een ieder toekomende recht om zich vrijelijk te bewegen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.3.
Het Gerecht is van oordeel dat van dergelijke feiten en omstandigheden geen sprake is. Sinds het incident van 23 mei 2017, zo heeft het Gerecht van eiseres begrepen, heeft gedaagde geen enkele poging gedaan om contact met haar op te nemen. Gedaagde deelde mede dat ook niet van zins te zijn. Ter zitting heeft gedaagde aan de rechter desgevraagd beloofd geen contact met gedaagde te zullen opnemen, en, na enig aandringen, heeft hij er ook mee ingestemd voormelde autopapieren aan mr. Ibrahim af te geven. Daarmee is de kwestie van de auto opgelost en zijn alle materiële punten uit de affectieve relatie afgekaart, zo is het Gerecht gebleken.
4.4.
Vanwege het incident van 23 mei 2017, waarvan gedaagde overigens zegt dat eiseres de tot geweld initiërende partij is geweest, is hij ontslagen uit zijn dienstbetrekking zodat hij eiseres niet meer dagelijks op het werk ziet. Partijen wonen niet in elkaars buurt, zo is ter zitting gebleken.
4.5.
Dit betekent dat het Gerecht van oordeel is dat niet in hoge mate aannemelijk is geworden dat er feiten en omstandigheden zijn die maken dat een inbreuk op de bewegingsvrijheid van gedaagde, zoals door eiseres gevorderd, gerechtvaardigd is. Daarbij neemt het Gerecht ook nog in aanmerking dat Sint Maarten een klein eiland is zodat de gevorderde gebiedsverboden (waaronder het ziekenhuis en de directe omgeving) een grote impact op het gaan en staan van gedaagde zouden hebben.
4.6.
Aldus zal het Gerecht de vorderingen afwijzen.
4.7.
Als in het ongelijk gestelde partij dient eiseres in de proceskosten te worden veroordeeld. Nu hij de procesvoering in eigen hand heeft gehouden worden die kosten begroot op nihil.

5.De beslissing

Het Gerecht in Eerste Aanleg:
rechtdoende in kort geding:
wijst de vorderingen af,
veroordeelt eiseres in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.