ECLI:NL:OGEAM:2017:38
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen in conventie en reconventie wegens niet opvolgen aanwijzingen van het Gerecht
In de zaak tussen de naamloze vennootschappen [A] en [B] heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten op 18 juli 2017 uitspraak gedaan. De procedure begon met een tussenvonnis op 18 oktober 2016, waarin het Gerecht bepaalde dat [B] een akte mocht indienen, waarop [A] zou kunnen reageren. Tijdens de rolzitting op 24 januari 2017 diende [B] de akte in, maar [A] voldeed niet aan de vereisten door geen antwoordakte in te dienen. Op de comparitie van partijen op 21 februari 2017 bleek dat beide partijen niet met een schriftelijke volmacht waren verschenen, wat essentieel was voor de behandeling van de zaak.
Het Gerecht constateerde dat beide partijen de aanwijzingen uit het tussenvonnis niet hadden opgevolgd. [A] had haar antwoordakte niet ingediend en [B] had niet deugdelijke documenten overgelegd, ondanks eerdere toezeggingen. Hierdoor kon het Gerecht niet tot een inhoudelijke behandeling van de zaak overgaan. De rechter oordeelde dat beide partijen niet voldeden aan hun stelplichten, wat leidde tot de afwijzing van de vorderingen in zowel conventie als reconventie. Het Gerecht besloot dat partijen de proceskosten voor eigen rekening moesten nemen en dat zij in hoger beroep konden gaan om eventuele fouten te herstellen.
De uitspraak benadrukt het belang van het opvolgen van gerechtelijke aanwijzingen en de gevolgen van het niet voldoen aan procesuele verplichtingen. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.