ECLI:NL:OGEAM:2016:84

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
19 december 2016
Publicatiedatum
12 januari 2017
Zaaknummer
Lar 49/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot bouwtekeningen en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in bestuursrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, heeft eiseres R.T. Enterprises N.V. een beroep ingesteld tegen de beschikking van de Minister van Volkswoning, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur, waarin de verstrekking van bouwtekeningen werd geweigerd. De beschikking, gedateerd op 24 maart 2016, werd aan eiseres uitgereikt op 5 april 2016. Eiseres verzocht om toegang tot een bouwvergunning en de bijbehorende tekeningen, maar de verweerder stelde dat verstrekking een inbreuk zou vormen op de persoonlijke levenssfeer van derde belanghebbenden, die in het gebouw wonen.

De procedure begon met een beroepschrift van eiseres op 21 april 2016, waarna verweerder op 27 juli 2016 een verweerschrift indiende. Derde belanghebbenden dienden op 30 september 2016 een akte uitlating in. De zitting vond plaats op 14 november 2016, waar de gemachtigden van de partijen verschenen. Eiseres betoogde dat bouwtekeningen niet onder de persoonlijke levenssfeer vallen en verwees naar de Vereniging Nederlandse Gemeenten, die stelde dat privacy in dit geval niet in het geding is. Verweerder en derde belanghebbenden betoogden echter dat de persoonlijke levenssfeer van de bewoners beschermd moet worden.

Het Gerecht oordeelde dat het verzoek van eiseres betrekking had op informatie over een bestuurlijke aangelegenheid en dat er recht op verstrekking van deze informatie bestaat, tenzij er uitzonderingsgronden van toepassing zijn. Het Gerecht concludeerde dat de verstrekking van bouwtekeningen, zelfs voor een bewoond residentieel gebouw, geen zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer oplevert dat het belang van openbaarheid daarvoor moet wijken. De motivering van de beschikking werd als onvoldoende beoordeeld, en het beroep van eiseres werd gegrond verklaard. Het Gerecht vernietigde de bestreden beschikking en droeg verweerder op om binnen drie weken een nieuwe beschikking te geven. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

Landsverordening administratieve rechtspraak Uitspraak : 19 december 2016 Zaaknummer : Lar 49/2016 Uitspraaknr. :
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
De rechtspersoon naar vreemd recht R.T. Enterprises N.V.,
gevestigd te Anguilla,
eiseres, gemachtigde: mr. P.P. Soons
en:
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING, MILIEU EN INFRASTRUCTUURverweerder,
gemachtigden: mrs R.F. Gibson jr en V.L. van der Vliet,
en
de heer [derde belanghebbende] en mevrouw [derde belanghebbende]
derde belanghebbenden,
gemachtigde: mrs. M.O. Kortenoever en R. Wouters

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 24 maart 2016, aan eiseres uitgereikt op 5 april 2016, gegeven op het door eiseres op 28 januari 2016 bij verweerder ingediende verzoek ex artikel 3 van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (LOB).

2.Het verloop van de procedure

Bij beroepschrift (met producties) van 21 april 2016, op diezelfde datum ontvangen ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier, heeft eiseres tegen de onder 1 aangeduide beschikking beroep ingesteld ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
Verweerder heeft op 27 juli 2016 een verweerschrift ingediend. De derde belanghebbenden hebben op 30 september 2016 een “akte uitlating” ingediend.
Behandeling ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2016. Aldaar zijn verschenen namens eiseres mr Soons, namens verweerder mr Van der Vliet en namens derde belanghebbenden mr Wouters.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Standpunten van partijen

In het verzoek van 28 januari 2016 heeft eiseres gevraagd om verstrekking van een bouwvergunning met het nummer 233/00 van 1 maart 2001, vooral de goedgekeurde tekeningen.
Blijkens de beschikking en het verweerschrift stelt verweerder zich op het standpunt dat de aanvraag terecht is afgewezen omdat verstrekking van de gevraagde stukken een inbreuk zou vormen op de persoonlijke levenssfeer van derde belanghebbenden, de heer en mevrouw [derde belanghebbenden]. Ter toelichting stelt verweerder dat het de bouwindeling van een residentieel gebouw betreft, dat al is gebouwd en wordt bewoond, hetgeen maakt dat de persoonlijke levenssfeer van de bewoners wordt geraakt. Verweerder stelt dat aan eiseres al de overzichtsbouwtekening van het bouwperceel van de vergunninghouders is verstrekt, hetgeen toereikend moet worden geacht. Verweerder wijst er op dat het begrip ‘persoonlijke levenssfeer’ in de LOB niet is beperkt tot persoonsgegevens maar ook omvat de bescherming van het recht op een identiteit, persoonlijke ontwikkeling en het recht om relaties aan te aan en te ontwikkelen met anderen. Het belang van eiseres, ook wanneer dat ziet op een eventueel handhavingsverzoek in een civiele procedure, is minder zwaarwegend dan bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [derde belanghebbenden], aldus verweerder.
Eiseres meent dat bouwtekeningen niet behoren tot de persoonlijke levenssfeer en wijst in dat verband op het standpunt van de Vereniging Nederlandse Gemeenten die zegt dat in het geval van bouwtekeningen niet goed is voor te stellen dat de privacy in het geding is. De uitzondering die aan openbaarmaking in de weg zou kunnen staan, doet zich hier dan ook niet voor, aldus eiseres. Eiseres stelt voorts dat zij weliswaar in een ander LOB-verzoek een overzichtsbouwtekening heeft ontvangen, maar betreffende het onderhavige verzoek heeft zij helemaal niets ontvangen.
[derde belanghebbende] sluit zich aan bij hetgeen verweerder naar voren heeft gebracht. Daarnaast heeft [derde belanghebbende] betoogd dat eiseres de gevraagde stukken niet nodig heeft voor de civiele procedure die zij wil entameren.
4.
Beoordeling
Het Gerecht stelt vast dat het informatieverzoek van eiseres betrekking heeft op informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid. Het uitgangspunt is hiermee dat eiseres recht heeft op verkrijging van de door haar verzochte informatie. Dit is alleen anders indien zich een van de in artikel 11 van de Lob neergelegde uitzonderingsgronden voordoet. Anders [derde belanghebbende] dan betoogt is dan ook niet relevant of eiseres de gevraagde informatie al dan niet nodig heeft voor een civiele procedure.
Zowel [derde belanghebbende] als verweerder hebben gesuggereerd dat achter het Lob-verzoek van eiseres een persoonlijk conflict schuil gaat tussen eiseres en [derde belanghebbende]. Voor zover zij daarmee hebben willen betogen dat eiseres misbruik heeft gemaakt van de Lob-procedure, overweegt het Gerecht het navolgende.
Ingevolge artikel 13 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Sint Maarten kan degene aan wie een bevoegdheid toekomt, haar niet inroepen voor zover hij die bevoegdheid misbruikt. Dit artikel kan naar analogie in bestuursrechtelijke verhoudingen worden toegepast. Volgens de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (bijvoorbeeld in de uitspraak van 19 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4129) wordt een recht of bevoegdheid misbruikt, indien dat recht of die bevoegdheid zodanig evident is aangewend zonder redelijk doel of voor een ander doel dan waartoe zij gegeven zijn, dat het aanwenden van dat recht of die bevoegdheid blijk geeft van kwade trouw. Daarvan is naar het oordeel van het Gerecht niet gebleken.
Ingevolge artikel 11, tweede lid, onder d, van de Landsverordening Openbaarheid van Bestuur (LOB) blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Uit de jurisprudentie over de WOB (welke het Gerecht ook toepasselijk acht op de LOB) volgt dat sprake kan zijn van schending van de persoonlijke levenssfeer met name indien persoonsgegevens openbaar worden gemaakt. Ter illustratie wijst het Gerecht op de uitspraak van de AbRvS van 17 juni 2015, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:RVS:2015:1903. Ook openbaarmaking van andere gegevens (bijvoorbeeld van bepaalde financiële gegevens van een persoon of openbaarmaking van een combinatie van geboorteplaats, het geboorteland, de nationaliteit en pasfoto’s) kan inbreuk op de persoonlijke levenssfeer opleveren. Dit neemt niet weg dat van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer blijkens de jurisprudentie niet snel sprake is.
Met eiseres oordeelt het Gerecht dat met de verstrekking van bouwtekeningen, ook als het een residentieel gebouw betreft dat al wordt bewoond, geen sprake is van een zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer dat het belang van de openbaarheid daarvoor moet wijken. Een bouwtekening bevat geen tot de persoon herleidbare informatie, maar geeft–eenvoudig gezegd- naast technische details slechts weer wat de indeling van de woning is. Voor zover uit de bouwtekening in kwestie wel tot de bewoner van het gebouw te herleiden persoonlijke gegevens zou bevatten (hetgeen niet is gebleken), kan deze eenvoudig worden weggelakt voordat de stukken worden verstrekt.
Het voorgaande betekent dat de motivering van de beschikking niet voldoet. De beschikking kan daarom niet in stand blijven. Het beroep is gegrond.
Er is aanleiding om verweerder (ten laste van het land Sint Maarten) te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze stelt het Gerecht met toepassing van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht vast op NAf 1.400,--, zijnde 1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor de mondelinge behandeling waarbij de zaak inhoudelijk is besproken. Voorts zal het Gerecht bepalen dat het land Sint Maarten aan eiseres NAf 150,--dient te betalen als vergoeding van het door haar gestorte griffierecht.

4.De beslissing

Het Gerecht:
-verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beschikking;
-draagt verweerder op om binnen drie (3) weken na heden alsnog een beschikking op het verzoek van eiseres te geven;
-bepaalt dat het Land Sint Maarten aan eiseres zal betalen een bedrag ad NAf 1.400,-- en een bedrag van NAf 150,--.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W.M. Giesen, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 19 december 2016.
Tegen deze beslissing kunnen partijen binnen twee weken na de dag van verzending schriftelijk verzet doen bij het Gerecht. Zie artikel 80 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.