ECLI:NL:OGEAM:2016:28

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
8 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
EJ 2016/49
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van horecamedewerker en de beoordeling van de rechtsgeldigheid

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 8 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster en haar werkgever, een naamloze vennootschap. De werkneemster, die sinds 1993 of 1994 in dienst was, werd op 15 september 2015 op staande voet ontslagen na een incident op 10 september 2015. De werkgever noemde als redenen voor het ontslag werkweigering, bedreiging en onbehoorlijk gedrag. De werkneemster betwistte de rechtsgeldigheid van het ontslag en verzocht om een billijke vergoeding en de nietigheid van het ontslag. Tijdens de procedure zijn beide partijen gehoord en zijn er pleitnota's ingediend. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werkneemster in haar verzoek berustte, maar meende dat het ontslag op staande voet kennelijk onredelijk was. Het Gerecht heeft de werkgever toegelaten tot bewijsvoering van de redenen voor het ontslag. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden tot de getuigenverhoren op 24 augustus 2016.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: EJ 2016/49
Datum: 8 juni 2016
Beschikkingnr.
BESCHIKKING
op het verzoek van
[de werkneemster],
wonende te Sint Maarten,
verzoekster,
gemachtigde: mr. Z. Bary,
tegen
de naamloze vennootschap
[de werkgever],
gevestigd te Sint Maarten,
verweerster,
gemachtigde: mr. C.J. Koster.

1.Het verloop van de procedure

Het Gerecht heeft kennis genomen van het verzoekschrift met producties d.d. 14 maart 2016. Door verweerster is een verweerschrift met producties ingediend. Verzoekster heeft bij brief van 8 april 2016 producties toegezonden. [de werkneemster] is ter zitting verschenen en de heer […] is namens verweerster verschenen. Beide advocaten hebben zich bediend van pleitnota’s. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
De beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

Verzoekster, geboren op […..] 1960, is in 1993 of in 1994 in dienst getreden van verweerster. Laatstelijk vervulde zij de functie van “bartender” en verdiende zij NAf 1.886,95 bruto per maand. Zij was werkzaam in het […] Resort.
Bij brief d.d. 15 september 2015 is zij door verweerster op staande voet ontslagen nadat zij op 11 september 2015 was geschorst. Als dringende redenen worden in de ontslagbrief genoemd: werkweigering, bedreiging en onbehoorlijk gedrag in hotel/resort. In de bewoordingen van de ontslagbrief:
“At all times, you should be respectful towards your colleagues and follow instructions from your managers. You have failed to do so, also during the incident for which your are now being dismissed.
Racist, other discriminatory remarks and threats are completely unacceptable under any circumstance. Nevertheless, you have used this foul language various times, including during the incident for which you are now being dismissed.
Further, it is common knowledge that no employee can start an altercation in the middle of a bar, in presence of guests and other staff. The recognition of The Friendly Island in general and the reputation of […] Resort in particular, are at jeopardy due to your actions. As you are aware, we set high standards for our staff when it concerns hospitality. Starting a verbal dispute in presence of guests is completely unacceptable under any circumstance.”
Bij brief d.d. 8 maart 2016 heeft verzoekster de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.

3.Het verzoek en het verweer

Het verzoek luidt als volgt:
“bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
  • Eiseres toe te staan kosteloos te mogen procederen;
  • Te bepalen dat gedaagde der partijen arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk heeft beeindigd;
  • Gedaagde te veroordelen om aan eiseres een billijke vergoeding toe te kennen gelijk aan dertig (30) maanden (van haar voormalig bij gedaagde verdiende) netto salaris althans een zodanig door Uw Gerecht naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding;
  • Gedaagde te veroordelen om eiseres haar opgebouwde cessantie-uitkering uit te betalen.
  • Gedaagde in de kosten van dit geding te veroordelen.”
Het verweer van verweerder besluit met de conclusie dat verzoekster in het verzoek niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, althans dat haar vorderingen worden afgewezen, subsidiair: dat de vorderingen dienen te worden gematigd tot nihil dan wel tot een door u in goede justitie te bepalen bedrag en dat verzoekster wordt veroordeeld in de proceskosten alsmede de wettelijke rente daarover, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling.

4.De beoordeling

Verzoekster berust in de beëindiging van het dienstverband, doch is van mening dat het ontslag op staande voet een kennelijk onredelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst oplevert in de zin van artikel 7A:1615s BW.
De aanleiding van het ontslag op staande voet bestaat uit gebeurtenissen in de avond van 10 september 2015 in de bar en eetzaal van voormeld hotel. Aan [de werkneemster] werd gevraagd een mojito te bereiden. Ze constateerde dat zij niet over een muddler beschikte, nodig om de mintblaadjes in de cocktail te kneuzen.
Ter zitting heeft de rechter [de werkneemster] en [hotelmanager] ondervraagd over deze gebeurtenissen. Over de volgende feitelijkheden verschillen partijen van mening;
  • of [de werkneemster] al de hele week mojito’s moest bereiden zonder muddler,
  • of Duty Manager […] heeft gezegd dat ze de mojito zonder muddler niet hoefde te bereiden,
  • of [de werkneemster] de restaurant manager mevrouw [A] heeft bedreigd en of zij achter de bar vervolgens een scene heeft geschopt die ook door de gasten is waargenomen,
  • of op weg naar het kantoor van […] [de werkneemster] dreigend tegen [A] heeft gezegd:
Behoudens de gebeurtenissen van 10 september 2015 wijst verweerster erop dat verzoekster de nodige waarschuwingen heeft ontvangen: op 28 januari 2013 wegens opstandig gedrag richting een leidinggevende, op 8 april 2013 wegens werkweigering, op 26 december 2013 wegens werkweigering en bedreiging van een leidinggevende:
“If you put my job in jeopardy I will fuck you up and then kiss your hand.”, op 6 april 2015 wegens onheuse bejegening en op 24 juni 2015 wegens werkweigering en bedreiging:
“Leave me alone. You Jamaicans come here and make everybody’s lives miserable. If you think you can do me anything, you will have something coming to you.”Een en ander wordt door [de werkneemster] (deels) betwist.
Het Gerecht dient eerst te beoordelen of het ontslag op staande voet terecht is gegeven. Immers, indien dat terecht is gegeven is er geen sprake van een kennelijk onredelijk ontslag. Het Gerecht overweegt het volgende. Bij de beoordeling of een ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, waaronder ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. [de werkneemster] is 56 jaar oud en heeft sinds 1993 of 1994 (dat is niet helemaal duidelijk) voor verweerster gewerkt en is aangewezen op haar baan voor inkomsten. Het is de vraag of zij weer als bartender aan de slag zou kunnen komen elders of dat zij überhaupt nog in dienstbetrekking aan de slag komt.
De bewijslast van de redenen voor het ontslag op staande voet rust op verzoekster. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan het Gerecht er thans niet van uit gaan dat er sprake is van werkweigering, bedreiging en onbehoorlijk gedrag van [de werkneemster] gedurende de uitvoering van haar werkzaamheden. Dit betekent dat verweerster, conform haar aanbod, dient te worden toegelaten tot het bewijs van deze dringende reden. Nadat deze bewijsopdracht is afgewikkeld zal het Gerecht de feiten nader kunnen vaststellen en vervolgens deze kunnen betrekken in zijn beoordeling van alle omstandigheden van het geval.

5.De beslissing

Het Gerecht:
laat verweerster toe tot het bewijs van de feiten en omstandigheden die zij aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd,
bepaalt dat de eerste getuigenverhoren aan de zijde van verweerster zullen plaatsvinden op woensdag 24 augustus 2016 vanaf 8.30 tot 12.00 uur (maximaal 5 getuigen op deze dag),
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven op 8 juni 2016 door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, in tegenwoordigheid van de griffier.